Mijn moeder hield van verhuizen - want dan kreeg je een maand gratis wonen, of gratis behang. En om die reden hebben we op elke verdieping wel een keer gewoond. Ik heb in de zolderkamers gewoond toen ik getrouwd was. Mijn oudste dochter is daar geboren. Dan moest je met de kinderwagen 4 trappen op en af!
Mijn ouders vertelden nooit iets over de oorlog. Heel sporadisch werd er iets verteld. Mijn vader was veel weg om eten te halen. HIj ging naar Ter Aar en omstreken. Dan kwam hij terug met melk, soms aardappelen, en met geluk wat bonen. Mijn moeders hele linnenkast is langzaam geruild voor eten. Mijn moeder had voor haar trouwen een lingeriezaak. Dat is allemaal geruild. Een keer had mijn vader de pech dat hij bij de kilometerbrug (over het Amsterdam-Rijn kanaal) tegen is gehouden door Duitse soldaten, en alles in moest leveren.
Ik ben in 1965 naar Noord verhuisd.
Tegenover ons woonde een meisje, Dina. Het enige donkere meisje tussen alle blonde kinderen van de bloemenman. Later bleek dat zij daar ondergedoken heeft gezeten. Ze is door verre familie uit Belgie opgehaald, omdat haar eigen familie allemaal waren overleden. Er werd helemaal niet gepraat over dat zij daar was. Als kind maak je je daar niet druk over. Ze was leuk, en dat was genoeg.
Voor de deur was een heerlijk plein waar alle buurtkinderen speelden.
Toen ik er woonde woonden er voornamelijk katholieke families. Toen ik vanochtend de foto ging maken herkende ik het plein bijna niet meer. Zoveel veranderd! Zelfs de kerk op het Ambonplein is niet meer hetzelfde - daar zitten allemaal stichtingen en kantoren in.