Tevens vestigt Gedurfd Verzamelen de aandacht op hun belangrijke, maar tot nu toe onderbelichte rol in het stimuleren en verzamelen van contemporaine kunst in Nederland. Zij behoorden tot de weinigen die oog hadden voor toen relatief onbekende kunstenaars, zoals Isaac Israels, George Breitner, Marc Chagall, Jan Sluijters, Leo Gestel, Alexej von Jawlensky, Paul Klee en Piet Mondriaan. Hun geloof in deze kunstenaars heeft bijgedragen aan de inmiddels internationale waardering van deze schilders.
Andries van Wezel
Andries van Wezel was diamantbewerker en juwelier. Zijn verzameling begon met aankopen van bevriende kunstenaars. Van Wezel verzamelde werk van Amsterdamse impressionisten als Eduard Karsen en Willem Witsen, maar ook van Isaac Israels en George Breitner. Hij vervulde met zijn aankopen de rol van mecenas voor de schilders Karsen en Witsen. De collectie van Andries van Wezel is vrijwel geheel bewaard gebleven dankzij Van Wezels gulle legaat aan het Rijksmuseum in 1921. Het legaat vormde een belangrijke aanvulling op de collectie moderne kunst van dit museum.
Willem Wolff Beffie
Diamantair en verzamelaar Willem Beffie bezat - ook naar internationale standaarden gemeten - een van de belangrijkste eigentijdse kunstcollecties. In de periode 1912-1918 verzamelde Willem Wolff Beffie meer dan vijfhonderd werken van zestig kunstenaars. Hij kocht werk van nu wereldberoemde, maar toen nog relatief onbekende avant-garde kunstenaars als Marc Chagall, Wassily Kandinsky, Alexej Jawlensky, Paul Klee, Leo Gestel en Jan Sluijters. Omdat Beffie de openbaarheid niet zocht en zijn werken zelden of nooit uitleende, is zijn collectie tot op heden onbekend.Door intensief speurwerk kon zijn bezit gereconstrueerd worden en een groot aantal werken worden teruggevonden in prominente musea in Europa en de Verenigde Staten. Beffie was onder meer een mecenas voor Henri Le Fauconnier. Deze Franse kunstenaar kon door Beffie's steun in Nederland blijven werken toen hij vanwege de Eerste Wereldoorlog niet naar Frankrijk terug kon keren. Beffie verwierf een groot aantal van zijn werken.
Salomon Slijper
Salomon Slijper, de derde verzamelaar, mag met recht een mecenas genoemd worden van Piet Mondriaan en in het bijzonder van het Gemeentemuseum Den Haag. Slijper en Mondriaan leerden elkaar kennen tijdens de Eerste Wereldoorlog en raakten bevriend. Slijper verzamelde vanaf het begin werk van Mondriaan. Slijper legateerde zijn omvangrijke collectie aan het Gemeentemuseum Den Haag waardoor die bijeen bleef en daarmee voor Nederland behouden.
De expositie Gedurfd Verzamelen geeft een beeld van de drie collectioneurs zelf, hun milieu in het joodse Amsterdam rond de eeuwwisseling en vooral hun collecties. Belangrijke ontwikkelingen in de diamantindustrie zorgden voor economisch succes en een kleine groep van nieuwe joodse welgestelden. De opkomst van de joodse bourgeoisie blijkt uit hun toenemende maatschappelijke betrokkenheid, sociale mobiliteit en de kunstcollecties.
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie met de uitkomsten van het begeleidende onderzoek naar de joodse bourgeoisie in het moderne Amsterdam, haar rol in het mecenaat, en het verzamelklimaat voor hedendaagse kunst in die tijd.