Leo was zonder twijfel Finslers beste leerling. Haar foto’s zijn niet zo geconstrueerd als die van haar leraar; Leo houdt van het spel van licht en schaduw, helder en donker. Het lukte haar steeds weer om sfeervolle, maar tegelijkertijd bijna abstracte, sterk geometrische composities te maken. Ze werkte korte tijd als assistente van misschien wel de belangrijkste vertegenwoordiger van de Nieuwe Zakelijkheid, fotograaf Albert Renger-Patzsch. Bij hem leerde ze Jakob D´Oliveira kennen, met wie ze uiteindelijk trouwde en naar Amsterdam ging. Toen het gezin groeide – ze bracht vijf kinderen groot – kwam Leo nauwelijks nog aan fotograferen toe.
Tijdens onderzoek voor een tentoonstelling over de geschiedenis van de kunstacademie op de burcht Giebichenstein begin jaren negentig werd Gerda Leo’s verborgen werk ontdekt. Tussen 1930 en 1932 had de fotografe de werken die voor haar belangrijk waren, al uitgekozen en op karton bevestigd. Andere foto’s bewaarde ze in albums. Zo is haar werk uit het eind van de jaren twintig en het begin van de jaren dertig vrijwel volledig bewaard gebleven. Het museum in Halle wijdde in 1994 een tentoonstelling aan haar en publiceerde tevens een boek. De tentoonstelling en het boek plaatsen het uitzonderlijke werk van Gerda Leo in de geschiedenis van het Neue Sehen.
Photographien 1926-1932, van Gerda Leo is van 10 juli t/m 6 september 2009 te zien in Foam_Fotografiemuseum Amsterdam.
Open dagelijks van 10-18 uur, do/vr van 10-21 uur. Entree: € 7,50