Op het hoogtepunt van zijn roem staakt de legendarische balletdanser Vaslav Nijinski zijn optreden, richt zich tot zijn publiek en zegt: ‘Nu is het kleine paardje moe.'
De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te dansen en zonder te spreken. De eerste echte superster die de wereld heeft gekend, een abrupt einde aan zijn carrière. Hij neemt afscheid van de werkelijkheid en leeft verder in zijn eigen fantasie.
Hoe komt iemand tot zo’n beslissing en wat betekent dit voor de mensen om hem heen, zijn voormalige geliefde, zijn vrouw en dochtertje, en hun bedienden?
Drie ooggetuigen vertellen – elk vanuit een volstrekt ander perspectief – wat er zich voor, tijdens en na die noodlottige dag, 19 januari 1919, heeft afgespeeld: zijn echtgenote Romola, die als een tijgerin heeft gevochten om hem, de ‘God van de dans’, te veroveren. De legendarische Sergej Diaghilev, die alles in het werk heeft gesteld om Vaslav te vernietigen nadat deze hem als minnaar had afgewezen. En Vaslavs bediende, die uit de dramatische beslissing van zijn meester de moed put om ook zijn eigen leven radicaal om te gooien.
Te midden van de puinhopen van de Eerste Wereldoorlog hoopte Nijinski de mensheid te kunnen bekeren tot de liefde. Als hij merkt dat hij niet gehoord wordt, zelfs niet door hen die van hem houden, sluit hij zich van de wereld af. Een daad van waanzin of van wijsheid?