Over de hele wereld verschijnt er steeds meer landbouw in de stad. Het zijn voornamelijk de bewoners die deze initiatieven nemen. Vaak leidt dit tot kleinschalige initiatieven, zoals gemeenschappelijke tuinen. In Nederland speelt dit minimaal, terwijl het duurzaam, gezond en leuk is. Hoe maak je dit groter? Is er voor stadslandbouw een haalbare en sluitende business case te maken? En waar liggen de kansen voor ondernemers, grondeigenaren en financiers?
Wat kun jij doen?
Jij kunt meedenken, meepraten en meedoen. Tijdens de Dag van de Stadslandbouw presenteren verschillende stadslandbouw best practices hun business case, zoals Prinzessinnengarten uit Berlijn, Jonathan Karpathios met zijn zelfvoorzienende restaurant Vork en Mes en Europa’s grootste dakmoestuin Zuidpark. De sessies worden begeleid door dagvoorzitter dr. Gaston Remmers, lector eco-effectief ondernemen aan de CAH Vilentum in Almere. Het doel van deze sessies is om een helder beeld te krijgen. Wat zijn de feiten? Waar liggen kritische succesfactoren en kansen als het gaat om stadslandbouw?
Naast denken en praten kun je meewerken aan een real live casus. In maart en april werken 16 topstudenten van het 020 innovatielab-Stadlandbouw aan het ontwikkelen van de business case voor een nieuw stadslandbouw initiatief. Stadsdeel Amsterdam Noord heeft hiervoor een uitdagende locatie ter beschikking gesteld. Op 4 hectare grond zal er een eigen 020-stadsboerderij worden opgezet. Aanmelden en het verkrijgen van meer informatie over het programma kan hier.
Wat heeft miniponics hiermee te maken?
Na het ontwikkelen van een tweetal systemen geschikt voor de ruimere werk- en woonplekken, hebben we in maart 2013 de Miniponics gelanceerd - een installatie die makkelijk in de woonkamer of klas past, en zelfs op de slanke Amsterdamse balkons. De miniponics is een hollandse variant van het aquaponics systeem. Aquaponics is een verticaal ecosysteem waarbinnen vissen en planten samen worden gekweekt en elkaar helpen overleven. Het stimuleert stadslandbouw en is de beste manier om duurzaam voedsel te produceren in de stad. In tegenstelling tot traditionele landbouw, wordt er nauwelijks water verspild en neemt het weinig ruimte in beslag.