Ellian groeide op in Iran. Toen na de revolutie in Iran de linkse partij waartoe hij behoorde, verboden werd, kon hij kiezen tussen zich aangeven en meewerken met de veiligheidsdiensten of vluchten. Hij koos voor het laatste en vluchtte in 1983 naar Pakistan. Omdat hij daar het risico liep naar Iran te worden teruggestuurd, vluchtte hij korte tijd later naar de Afghaanse hoofdstad Kabul, waar hij drie jaar geneeskunde studeerde. Hier leerde hij zijn vrouw kennen.
In 1989 werd hij geƫvacueerd in een vliegtuig dat door de Verenigde Naties was gecharterd, en kwam in Nederland aan. Hier ging hij rechten studeren. In 1996 studeerde hij tegelijkertijd in drie richtingen af: staatsrecht, strafrecht en filosofie.
Aan de universiteit waar hij afstudeerde, de Katholieke Universiteit Brabant, bleef hij enige tijd verbonden als wetenschappelijk onderzoeker. Aan de Universiteit van Amsterdam werd hij docent strafrecht. Per 1 november 2003 is hij als universitair hoofddocent bij de afdeling Encyclopedie van de Rechtswetenschap verbonden aan de Universiteit Leiden.
In 2003 promoveerde Ellian op een onderzoek naar de Waarheids- en Verzoeningscommissie van Zuid-Afrika. Hij verdiepte zich in de spanning tussen het strafrecht en de verzoening. Hij concludeerde dat de commissie een volledig acceptabel tribunaal is, dat internationaal respect verdient.
Als ervaringsdeskundige van een totalitaire, islamistische staat en de repressie van de plaatselijke interpretatie van de islam schrijft en commentarieert hij over de wereld in het algemeen en de Nederlandse samenleving in het bijzonder.
Hij betoogt vaak dat men zich in het Westen te weinig bewust is van de unieke waarde van de democratische rechtsstaat en dat men zich (dus) te weinig weerbaar opstelt tegen bedreiging ervan door de politieke islam, door hem vaak aangeduid als het islamofascisme. Hij behoort ook tot de opiniemakers die persoonlijke beveiliging nodig hebben, al is hij niet ondergedoken.
Ellian had een column in NRC Handelsblad en een weblog op de site van Elsevier.