Computers nemen in toenemende mate de rol van ons geheugen over. Dat is handig maar brengt ook risico’s met zich mee want dat digitale geheugen kan worden gekraakt en misbruikt. Om dit te voorkomen worden doorlopend nieuwe veiligheidssystemen ontwikkeld. Toch is de belangrijkste beveiliging nog steeds het oude vertrouwde wachtwoord. Paradoxaal genoeg heeft dit de consequentie dat om deze wachtwoorden te onthouden wij een beroep moeten doen op onze, inmiddels lui geworden, hersenen. Sasker Scheerder heeft voor deze paradox een even elegante als verrassende oplossing bedacht, een webradiostation waarop je wachtwoorden op vaste tijden publiekelijk worden uitgezonden. Op www.asecretservice.org kun je die woorden invoeren en beluisteren. In een kort interview vertelde Sasker Scheerder iets meer over het project.
AH: Ik moest bij A Secret Service direct denken aan het Hollandse clichébeeld van een rijtjeshuis met de gordijnen wijd open, zo van wij hebben niets te verbergen.
SS: Denk je niet dat het juist andersom werkt: dat we de gordijnen open laten om onze omgeving in de gaten te kunnen houden?
Heeft dit project je erg paranoïde gemaakt?
De primaire emotie die aan de basis ligt van dit project is voor elke computergebruiker herkenbaar; de paniek die toeslaat als je voor een internetdienst weer eens een wachtwoord of pincode moet verzinnen. Wordt het je algemene wachtwoord bolletje bolletje, of toch maar een unieke verzinnen? En waar laat ik het? Tonino, Paris Hilton, Dustin Hofmann, is it safe? Who's asking??
Toch wel een beetje paranoïde dus?
Niet meer dan het Europese gemiddelde, vermeerderd met wat beroepsmatig inlevingsvermogen.
Je verbindt twee ogenschijnlijk onverenigbare principes, de openbaarheid en het geheim. Dan vraag ik mij af waaraan jij eigenlijk bij openbaar denkt.
Geheimhouding en openbaarheid lijken met elkaar in tegenspraak maar zijn eerder bondgenoten. Het is een gangbare praktijk onder zowel criminelen als veiligheidsdiensten om elkaar te ontmoeten in een open ruimte met veel mensen. Deze strategie wordt ook gebruikt in 'A Secret Service'; de wachtwoorden worden via publiek toegankelijke webradio uitgezonden, maar hebben geen betekenis voor iemand anders dan de eigenaar. Een Oostenrijkse kunsthistoricus maakte direct de vergelijking met het verhaal 'The Purloined Letter' van Edgar Allan Poe, waarin een gestolen brief succesvol wordt verborgen in het bakje met ingekomen post, de laatste plaats waar iemand een gestolen brief zal zoeken.
Een 19e-eeuws detectiveverhaal als ultieme veiligheidsstrategie voor de 21e eeuw?
We zullen er toch één moeten hebben al was het maar als alternatief voor de veiligheidsindustrie die het gat gretig vult en geld maakt uit angst.
Over angst gesproken, je hebt het project een absurde visuele exponent gegeven door de server waarop de wachtwoorden zijn opgeslagen te beveiligen met levende vogelspinnen, laseralarm en een rookgordijn.
De animale beveiliging van de server bij Mediamatic gaat trouwens verder terug, naar de Romeinen die het Capitool beveiligden met ganzen. Onsuccesvol overigens. In de server worden de wachtwoorden gekoppeld aan individuele gebruikers, en daar zit een zwakke schakel. De installatie speelt met dezelfde paradox als het uitzenden van de wachtwoorden: je mag best kijken naar de computer waar de wachtwoorden in zitten, maar niet aankomen.
In het voetbal bestaat al enige tijd discussie over de waarde van het muurtje bij het nemen van vrije trappen. Het muurtje ontneemt de keeper het zicht op de bal. Tot nu toe is het echter niet afgeschaft omdat men bang is dat de tegenstander zelf een schijnmuurtje zal neerzetten. Schijnveiligheid als de ergste vorm van onveiligheid?
Vanuit België rukt in het zuiden van Nederland al enige tijd het verschijnsel op dat de huizen voorzien worden van elektrische rolluiken. Na het avondeten gaat de straat hermetisch dicht. Er is het verhaal van een vrouw die twee dagen vast heeft gezeten in haar woning toen de stroom uitviel. Als veiligheid een absolute massa zou hebben is de veiligheid van de een tegelijk de onveiligheid van de ander. Toen mijn ouders, die in die buurt wonen, een brandje hadden waarvoor de brandweer met drie wagens was uitgerukt, hoorde de buurt daar pas de volgende dag van. Veiligheid als een te kleine deken, trek je aan de ene kant dan heeft de ander koude voeten.
Ik ken ze ook wel die Belgische dorpen waar geen kip op straat loopt. Met zo’n flikkerende straatlantaarn, creepy. Privé en publiek worden daar 's nachts volledig van elkaar geïsoleerd. Je vraagt jezelf af of die mensen werkelijk ergens bang voor zijn of dat het rolluik gewoon cultureel bepaald is. Reageer je met 'A Secret Service' op dit soort overdreven veiligheidsstrategieën?
Of ze overdreven zijn weet ik niet, en ik mis het beoordelend vermogen om iets te zeggen over de motieven van mensen om zich te beveiligen. Maar het cliché dat veiligheid tussen de oren zit maakt deze angst niet minder reëel. Bij de constatering 'je kunt veiligheid niet kopen, maar het wordt wel verkocht' kun je twee dingen denken: dat het dom is om te kopen, of dat het evil is om te verkopen. Beide zijn irrelevant. Er zit een onmiskenbaar duistere zijde aan de ontwikkeling van een analoog-industriële naar een gedigitaliseerde informatiegerichte maatschappij. Maar liever dan op te treden als technologiecriticus zet ik het mechanisme zelf aan het werk om het vanuit een luie stoel te kunnen observeren. 'A Secret Service' is trouwens niet ironisch en biedt ook niet slechts een alternatief model: het is een volledig bruikbare dienst op zichzelf, en een sluitende oplossing voor het probleem. De computergebruiker kan rustig slapen.
related items:
A Secret Service Exhibition at Mediamatic
A Secret Service Opening Night
asecretservice.org