Mediamatic Magazine 1#2

oktober 1986

Nederland kent sinds een aantal jaren een redelijk functionerende infrastructuur voor video-kunst. Kleine instellingen distribueren werk, assisteren bij productie, verspreiden informatie en verzorgen publiekgerichte presentaties. Die instellingen hebben ondanks hier en daar overlappende taakstellingen, elk hun eigen gezicht en een eigen groep kunstenaars om zich heen.

Vergroot

Front Page Mediamatic Magazine VOL 1#2 1986 - Richard Hefti, Willem Velthoven

Omdat media-kunst zich, door haar minder stoffelijke karakter en het feit dat ze de kinderschoenen nog maar net aan het ontgroeien is, slecht laat verhandelen, zijn deze instellingen afhankelijk van subsidies. Het bericht dat de rijksoverheid de financiële ondersteuning van deze initiatieven sterk wil concentreren en inkrimpen leidde dan ook tot grote ontsteltenis in de Nederlandse 'videowereld'. Het idee dat een instelling als Montevideo opgeheven zou worden wekte ook in het buitenland verbazing.

Inmiddels is de ergste woede bekoeld en is de voorspelbare discussie over integriteit en competentie van de minister, zijn ambtenaren en zijn adviseurs wat weggeëbd. Men maakt plannen.

Die plannen variëren sterk. De ene instelling zoekt naar extra financiering om haar beleid voort te kunnen zetten. De andere instelling stoot overhaast activiteiten af en probeert door specialisering en profilering toch in aanmerking te komen voor rijkssubsidie. Benieuwd kijken we uit naar het Grote plan voor de Nederlandse Videokunst dat Time Based Arts, tot enigst kind uitverkoren voor de minister, in betrekkelijke stilte voorbereidt. Over deze plannen zal bij het verschijnen van dit nummer van Mediamatic meer bekend zijn.

We zullen in het volgende nummer uitvoerig aandacht besteden aan vooral de inhoudelijke consequenties van de nieuwe situatie.

Dat volgende nummer zal overigens snel na het huidige verschijnen om zo de achterstand die we door allerlei omstandigheden opliepen weer wat teniet te doen. In dit nummer: recensies van twee festivals; Ars Electronica afgelopen zomer in Linz, Oostenrijk, wordt besproken door de Australiër Simon Biggs, een Europees festival gezien door de ogen van een buitenstaander. Maurice Nio zag de Nederlandse editie van lnfermental, dat, ondanks vrij nadrukkelijke redactionele inbreng van samensteller Con Rumore, nog steeds meer lijkt op een videofestival per post, dan op een tijdschrift.

Sluik en Kurpershoek maakten een kunstenaarsbijdrage waarin de industriële romantiek van hun videowerk strak werd vormgegeven.

Richard Hefti vroegen we om een bijdrage naar aanleiding van de installatie Libretto 86 die ontstond tijdens zijn residency, begin dit jaar in de Vleeshal in Middelburg. In deze installatie, die een heel persoonlijk emotioneel karakter heeft, combineerde hij video, geluid, schilderen en ruimtelijk werk op een volstrekt natuurlijke manier. Het is tekenend voor zijn omgang met deze media dat hij voor ons blad een puur geschilderde bijdrage maakte. Bert Mebius' pagina's spreken voor zich.

De jaren zestig komen uitgebreid aan bod in twee historische artikelen; Annie Wright beschrijft de invloed van de opkomst van televisie op de maatschappij en vooral de jeugd in die jaren. Marie Adele Rajandream beschrijft de reactie van Fluxus op diezelfde opkomst.

Gàbor Bòdy nam in Vancouver zijn Either/Or in Chinatown op, een video over erotisch verlangen, de esthetiek van het verval en de onmogelijkheid van keuzes. Mart Grisel en Murk Hoekstra maakten met Kierkegaard in de hand een inhoudelijke analyse.