De titel 'Gorilla' is niet die van het overkoepelend project maar onthult wel op ondubbelzinnige wijze het expliciet exotische karakter van de reeks.
Het fantasmatische, de erotiek en het avonturisme dat eigen is aan het 19de eeuwse concept van exotisme staan centraal in deze reeks. Enerzijds lijkt Gauguins queeste naar een utopie van schoonheid hierbij het belangrijkste voorbeeld te zijn. Anderzijds is er Douanier Rouseaus mentale afstand (en eenzaamheid). Dit uit zich in het ontwerp en de conceptualisering van de beelden: hoewel elk beeld zich expliciet 'elders' afspeelt, ontstaat hun ontwerp - de gedachte - 'hier'. De foto's zijn gebaseerd op een continue activiteit van getekende voorontwerpen en aquarellen.
De conceptuele aanvang van de reeks wordt echter verduisterd door de expliciet esthetische intentie van de foto's. De beelden komen voort uit een positivistisch geloof in ongerepte schoonheid, en fenomenologie gaat hierbij vooraf aan moraliteit. Er is geen sprake van kritische afstand ten aanzien van het onderwerp, wel van celebratie. Elk beeld afzonderlijk is herkenbaar als een bestaand archetype.