Het is de heilige graal van de graffiti-kunst: een tag (de ware want zelfgekozen en vormgegeven naam van de maker/dader) die de stad overbodig maakt, omdat hij zelf een gebouw geworden is. Het licht komt niet uit lampen of zonnen, maar van binnenuit. De zachtstralende letterwanden maken de ruimte zichtbaar en begaanbaar.
In de video-loop van Maurer United Architects is een kleine vijf minuten te zien hoe de tag van ZEDZ een gebouw is. De stijl van ZEDZ leent zich ervoor. Zijn letters hebben geen versieringen en verwijzingen naar fantasy of ruimtevaart. Het zijn eenvoudige, robuuste tekens, die ieder voor zich een vierkant benaderen en schouder aan schouder een blok vormen. De bijdragen van ZEDZ aan de stad hebben, bij mijn weten, altijd die grijs-witte kleur en zijn bij voorkeur zo groot mogelijk. Verreweg het best werken ze als je ze waarneemt vanuit een auto of trein. Ze concurreren met de gebouwen, viaducten en wanden waarop ze gespoten zijn. Ze vullen het vlak van wand of dak volledig, tot ze het bouwvolume van gedaante veranderen en vervangen. Gebouw of wand lijkt uit betonnen letters opgetrokken.
Eigennamen zijn bijzondere woorden. Een naam is een teken dat nergens naar verwijst. Andere woorden (neem rommelig, wimper of boenen) suggereren een betekenis. Ze doen iets, het zijn de transportmiddelen waarmee we elkaars denken door de wereld sturen volgens de verkeersregels van de grammatica. De zinnen die zo gevormd worden roepen beelden, situaties, stemmingen, denkbeelden en interpretaties daarvan op. Namen kunnen wel door de wereld verplaatst worden (als geluid of schrift) maar ze doen niets. Ze zijn. Het zijn geen transportmiddelen, maar plekken. Een eigennaam is een kruispunt waar een veelvoud aan wegen en werelden elkaar ontmoeten en kruisen.
Als er op een gebouw LENTE staat, wordt het gebouw een willekeurig oppervlak met een boodschap, die naar iets anders verwijst dan het gebouw. Staat er ZEDZ dan blijven de gedachten van de toeschouwer waar ze zijn: bij dit gebouwde volume op deze plaats, in dit licht, nu, vanuit deze blikhoek. Dan gedragen de letters zich als gebouw. Gebouwen zijn behalve ruimtelijke voorwerpen ook tekens, het zijn de graffiti van de mensen die met staal en beton schrijven in plaats van met spuitverf.
Het is niet eenvoudig om een beeld te krijgen van het gebouw ZEDZ in de Maurer-video. Dit is geen beschaafde architecten-presentatie, waarin op een slap muziekje de toekomstige klant en gebruiker gewichtloos door het ontwerp zweeft. Zodra het barse bouwsel in beeld is stapt een zwaarbewapende bionische soldaat met een rauwe kreet tevoorschijn. Hij richt een sprookjesachtig groot machinegeweer op de gebruiker en vuurt. Na onze dood kijken we over de schouder mee van een afwezige en onbekende speler die een shoot-em up doet tegen meer van zulke brullende monsterkrijgers. Hoewel regelpanelen en menu’s de toeschouwer het idee geven dat dit een interactieve omgeving is, kan hij alleen maar toekijken hoe de gerobotiseerde roofdieren elkaar afslachten in het binnenwerk van ZEDZ het gebouw. De beeldvoering is navenant speedy en doelgericht. Het bloed spat hoorbaar en hoog tegen de muren op, om dan als glas op de grond in scherven te breken en te verdwijnen. Het is een multi-user omgeving waarin ZEDZ en zijn vrienden (o.a. JP en Nicole) elkaar opjagen en afschieten. Het is tijdloos lol trappen op een lekker gruizelig muziekje met een simpel-slimme bas.
Het hoogste wat een graffiti artiest in de stad bereiken kan is dat zijn tags en pieces een architectonische kracht uitstralen en net als de gebouwen de ruimtelijke beleving van de stad meebepalen. Oftewel: plekken worden. In de Maurer-video is ZEDZ erin geslaagd een stap verder te gaan en van zijn ware naam een gebouwde ruimte te maken. Het verschil tussen het bouwen met staal en beton en dat met verf en letters blijft bestaan. Bij ZEDZ is geen afstandelijke en zuivere blik naar de ruimte. De waarneming en beleving van de ruimte is volledig gestuurd en verstoord door de game-actie en de bijbehorende beeldvoering. Het is natuurlijk een potsierlijke overdrijving, deze barbaarse moordpartij, maar de vraag rijst wel of het geen afspiegeling is van wat we altijd doen: de handelingen en communicatie in een ruimte van invloed laten zijn op onze waarneming van de ruimte. Is een gebouwde ruimte wel echt waarneembaar zonder handelingen en leven? En is de stad niet in veel opzichten een game, waarin je verre van vrij bent in je navigatie en je beleving van de omgeving gevormd en gekleurd wordt door dat waarop je jaagt en wie er op je jaagt?
Binnenin de plek die de naam ZEDZ hier wordt speelt zich voor de ogen van de kijker een vervorming en verdraaiing van de ruimte af. Die is het gevolg van het gevecht dat plaatsvindt binnenin de naam. Zo maakt de tag ZEDZ het wezen van de blik van de graffitikunstenaar op de stad zichtbaar: er is geen neutrale ruimte, de ruimte is een veranderlijk, verraderlijk terrein. De ruimtes van de stad worden net zoveel door de namen, de handelingen, het leven, het stille en expliciete geweld bepaald als door de maten, ontwerpen en materialen van de bouwheren en planners. De stad is veel virtueler dan we denken.