Gelijkheid voor de wet is altijd inzet van politieke en maatschappelijke strijd. Het EHRM bepaalde recent dat het ontslag van een Britse weigerambtenaar terecht was. Een werkgever mag het recht van de ambtenaar om zijn geloof uit te dragen afwegen tegen het recht van de burger om zonder onderscheid behandeld te worden. Heeft deze uitspraak gevolgen voor Nederland? In Nederland tekenden negen politieke partijen het Roze Stembusakkoord. Ze beloofden binnen een jaar een einde te maken aan de weigerambtenaar. Ook staat er in het regeerakkoord dat gemeenten geen nieuwe weigerambtenaren mogen benoemen. Maar dienen zittende weigerambtenaren ontslagen te worden?
De Nederlandse grondwet bepaalt: 'Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar'. Hebben ambtenaren recht op waardigheid en erkenning van gewetensbezwaren of geloofsovertuiging? Waarom lijkt er weinig begrip te zijn voor de trouwambtenaar die zich beroept op zijn gewetensbezwaar? Gaat de verplichting van een ambtenaar om elk huwelijk te voltrekken, vóór het recht op gewetensbezwaar? Ja, de overheid mag het recht van de ambtenaar om zijn geloof uit te dragen afwegen tegen het recht van de burger om zonder onderscheid behandeld te worden. Maar is dit ook wenselijk? Moet de overheid aangespoord worden om weigerambtenaren te verbieden? Een avond over de pragmatische, ideologische en juridische afwegingen van individuele rechten, plichten en maatschappelijke belangen.
Een debat met o.a.
Roelof Bisschop (Lid van de Tweede Kamer voor de SGP, woordvoerder Binnenlandse Zaken)
Gerard Schouw (Lid van de Tweede Kamer D66, woordvoerder Binnenlandse Zaken en initiatiefnemer wetsvoorstel)
Adrie Schot (bijzonder ambtenaar van de burgerlijke stand in Hardinxveld-Giessendam, Nieuw-Lekkerland, Liesveld en Graafstroom; principieel tegen het voltrekken van een huwelijk tussen mensen van het gelijke geslacht)
Hélène Faasen (notaris; trad samen met haar echtgenote op 1 april 2001 als een van de eerste vier homoseksuele stellen in het huwelijk)
Redactie De Balie: Catharina Rinzema.