Germinal Life begeeft zich op fascinerende ronde langs biologie, ethiek, literatuur en de fysieke samensmelting van mens en machine. Allereerst linkt Pearson Deleuze aan Richard Dawkin's theorie over alle waarneembare eigenschappen van een organisme. Pearson vecht hiermee het traditionele gedachtengoed van ethologie en de filosofie aan. Hij grijpt terug op negentiende-eeuws Darwinisme en de beginselen van de kiemwetenschap en ontwikkelt op deze manier een nieuwe kijk op Deleuze's teksten.
Pearson introduceert originele interpretaties van klassieke moderne literatuur, inclusief Thomas Hardy's Tess of the D'Urbervilles en DH Lawrence's Kangeroo. Hij verbindt deze teksten met denkbeelden over mens en machine en het werk van de performance kunstenaar Stelarc. Het boek biedt op deze manier een originele kijk op de bio-filosofische aspecten van Deleuze's denken.