Lezen is een scheppende activiteit. De tekst heeft niet een betekenis die de lezer ondergaat; de tekst verwerft betekenis in de omgang die de lezer met hem heeft. De lezer geeft tijd en aandacht aan de tekst, die onder zijn ogen groeit. Lezen verschilt eigenlijk niet zoveel van schrijven.
Roland Barthes (1915-1980), in de jaren ‘60 en ‘70 van de vorige eeuw (samen met bijvoorbeeld Derrida en Foucault) een van de toonaangevende figuren van het Franse intellectuele leven, was bij uitstek een filosoof van de tekst. Anders dan bijvoorbeeld Foucault hield hij zich het liefst verre van het hectische Parijs en schreef in relatieve rust aan een oeuvre dat, in de loop van een grote filosofische ontwikkeling, steeds terugkeert naar dezelfde thema's: taal, teken en betekenis, beeld en verbeelding, mythe, en de tekst. De mens is voor Barthes eerst en vooral een talig wezen. Het gaat hem daarbij niet zozeer om taal als communicatiemiddel, maar om wat hij de ‘werkelijkheidscheppende functie van de taal’ noemt: taal is de manier waarop de werkelijkheid tot ons komt, en literatuur volgens Barthes is ‘taal in vrijheid’.
Literatuur:
Mythologieën (1957) – een bundel journalistieke stukken over alledaagse zaken, waarin Barthes steeds de ‘mythe van het natuurlijke’ aanwijst, en betoogt dat die mythe functioneert als een onderdrukkingsmechanisme van de burgerlijke ideologie. De volgende teksten zullen gelezen worden:
“De wereld van het worstelen”
“De Romeinen in films”
“De schrijver op vakantie”
“Het gezicht van Garbo”
“Wijn en melk”
“Het brein van Einstein”
“Noch-noch kritiek”
“Striptease”
“De nieuwe Citroën”
“De grote familie van de mens”
“Mythe vandaag”
“Change the object itself.
“The death of the author”
“From work to text” (1971)
Het plezier van de tekst (1973) – een reeks paragrafen over allerlei aspecten van het lezen, waaruit Barthes' opvatting naar voren komt dat men in het lezen geen vaststaande betekenissen tot zich neemt, maar die betekenissen mede schept.
Camera Lucida (1980) – Barthes' laatste boek, en misschien zijn mooiste; aan de hand van een foto van zijn moeder als jong meisje, waarin hij haar, vlak na haar dood, plotseling terugvindt, gaat hij op zoek naar de essentie van fotografie, rakend aan herinnering en dood.