Struycken laat zich in de uitvoering van grote kunstwerken met complexe electronische stuurprogramma’s ondersteunen door de gebroeders Van Manen. Het waren ook deze gebroeders die Struycken adviseerden om in de toren van de academie met nieuwe led-licht te werken. Het werd een vlam, waarbij lichtbronnen individueel aan te sturen zijn door de computer. Geen gemakkelijk opgave want voor de veranderingen en verplaatsingen van de lichtelementen is een speciaal stuurprogramma ontworpen. De verwachting is dat De Vlam tenminste twintig jaar kan branden.
Struycken volgde van 1957 tot en met 1961 zijn opleiding Beeldende Kunst, Tekenen en Schilderen, aan de KABK. Hij trok als kunstenaar de aandacht met zijn monumentale werken en schilderijen, waarin hij met vorm- en kleurverhoudingen experimenteerde. De computer speelde altijd een centrale rol in zijn kunstontwerpen, zo ook voor deze opdracht. Struycken analyseerde dat het trappenhuis van de toren aan de Prinsessegracht zich als een apart element in de architectuur onderscheidde. Daarom koos hij ervoor dit deel te verbijzonderen, met als uitgangspunt dat alleen bewegend licht in de stedelijke omgeving goed overeind blijft.
Bij de inwerkingstelling is een een publicatie over ‘De Vlam’ beschikbaar.