De belangrijkste boodschap van Martin Barden is dat je als organisatie niet vanuit jezelf moet denken, maar vanuit de consument. In de kunsten werk je in een industrie die gemaakt is voor consumenten, maar zich daar gek genoeg maar zelden op richt. Instellingen hebben barrières opgeworpen om binnen te komen en ontwerpen hun lidmaatschappen rondom hun eigen behoeftes: het genereren van meer geld. Hoewel dit laatste natuurlijk altijd een doel is, kan het geen uitgangspunt zijn. Een lidmaatschap betekent dat je mensen aan je organisatie bindt, dat je ze wat extra’s biedt, enthousiast maakt over je organisatie. Op die manier creëer je zogenaamde ‘ambassadeurs’; mensen die tegen hun vriendenkring zeggen hoe leuk je organisatie wel niet is.
Lidmaatschappen vergen een grote investering, vooral in tijd. Kunstinstellingen zitten in de dienstverlening. Bezoekers weten al wat je verkoopt, nu gaat het erom dat je ze een leuke tijd biedt, zodat ze terugkomen. Lidmaatschappen moeten voordelen en gemakken geven, en financieel voordelig zijn! Een mailinglijst en een beetje korting betekent niks voor de consument en geldt daarom niet als een lidmaatschap regeling. Ga er niet vanuit dat leden meteen de eerste dag extra geld willen geven. Je moet een band opbouwen met je consument en mensen niet uitsluiten, maar ze het gevoel geven dat je ze ‘insluit’. Geef je leden een identiteit en hou ze op de hoogte van wat je met hun geld doet. Kortom, geef je leden aandacht en ze zullen leden blijven, en misschien zelfs nieuwe leden binnenhalen.
Mensen vergeten wat ze gekocht hebben. Herinner ze daaraan, en ze komen terug. Maar vooral, geef ze een fijne tijd, geef ze aandacht, en bedenk wat de consument graag wil doen. "Where do you want to go today?"