In elke nieuwsbrief die Netwerk CS tussen 2002 en 2008 verspreidde, werd een directeur geïnterviewd over het diversiteitsbeleid van zijn of haar instelling. De interviews geven een mooi beeld van de ontwikkeling binnen organisaties en in de cultuursector.
juni 2008
Wies Rosenboom zette zich als directeur van het LCA al in voor het onderwerp culturele diversiteit. Ze liet het LCA doorlichten op het gebied van culturele diversiteit en zocht nieuwe samenwerkingsverbanden en netwerken. Niet alleen dat, Rosenboom gaf haar personeelsfunctionaris als extra opdracht mee om voor alle functies multiculturaliteit te zoeken. Op dezelfde manier pakt Rosenboom het onderwerp bij Kunstfactor aan. Het sectorinstituut kreeg namelijk bij zijn oprichting van de overheid het speerpunt culturele diversiteit mee, maar wilde dat ook zelf verstevigen en verankeren in de organisatie. Samen met de nieuw aangestelde stafmedewerker diversiteit, Claudia Marinelli, heeft Rosenboom een Plan van Aanpak voor het sectorinstituut gemaakt. In het plan staan vooral centraal het bewustwordingsproces via interculturalisatietrainingen en het aangaan en ontsluiten van nieuwe netwerken. Het onderwerp komt ook terug in de afzonderlijke werkplannen van de verschillende sectoren binnen Kunstfactor en tevens in persoonlijke actieplannen die de medewerkers maakten in een training die zij volgden.
Hoe verloopt het bewustwordingsproces bij Kunstfactor?
‘Wisselend. Sommigen verdiepen zich met veel energie en interesse in de alsmaar multicultureler wordende samenleving die zich uiteraard ook in de kunstbeoefening uit, anderen hebben daar meer moeite mee. Sommige afdelingen of medewerkers hebben meer ervaring en kennis opgebouwd over het onderwerp culturele diversiteit dan anderen. Dit heeft verschillende redenen. Het heeft te maken met wat de ‘oude' organisaties waaruit Kunstfactor is opgebouwd zagen als hun core business, maar ook met verschillen in werkmethodiek. De harmonie- en fanfarewereld bijvoorbeeld zijn cultuuruitingen die zich veel meer en traditioneler hebben georganiseerd dan de sectoren schrijven of dans. Het proces bij LCA verliep destijds redelijk smooth. Werelddans manifesteert zich bovendien heel duidelijk in de danssector. Dans is een discipline die door veel verschillende groepen, jong en oud, op heel veel verschillende manieren beoefend wordt. Bij Kunstfactor als geheel is het een gecompliceerder verhaal.'
Wat bedoelt u met traditionele verenigingen?
‘Fanfares zijn bijvoorbeeld op het platteland heel actief. Maar het is een soort afgezonderde manier van organiseren, minder toegankelijk voor andere vormen van muziek. Surinaamse jongeren bijvoorbeeld zie je minder terug in fanfares, maar wel in brassbands. Het zijn gescheiden werelden, die elkaar wel zouden kunnen inspireren. Dus moet je ook met een brass band in contact willen komen. In grote steden zoals Rotterdam zie je dat goed op gang komen. Maar op het platteland gaat dit proces anders. De klassieke danswereld bijvoorbeeld heeft op een gegeven moment contact gezocht met het LCA omdat ze meer wilde weten over de danscultuur van jongeren. Daar zijn contacten ontstaan met het HipHopHuis in Rotterdam en die contacten hebben we nog altijd. Maar de urban dance scène functioneert echt heel anders dan de klassieke danswereld. Het gaat bijvoorbeeld bij battlen om individuele dans-virtuositeit die in een groep van peers, een sociaal verband, beleefd wordt. En in battlen kun je ook kwaliteitsnormen ontwikkelen. Om dit te begrijpen, moet je je verdiepen in die andere wereld. Daarom zijn trainingen als interculturele communicatie naar ons idee belangrijk.'
Kunstfactor heeft in de afdeling muziek een medewerker voor ‘protestante kerkmuziek' en ‘katholieke kerkmuziek'. Dat is niet echt hedendaags.
‘We hebben nu ook een medewerker popmuziek en jongerencultuur. Maar de sector muziek heeft nog wel wat te doen en gaat dat ook aan. De medewerker katholieke kerkmuziek vertrekt binnenkort. De muziekafdeling heeft besloten hem te vervangen door een medewerker ‘muziek en religie'. Alle religieuze muziekuitingen zullen door de nieuwe medewerker meegenomen worden. De medewerker protestante kerkmuziek heeft inmiddels niet meer alleen protestante kerkmuziek in het takenpakket, maar kijkt en werkt ook ruimer. Het gaat hier in feite om een verandering van functieomschrijving. Ik zie dat als een winstpunt als gevolg van het nieuwe beleid van Kunstfactor. Dat biedt mogelijkheden voor verbreding en nieuwe inspiratie. Ghanese koren zijn nu ook bij ons bekend. ‘Deze veranderingen zijn het gevolg van het beleid dat we nu voeren. In ons personeelsbeleid bijvoorbeeld gaan we uit van een voorkeursbeleid bij gelijke geschiktheid. Dit is belangrijk omdat het de medewerkers zijn die het beleid ontwikkelen en de contacten met het werkveld aangaan. Onze personeelsfunctionaris is van Turkse afkomst en zet zich ook in voor een divers personeelsbestand. Samen zoeken we naar andere methoden voor de personeelwerving'.
Wat is precies het spanningsveld in het veranderingsproces bij Kunstfactor?
‘Neem bijvoorbeeld de verandering van de functieomschrijving van de muziekmedewerker. Dat was een hele strijd, niet eens zozeer intern maar meer nog met de wereld van de verenigingen en de koepelorganisaties. De korenwereld bijvoorbeeld is een verzuilde sector. Dat is een erfenis van de verzuiling in Nederland. Het is uiteindelijk een belangenkwestie en dat proces zie je vooral in de georganiseerde wereld van amateurkunstverenigingen. Het gaat over het delen van de aandacht en het geld. Die aandacht is nog disproportioneel, want de samenleving is ondertussen veranderd. De kunst voor Kunstfactor is om de erfenis op een goede manier te behouden en de ‘oude en bekende' amateurkunstwereld te blijven inspireren, en tegelijkertijd ook de nieuwe en anders georganiseerde amateurkunstwereld aan te spreken, te inspireren en goed van dienst te zijn. ‘Als sectorinstituut hebben we ons echt uitgesproken voor volle aandacht voor de multiculturele samenleving. Dan ben je verplicht om de amateurkunst in de volle en dus cultureel diverse breedte te bedienen. Het delen van de aandacht en het geld moet opnieuw beargumenteerd worden. Het sectorinstituut is er immers voor alle amateurkunst, zonder onderscheid.'
Kunstfactor is nauwelijks bekend bij allochtone amateurkunstenaars. Zij organiseren zich evenmin nauwelijks structureel in verenigingen. Hoe pakken jullie dit aan?
‘We moeten ons actief en pro-actief opstellen. We moeten ons verdiepen in de netwerken die niet in ons aandachtsveld zitten en ons daar bekend maken. We hebben een stafmedewerker aangetrokken met een groot en -voor ons- nieuw netwerk in de multiculturele wereld. Aan de andere kant zou het ook goed zijn als allochtone amateurkunstenaars zich meer zouden versterken in verenigingen of andere netwerkverbanden, zodat zij ook een stem krijgen. De Indiase danswereld in Nederland heeft dat kort geleden gedaan door het Platform Indiase Dans op te richten. Het platform is totstandgekomen ondanks hun interne verschillen. Kunstfactor heeft onlangs een bijeenkomst georganiseerd voor koepelorganisaties van alle kunstdisciplines. Het Platform Indiase Dans was als enige allochtone organisatie aanwezig. Ik sprak de contactpersoon aan. Hij leek wat verdwaald. Het was wel wennen, zei hij.'
Ondanks het Plan van Aanpak, komt het woord culturele diversiteit amper voor in het beleidsplan 2009-2012 van Kunstfactor. Alleen in het voorwoord is een intentie uitgesproken.
‘Dat klopt. Het is nog onvoldoende structureel ingebed, maar het is wel een belangrijk aandachtspunt voor Kunstfactor. In eerdere versies van het beleidsplan stond er veel meer over culturele diversiteit, maar het is in de verschillende meeleesronden gesneuveld. De term kwam er aanvankelijk te vaak in voor, toen hebben we besloten om te focussen op een statement aan het begin van het beleidsplan over ons bewustzijn als sectororganisatie in de multiculturele samenleving. Aan de andere kant, we waren ook te kort gefuseerd om een voldoende doordacht plan af te leveren. We waren er nog niet helemaal klaar voor om het door ons gewenste overstijgende niveau te bereiken. We zijn een nieuwe organisatie, we moeten juist deze periode aangrijpen om nieuwe contacten aan te gaan en nieuwe beleidslijnen uit te zetten.
Culturele diversiteit is geen incident. Wij streven naar volstrekte inbedding van culturele diversiteit in de nieuwe organisatie. Er is nog een weg te gaan, maar het begin is beslist gemaakt.'
Voor meer informatie over Kunstfactor: www.kunstfactor.nl