Het uitgangspunt van de tentoonstelling is één oude analoge foto. Aan de hand van deze foto, die zelf niet op de tentoonstelling te zien is, ontleedt Jansen in tekst en beeld de informatie die met dit beeld te maken heeft. Dit resulteert enerzijds in een encyclopedische installatie waarin alle elementen in relatie tot de foto beschreven worden. Anderzijds wordt de materie van de foto zelf onderzocht. Door middel van microscoopopnamen waarin de chemie en de korrel honderden malen uitvergroot zijn, vervaardigd Jansen abstracte foto’s waarin de structuur en de textuur een heel eigen beeld opleveren.
Systemen en ordeningen
Terugkerende thema’s in het werk van Jansen zijn het onderzoeken van de grenzen van fotografie en het gebruik van het medium. Zo speelt hij in zijn eindexamenserie Flock met de betekenis en het materiaal van een foto. Aan de hand van clichébeelden uit de fotografie – het landschap, het portret en het stilleven – toonde Jansen drie monumentale foto’s. Deze waren opgebouwd uit honderden individuele foto’s met hetzelfde thema en allemaal gevonden en verzameld op internet. Vervolgens bepaalt de afstand van de beschouwer tot het beeld in welke mate hij het beeld kan lezen. Heel dicht op het beeld leest de beschouwer alleen een verzameling pixels en hoe verder hij ervan af loopt hoe duidelijker de afbeelding te zien is.
Een andere serie, Pictures of Hue, bestaat uit foto’s waarvan de pixels van de originele foto opnieuw zijn gerangschikt. Deze nieuwe schikking heeft Jansen gemaakt op basis van hun individuele kleur volgens het HSB kleurmodel. Hierdoor ontstaan abstracte vormen die weer geheel nieuwe beelden opleveren.