Belangrijkste thema's:
- De antieken
Palladio bleef zoeken naar een validatie van de relatie tussen de klassieke oudheid en zijn eigen architectuur door bijvoorbeeld het terugkijken naar de antieken te rechtvaardigen met het feit dat de Romeinen ver vooruit waren op hun opvolgers. Hij plaatste zijn eigen architectuur op gelijke hoogte aan deze van de antieken, het was geen revival noch imitatie van de antieke gebouwen, maar wel een voortzetting of vervolg ervan.
- De villa
Uit de reizen naar Rome wist Palladio de Rennaissance-idealen van zijn voorgangers Alberti en Bramante te assimileren in enkele prachtige villa's in Venetië. Deze waren innoverende nieuwe gebouwen, ze waren landbouwmachines en representeerden de sociale status van de eigenaar. Palladio heeft zijn gebouwen extreem gerationalliseerd. Zijn gebouwen bezaten een strakke, symmetrische opbouw. Hij gebruikte als eerste het klassieke tempelfronton in de gevel van een villa. De woonkamer had steeds een zicht op het omliggende landschap. De relatie van de villa met haar omgeving was enorm belangrijk. 'Een villa moet indien mogelijk op een heuvel gebouwd worden omdat dit mooi en gezond is, en gelegen zijn aan een bevaarbare rivier omdat dit handig is, transportkosten drukt en er mooi uitziet'.
- Natuur
Een belangrijk begrip in de architectuurtheorie en –praktijk van Palladio is natuur. Net als Daniel Barbaro was hij ervan overtuigd dat architectuur een rationele adaptatie van de natuur is. Architectuur moest een eenvoud bevatten om ‘net als de natuur’ te zijn. Die eenvoud is duidelijk te zien in Palladio zijn ontwerpen, waar hij eenvoudige transformaties toepast op basisvormen. De overeenkomsten tussen kunst en natuur, vermeld Palladio in boek een, twee en drie van zijn I Quattro Libri dell'Architettura. Waarin hij bijvoorbeeld kolommen met bomen vergelijkt en de pijlers van een brug met de poten van dieren.
De invloed van Palladio op de latere architectuur is ver reikend, met hoogtepunten in de 17de en 18de eeuw. De zogenaamde Palladio-stijl of het Palladianisme genoot veel succes in Nederland, Duitsland en Frankrijk, maar kent zijn oorsprong in het 17de eeuwse Engeland waar hij ontwikkeld werd door Inigo Jones. Deze neemt de belangrijkste eigenschappen van Palladio's architectuur en begrippen vanuit de Quattro Libri dell'Architettura over. Inigo Jones zijn architectuur bezit een classicistische eenvoud en harmonie. Bekende voorbeelden zijn Queen's House in Greenwich uit 1616 en de Banqueting Hall in het Palace of Whitehall uit 1622. Ook William Kent en Christopher Wren zijn niet te vergeten namen met respectievelijk de gebouwen Chiswick House en St Paul's Cathedral. Ook in de Verenigde Staten kende het Palladianisme zijn navolging in de 18de eeuw in de persoon van Thomas Jefferson.