In 1980 trad hij voor het eerst op de voorgrond met het werk Schattenrissen (‘Silhouetten’): grote, duistere paper cuts waarmee hij zowel op de tentoonstelling ‘Westkunst’ in 1981 in Keulen, als op de Documenta 7, het jaar daarop in Kassel, veel lof oogstte.
In 1988 baarde Droese opzien als Duitse deelnemer aan de 43e Biënnale van Venetië internationaal met het werk Haus der Waffenlosigkeit (‘Huis van de ontwapening’). Sindsdien volgde een lange reeks van nationale en internationale solo- en groepstentoonstellingen, die aantoont hoe breed het spectrum is dat Felix Droese met zijn kunst bestrijkt.