105.000 omgekomen Joodse Nederlanders hebben in de community een eigen basispagina. Bij die personen kan iedereen zelf informatie plaatsen, of het nu gaat om familierelaties, om foto’s of om een levensbeschrijving. Zo ontstaat een levende gemeenschap, waar een brug wordt geslagen tussen voorouders en naoorlogse generaties. Het voorbeeld van Huib de Beer illustreert een succesverhaal: na een zoektocht van 64 jaar vond hij zijn halfzus. De community gaf hem foto’s van zijn overleden familieleden.
Het project ‘Joodse huizen’ maakt deel uit van de website van Community Joods Monument. Hier kun je kijken of jij ook in een ‘Joods huis’ woont. Opmerkelijk is dat Joodse Huizen een doelgroep aantrekt die niet niets met Joden heeft. Lonnie Stegink vertelt dat het gaat om het gevoel dat in jouw eigen huis ook anderen hebben geleefd die zich daar veilig voelden en die er nu niet meer zijn. Op 4 mei 2011 markeerden bewoners van Amsterdam door middel van posters de huizen waar gedurende de Tweede Wereldoorlog Joodse gezinnen woonden die werden gedeporteerd en vermoord.
Het Joods Historisch Museum beschouwt het als haar taak om de herinnering aan de omgekomen Joodse Nederlanders levend te houden. Paspoorten van onderduikers die op zolder worden teruggevonden, de verhalen die door mensen in beeld worden gebracht, dat is echte crowdsourcing.