Op het gebied van de fotografie laat het museum zien hoe kunstenaars zich in de jaren tachtig en negentig verhielden tot de (recente) geschiedenis, zoals tot fascistische architectuur (Günther Förg), tot een koloniaal verleden (Wijnanda Deroo) en tot de erfenis van Sovjetoverheersing (Korrie Besems). Daarnaast hebben fotografen hun persoonlijke relatie tot die geschiedenis verbeeld, zoals Boris Mikhailov in zijn bitterzoete stadsscènes, Craigie Horsfield in zijn melancholieke portretten of Jitka Hanzlová in de poëtische landelijke scènes van het dorp uit haar jeugd.
Bij de presentatie werken uit de videocollectie ligt de nadruk op de performance en de manier waarop conceptuele kunstenaars het medium hebben gebruikt. In de eerste jaren van de videokunst gebruiken kunstenaars de camera om eenvoudige acties, meestal uitgevoerd in de afgeslotenheid van het atelier, vast te leggen (Bruce Nauman, Vito Acconci, Richard Serra, John Baldessari). Anderen manifesteren zich vanaf de tweede helft van de jaren zestig vooral als performers en zoeken de confrontatie en participatie van het publiek (Ulay/Marina Abramovic, Joan Jonas).
De rijke collectie van het Stedelijk Museum is bij uitstek geschikt om de kruisbestuivingen te laten zien tussen deze en meerdere disciplines.