Filosofie, geschiedenis en sociologie van computergames zijn de laatste jaren aan een gestage opmars begonnen. De jongste telg van de populaire cultuur onttrekt zich aan de schaduw van de taboesfeer en onderwerpt zich aan het licht van de analyse, van elke willekeurige analyse die in de speelse relatie tussen mens en computer relevante thema's ontdekt. Supercade A Visual History Of The Videogame Age 1971-1984, samengesteld door Van Burnham, is een uitputtende esthetica van de computergame, waarbij het gevaar op de loer ligt om als 'coffee table book' na een korte levenscyclus te verdwijnen in de kast zonder haar ware potentieel te kunnen vervullen. Want Supercade is een prachtig vormgegeven plaatjesboek, dat in het juiste gezelschap als een loeiende katalysator kan fungeren voor discussies over het ultieme computerspel of opschep duels wie de meeste games kent en heeft gespeeld. Maar het grote plezier van Supercade ligt vooral op het individuele vlak: bladerend worden herinneringen moeiteloos ontsloten door de paginavullende foto's van alle games die er ooit toe hebben gedaan, van universele krakers als Pacman tot meer obscure, persoonlijke favorieten als Crazy Climber. Supercade is een unieke handreiking om een persoonlijke archeologie te ondernemen, te graven in herinneringen naar games en de 'uitstraling' hiervan naar verloren momenten en plaatsen, een over de schouder kijken naar speelhallen en zolderkamers, jezelf en je vrienden en daarnaast een onderzoek naar de verandering van het bewustzijn door de jaren heen.
In die zin is Supercade een bevroren versie van de MAME emulator die deze persoonlijke archeologie actief maakt en op directe wijze de bewustzijnsveranderingen verkent. Om zich te kunnen onderscheiden van MAME, de emulator die het mogelijk maakt de games daadwerkelijk weer te spelen, presenteert Supercade een brede informatieve aanpak. Elk spel krijgt een korte beschrijving, die soms wordt uitgebreid met een leuke anekdote. Er wordt een degelijk verhaal verteld over de prehistorie van de game en in de chronologische presentatie wordt steeds ruimte gegeven aan een artikel over de verschillende consoles, systemen en homecomputers die door de jaren al dan niet met succes zijn gelanceerd. Dit omvangrijke, informatieve gedeelte is een handig naslagwerk, om achter de hand te hebben, maar in tijden van Internet niet heel opzienbarend. Waarin Supercade wel speciaal is, is de omgang met het beeldmateriaal. Het boek fascineert niet alleen dankzij de visuele weergaves van het scherm, de centrale ervaring van het spelen van videogames, maar juist ook dankzij het beeldmateriaal van de cultuur rondom de games. Een interessante lijn is die van de esthetiek en symboliek van de reclame. De abstractie van vroege games wordt opgevuld met concrete verbeeldingen op hoezen, zijkanten van arcades en reclames die gebruik maken van de mooiste clichés van de jaren zeventig. In de reeks advertenties valt direct op hoe de game wordt gepropageerd als een familieaangelegenheid, maar wat een vreemde verzameling families! Los van het feit dat het bijna altijd de vader en de jongen zijn die spelen terwijl moeder en zus vol spanning toekijken, wordt er in retrospectief een schrikbarend beeld van de familie gepresenteerd: alle gezichten vervormd in hysterische fascinatie met de bewegingen op het scherm. Het gezin als hoeksteen van het gesticht.
Voorbij deze esthetische lagen liggen de losse beelden waarmee Van Burnham bewijst een scherp gevoel voor het totaalbeeld van een cultuur te bezitten: de verlangens, symboliek, melancholie en kracht die het visuele ontketent. Soms is dit puur een gevoel van ritme en plaatsing zoals het hoofdstuk 1977 dat wordt geflankeerd door de close-up van het Atari logo dat licht wordt vervormd door de pixels van het scherm. Er zijn beelden van games in verscheidende films waaronder een subliem beeld, over twee pagina's uitgespreid, van Jeff Bridges in Tron. Heldhaftiger, cooler is het spelen van computergames sindsdien niet meer geworden. Het is echter de eerste foto van het boek die het meest ontroert. Supercade is opgedragen aan Honey en Rex die waarschijnlijk zijn afgebeeld op de foto onder hun namen, vaag en vergeeld, kinderen circa 1980. Een melancholisch mengsel van onschuld, glimlachen, kapsels en blikken, verloren in een beeldcultuur die nog niet hermetisch was afgesloten. Supercade is een verraderlijk veelzijdig plaatjesboek.