Zowel naar de inhoud van zijn werk als qua persoon is Heidegger niet onomstreden. Zijn zeer persoonlijke, vaak moeilijk te begrijpen taalgebruik is in de ogen van 'heideggerianen' fascinerend, hypnotisch en poëtisch. De invloed van zijn taalgebruik vindt men onder meer terug bij Sartre en Derrida. Datzelfde taalgebruik vindt echter geen genade in de ogen van bijvoorbeeld Adorno (Jargon der Eigentlichkeit) en Günther Grass (Hundejahre) die het als bombastisch en onontwarbaar jargon beschouwen.
Als persoon staat Heidegger ter discussie vanwege zijn vrijwillig lidmaatschap, kort na de machtsovername door Hitler, van de nationaalsocialistische partij (NSDAP). Nog meer compromitterend bleek zijn – zeker aanvankelijk – daadwerkelijke politieke steun aan die partij. Onder meer Adorno en Habermas hebben geprobeerd aan te tonen dat Heideggers invloed en toonzetting hebben geleid tot een sfeer in Duitsland die leidde tot de opkomst van Hitler.
De Franse deconstructivistische filosofen Derrida en Lyotard beschouwen met name de 'Rektoratsrede' van Heidegger als een fundamentele en positieve herwaardering van denken en opvoeding in de moderne staat. Met hen beschouwen veel filosofen het denken van Heidegger als een bron van studie en inspiratie.
De uitgeverij Vittorio Klostermann Verlag werkt (al meer dan 30 jaar) aan een uitgave van de volledige werken van Heidegger ('Gesamtausgabe') die naar verwachting uiteindelijk uit meer dan 100 delen zal bestaan. Maar ondanks de veelheid van zijn onderwerpen en de ontwikkelingen in zijn denken, centraal in zijn werk staat de vraag naar de zin van het zijn. Dit is de zoektocht naar, zoals Heidegger dit noemt, 'het Zijn van het Zijnde'. Vanuit dit 'zijn' wordt van alles dat 'is', bepaald dat het is en hoe het is.
Volgens Heidegger heeft de westerse ontologische filosofie zich vanaf Aristoteles uitsluitend met het zijnde beziggehouden en de meest wezenlijke dimensie ervan, namelijk de zijnsvraag erachter/eronder vermeden.