Sinds haar afstuderen in 2001 is Stijns bezig met het onderzoeken van de hedendaagse beeldcultuur. Ze deed dit in eerste instantie door projecten te initiëren. Voor ieder project werd een manifest geschreven met regels voor het te gebruiken medium, beeldopbouw en materiaalgebruik dat bepalend was voor de verschijningsvorm van het werk. Die regels werden ontleend aan de wetmatigheden die op dat moment de beeldcultuur dicteerden.
Na verloop van tijd werden de analyses van het heersende vormidioom dichter bij haarzelf gezocht. Ze nam steeds vaker letterlijk afstand van het werk dat ze maakte en trok met opnames van de achterzijde van haar eigen studiosettings haar maakproces uiteen. Zo ontstond een doorlopende serie waarmee zij in 2009 bij LhGWR exposeerde. In deze serie (The Making Of) wist ze steeds gedeeltes van haar eigen vormidioom te deconstrueren. Later nam ze ook haar eigen leefomgeving en ‘kleine’ ervaringen onder de loep.
Stijns richt zich in haar analyses vaak op de feitelijke onderdelen die gezamenlijk het beeld maken. Het onderliggende mechanisme van ‘het moment van afdrukken’ komt zo centraal te staan. In haar nieuwe werken wordt echter de gehele ervaring van het kijken onderworpen aan Stijns' analytische en deconstructieve oog. Door de gecontroleerde omgeving van haar studio achter zich te laten en een onvoorspelbare factor toe te voegen aan haar beelden, heeft zij haar onderzoek verlegd naar de gehele ervaring van het kijken. Hoewel niet letterlijk, zet zij tien stappen terug om een ervaring aan een grondige analyse te onderwerpen en weet die analyses op intuïtieve en associatieve manier terug te brengen in haar beelden.
In de expositie is werk te zien van haar artist-in-residency periode in Beijing en een verblijf van drie weken in Manilla. Stijns bekeek met westerse ogen de oosterse kijk op het kapitalistische Westen. In haar nieuwe werk legt ze vast met welke mentaliteit de stedelijke ontwikkeling van deze metropolen naar westerse maatstaven tot stand komt, en bevraagt dit op haar eigen wijze. Beide steden hebben zo hun eigen tradities en cultureel bepaalde definities van stedelijke ontwikkeling waardoor de inpassing van westerse idealen resulteert in situaties die op zijn zachtst gezegd opmerkelijk zijn.