januari 2008
Lef kan de bestuurders van Netwerk CS niet ontzegd worden. Het besluit om de organisatie op te heffen geeft daar blijk van. Datzelfde geldt voor de uitnodiging hen te interviewen. Ik twijfelde tijdens de laatste Estafette in Rotterdam openlijk of de cultuursector Netwerk CS wel kon missen. Prompt volgde de uitnodiging voor dit gesprek. Ik herkende het lef en ging erop in. In een poging om samen de balans op te maken praatten voorzitter Mathilde Zierikzee en directeur Mavis Carrilho in het Amsterdamse café Thijssen in stereo op mij in.
Mathilde Zierikzee vertelt eerst hoe Netwerk CS ontstond. Dat gebeurde nadat zij in 1999 samen met Liane van der Linden besloot uit het bestuur van het FAPK te stappen. Dit fonds was ontstaan uit een fusie van twee fondsen, één voor de amateurkunst en één voor de podiumkunsten.. In het nieuwe, witte, bestuur van het fusiefonds overvleugelde de podiumkunst de amateurkunsten. Er was naar het oordeel van Van der Linden en Zierikzee te weinig ruimte voor culturele diversiteit en jongeren. In de klassieke beoordeling op artistieke kwaliteit vielen zij door de mazen van het net. Uit protest traden zij af en gingen in gesprek met organisaties als Al Farabi en El Hizjra, , Dox en de Rotterdamse Cultuurscouts. Wat hadden zij nodig om zichtbaar te worden? Uit hun antwoorden ontstond het idee voor een project waarin etnische diversiteit in de kunst zichtbaar zou worden, en kennis over de nieuwe ontwikkelingen kon worden verzameld en verspreid: Netwerk CS.
Kreeg de organisatie meteen subsidie?
‘Het was wel een gunstige tijd. Net was staatssecretaris Van der Ploeg aangetreden. En die agendeerde dit onderwerp sterk. Hij deed wel een poging om ons onder te brengen bij de Phenix Foundation. Maar wij wilden geen onderdeel worden van een instituut. Netwerk CS moest juist zo los mogelijk zijn, een beweging, vrij om ijsbreker te spelen.’
Netwerk CS ontwikkelde een aantal instrumenten,waaronder de estafette, een website, expertmeetings, en een stimuleringsbudget Wat was de meest geslaagde vorm?
‘Dat is vooral de combinatie. De estafette was heel belangrijk voor het ontwikkelen van het netwerk en de overdracht van kennis, met het stimuleringsbudget was het mogelijk op verschillende niveaus concrete dingen uit te proberen. Later kregen wij ook de verantwoordelijkheid over trajecten Coaching in de Cultuur voor vrouwen. Door dat onderdeel te maken van onze activiteiten is er een verkleuringsslag gemaakt. Daarnaast hebben we een nieuw instrument toegevoegd: mentoring. Daarin hebben we zowel kleur als verjonging vormgegeven. Natuurlijk kunnen wij het niet keihard bewijzen, maar we zijn ervan overtuigd dat er door het inzetten van deze instrumenten nu veel meer expertise in het veld is. En de pioniers, zowel mensen als instellingen, hebben zich, mede dankzij ons, verder kunnen ontwikkelen.’
Toch staat bijvoorbeeld in het Beleidsplan 2006-2008 dat de expertise op het gebied van culturele diversiteit in de culturele sector sterk versnipperd is en verspreid over een beperkt aantal individuen en organisaties. Is die situatie zo snel verbeterd?
‘Het is een bekend dilemma: is het glas halfvol of halfleeg. Ja, de expertise over diversiteit is nog steeds verspreid over een beperkt aantal mensen en instituten. Tegelijkertijd constateren we wel dat in de afgelopen zeven jaar de massa wel degelijk gegroeid is en dat de aanwezige kennis zich verdiept heeft. Dat betekent natuurlijk niet dat het proces van diversificatie van de culturele sector voltooid is. Voor het zover is zijn we tien jaar verder. Maar de kennis en ervaring die nodig is om de culturele sector op een hoger plan te brengen is er. De vraag is of de culturele instellingen deze expertise ook daadwerkelijk gaan benutten.’
Jullie gaven bovendien aan dat er op het terrein van de culturele diversiteit vooral veel losse, eindige projecten zijn. Resultaten komen niet terecht in de reguliere programmering en activiteiten.
‘Kennis zit altijd in mensen, dat is een gegeven. Mondjesmaat komt het ook dieper in de organisatie te zitten. Maar een verankering op bijvoorbeeld het niveau van de missie van organisaties kun je nu nog niet verwachten. Wel zien we dat er op een andere manier over het onderwerp gesproken wordt. Niet meer het ideologische, morele appèl uit de tijd van Van der Ploeg, maar meer in termen van eigenbelang en publieksbereik. Dat levert in de praktijk minder gloedvolle betogen op, maar is, denken wij, wel effectiever.’
Netwerk CS ontstond uit kritiek over de rol van de fondsen. Hoe is de samenwerking daarmee geweest?
‘Wij wilden geen missie-arbeid verrichten.. We zijn in de eerste plaats een leer-netwerk van en voor professionals die werken binnen de cultuursector. Maar los daarvan zijn onze ervaring met de fondsen en sectorinstituten wisselend. Een paar losse voorbeelden: Erfgoed Nederland is zelf naar ons toegekomen en met hen hebben wij goed samengewerkt. Met de Nederlandse Museum Vereniging organiseerden we een succesvolle Estafette. Het nieuwe Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ heeft ons benaderd bij de selectie van commissieleden. Andere fondsen en sectorinstituten waren minder gretig of hielden ons soms aan het lijntje -zonder zelf het initiatief over te nemen.’
Dus het is niet alleen maar een succesverhaal?
‘Niet als het gaat om sommige institutionele bolwerken. Netwerk CS is een heel kleine organisatie en moest dus ook reële doelen stellen. Bij de start zijn we dan ook bewust begonnen met de groep die het meest open stond, om met de resultaten daarvan anderen uit te dagen en te verleiden. Maar we wisten ook toen al dat ons instrumentarium te beperkt was om de harde kern inactieve instellingen en instellingen met een hele magere intentie daadwerkelijk tot beweging aan te zetten. Vier jaar geleden hebben we ook al serieus overwogen of we nog wel een aanvraag zouden indienen voor deze Cultuurnotaperiode. Wat uiteindelijk de doorslag gaf, was de wens om de bestaande kennis zo veel mogelijk te borgen en over te dragen. Ons plan om onze medewerkers als een soort paard van Troje binnen te smokkelen bij sectorinstituten en landelijke organisaties, hen voor drie maanden in residence te laten gaan om zo direct op de werkvloer experimenten aan te gaan en kennis over te dragen werd door de Raad voor Cultuur afgeschoten. Dat vonden wij heel jammer.’
Maar kan de cultuursector nu wel zonder Netwerk CS?
‘Het beïnvloeden van mensen en processen kan ten eeuwigen dage doorgaan. Maar ons bestaan heeft ook de keerzijde dat het ons probleem lijkt te blijven en niet dat van de sector. Dat wij stoppen is daarmee ook een aanklacht tegen de gevestigde orde. Niemand stopt ooit. Maar in onze ogen is de houdbaarheid van Netwerk CS voorbij. Wij willen geen schaamlapje worden, geen doekje voor het bloeden. We hebben meegeholpen aan een ontwikkeling binnen de cultuursector en nu moet de volgende stap zelfstandig gezet worden. De eerste resultaten daarvan zien we al.’
Met het opheffen van Netwerk CS verdwijnt een belangrijke kennis- netwerk functie op het gebied van diversiteit. "De vraag hoe deze functie op een andere wijze vorm te geven kunnen wij nog niet goed beantwoorden", schrijven jullie zelf. Is het een sprong in het diepe?
‘Wij kunnen niet over ons graf heen regeren, maar wel de erfgenamen activeren. Daar zijn we het komend jaar hard mee bezig. Tegelijkertijd kunnen we ons voorstellen dat delen van ons werk niet direct overgenomen worden. Daar doen we niet heel moeilijk over - we vertrouwen erop dat als er binnen de sector voldoende behoefte is aan zo'n activiteit, anderen dat weer oppakken. Misschien verzint iemand iets dat nog veel leuker is.’
Wat zou OCW moeten doen met het vrijgekomen geld?
‘Wij zouden graag zien dat het voor hetzelfde doel beschikbaar blijft, bijvoorbeeld als een flexibel budget voor het stimuleren van projecten op het terrein van culturele diversiteit. Het zou ook terecht kunnen komen bij de sectorinstituten, als seed money op dit terrein.’
Tot slot terug naar de balans: acht jaar geleden ontstond Netwerk CS vooral uit kritiek op de fondsen. Is het nu anders?
‘Ja, uiteindelijk wel. Je ziet dat het nieuwe Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ diversiteit hoog in het vaandel heeft staan. Er komt weer een apart fonds voor cultuurparticipatie en amateurkunst. De Mondriaan Stichting agendeert het onderwerp actief. Het BKVB experimenteert met intendanten. De Raad voor Cultuur is van positie veranderd. Kortom, er is een kentering. Fondsen kijken nu veel meer naar buiten. Maar door de focus op artistieke kwaliteit blijven er een aantal blinde vlekken,. Hun visie is al een stuk opgerekt, maar ze begrijpen nog steeds niet dat kunst altijd beoordeeld moet worden binnen een specifieke context.’
Toch geen twijfels?
‘Nee, we hebben echt het gevoel: dit jaar wordt ons jaar. Wij willen Netwerk CS net zo uitdagend afronden als wij zijn begonnen. Zoals wij ook nooit te beroerd zijn geweest om onszelf opnieuw uit te vinden. Wij hebben een leuke tijd achter de rug, en we zeggen: het is now or never, neem het over, want zometeen zijn we er niet meer. Fondsen, sectorinstituten en culturele instellingen hebben nu de kans om het estafettestokje over te nemen. We zijn ervan overtuigd dat we door nu te stoppen momentum creëren.’
Ik ben bijna overtuigd...
‘Ook wij zijn pas tevreden als eind 2008 de andere spelers in het culturele veld geprikkeld zijn om het voortaan zelf te doen.’