Ellen Grote Beverborg
De overwegend witte schilderijen van Ellen Grote Beverborg (1960, De Lutte) zijn bevolkt met bomen, bloemen en soms een dier. Zij vormen een wereld die langzaam tot ontluiken lijkt te komen of waarin het verval zijn intrede heeft gedaan. Bomen, bloemen en dieren worden samengevoegd worden tot vlezige vormen.
Met een ingetogen palet weet Grote Beverborg een grote rijkdom en verscheidenheid te creëren. Ze verbindt voor- en achtergrond, materie en ruimte en gebruikt zowel de transparantie als met de materialiteit van de verf. Op sommige delen van het schilderij ligt de verf centimeters dik op het doek, waardoor het letterlijk reliëf krijgt. Op andere stukken blijven dun beschildert en transparant, en creëert ze een grote landschappelijke ruimtelijkheid.
Wout Herfkens
Naast deze ingetogen witte wereld staat de meer verhalende wereld van Wout Herfkens (1962, Rotterdam). In zijn beelden verbindt en vermengt zich het heilige met het alledaagse, introspectie met lichtvoetigheid, mens met dier, het tragische met het komische. Deze mengeling van motieven en betekenissen krijgt vorm met een diversiteit aan materialen, die dikwijls naast elkaar in één beeld gebruikt worden. Herfkens experimenteert graag met niet traditionele beeldhouwmaterialen en materiaalcombinaties. Maar het materiaal en het experiment zijn nooit een doel op zich, maar staan in dienst van het beeld en zijn betekenissen.