Sinds precies een eeuw geleden de Genealogical Society of Utah werd opgericht is er heel wat genealogisch onderzoek gedaan in Salt Lake City. Resultaten en bevindingen treft men bijvoorbeeld aan in het Utah Genealogical and Historical Magazine dat in 1910 voor het eerst uitkwam. In de hoofdstad van Utah bevindt zich bovendien een omvangrijke genealogische bibliotheek die openstaat voor het publiek. Van over de hele wereld komen hier stamboomonderzoekers speuren naar hun familiegeschiedenis. Het zijn echter niet alleen amateurs, maar ook wetenschappers die juist hier genealogische bronnen prefereren te raadplegen. Veel bezoekers van de bibliotheek reizen naar Utah omdat Salt Lake City de grootste genealogische databank ter wereld herbergt. Onder hen bevinden zich tallozen die met dit bezoek echter ook gehoor geven aan een religieuze plicht.
Momenteel bevat de genealogische collectie van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen naar schatting meer dan 2 miljard namen van overledenen. Gestaag groeit dit bestand verder, want zo'n 150 teams zijn overal ter wereld in de weer om bevolkingsregisters op microfilm vast te leggen. Men kan in Salt Lake City bijna de volledige geboorte-, doop-, huwelijks- en overlijdensregisters uit België, Nederland, Luxemburg, Groot Brittannië, Scandinavië en Hongarije raadplegen. Voor het Nederlandse bestand had men alleen al 90.000 rollen microfilm nodig. Iedere maand komen er 500 nieuwe rollen microfilms op de centrale binnen. De beschikbare genealogische documentatie omvat inmiddels 200.000 boeken en 1,8 miljoen rollen microfilm. Er wordt naar gestreefd om de totale achterhaalbare genealogische documentatie van de mensheid bijeen te brengen.
Van dit streefdoel zijn de Mormonen, nog ver verwijderd. Hoewel met de huidige inspanningen het bestand jaarlijks met de namen van ongeveer 100 miljoen overledenen groeit vordert het titanenwerk traag. Men gaat ervan uit dat het mogelijk moet zijn om van zo'n 8 miljard mensen de persoonsgevens te traceren. Dat is echter maar 10% van de naar schatting 80 miljard mensen die ooit op aarde is gekomen. De Mormonen richten hun inspanningen op het achterhalen en documenteren van de nu nog toegankelijke data. De grote hoop binnen de geloofsgemeenschap van de Mormonen is echter dat, op wonderbaarlijke wijze, ook de persoonsgegevens van onze voorouders die spoorloos in de prehistorie verdwenen zijn kenbaar zullen worden.
Met verbazing wordt alom de geloofsijver van de Mormonen aanschouwd die zich niet alleen uitdrukt in zendingswerk, maar ook vooral in deze genealogische verzameldwang. Weinigen beseffen dat het genealogische werk de kern raakt van de geloofsleer van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Niet alleen hopen de Mormonen dat de volledige bevolkingsregistratie van de overleden mensheid gevuld kan worden: zij zien het als een kosmische opgave om dat bovenmenselijke karwei te klaren. Op zijn beurt is dit genealogische werk noodzakelijk om een andere geloofsopdracht te volvoeren: het kerstenen van de doden die buiten de kennis van het evangelie gestorven zijn. In navolging van de negentiende-eeuwse verkondiger Joseph Smith geloven de Mormonen dat niet alleen aan de levenden over de hele aarde de blijde boodschap gebracht moet worden, maar ook aan hen die om chronologische redenen de kans op bekering tot het christendom gemist hebben.
Genealogische Christenen
De Mormonen hangen een enigszins gemodificeerd en met een derde Testament verrijkt christelijk geloof aan. Een van de belangrijkste bronnen van het geloof waarop hun Kerk zich baseert is het Boek van Mormon. Deze heilige schrift werd door Joseph Smith op 22 september 1827 op aanwijzing van een goddelijke boodschapper gevonden te Manchester, een dorpje in de staat New York, in de vorm van gouden platen die voorzien waren van een inscriptie. Het zou een oude kroniek zijn waarin de oergeschiedenis van Amerika teruggevoerd wordt op de migratie van een stam Israëls naar de Nieuwe Wereld in 600 voor Christus. Door de gave en de macht van God kon Smith deze inscriptie vertalen. Die tekst is vervolgens in 1830 tot ons gekomen als het Boek van Mormon.
De door Joseph Smith gestichte kerk kent naast de Bijbel en het Boek van Mormon nog twee fundamentele geschriften: de Doctrine and Covenant en de Pearl of Great Price. Naast deze schrifturen aanvaardt men de kracht van de openbaring van de profeet en zijn plaatsvervanger, het hoofd van de kerk. De plaats die er voor een voortgezette openbaring is ingeruimd verklaart de evolutie in de leer en geloofspraktijk. Aanvankelijk deden de volgelingen van Joseph Smith van zich spreken door het praktizeren van de veelwijverij. Men baseerde zich daarbij op deRevelation on the Eternity of the Marriage Covenant, including Plurality of Wives die Joseph, de Ziener, te Nauvoo, Illinois, op 12 juli 1843 geopenbaard was. Men meende dat de tijd gekomen was om de welbeschreven oud-testamentische aartsvaderlijke huwelijkspatronen te herstellen, in het bijzonder voor de leiders in het geloof. Deze huwelijksopvatting ontaardde echter in heftige conflicten met de traditionele christenen, waardoor uiteindelijk de Mormonen naar de zoutwoestijn van Utah werden verdreven. Maar na een inburgeringsperiode werd op profetisch gezag de conventionele gezinsnorm weer gedecreteerd.
Deze huwelijksmoraal gold echter voor het leven van alledag, zoals het burgerlijk wetboek vermag te regelen. In de kosmische orde, omvattende het leven in tijd en eeuwigheid, gelden echter verderstrekkende goddelijke wetten zoals die zouden zijn vastgelegd in een goddelijk plan. Mormonen erkennen alleen het celestiale huwelijk, een door de hoogste autoriteit op aarde bevestigde band. Het celestiale huwelijk is een huwelijk voor in alle eeuwigheid. Volgens de openbaring worden alle huwelijken die gesloten zijn zonder goddelijke goedkeuring ontbonden bij dood. Via het huwen van weduwnaren blijkt de veelwijverij op kosmisch niveau toch gehandhaafd te kunnen blijven. Wanneer een vrouw, aldus verbonden met haar echtgenoot hem voor zou gaan in de dood, dan zou hij een andere vrouw mogen huwen. De tweede, of de derde vrouw, mocht de tweede overlijden, zou op dezelfde wijze met hem verbonden zijn als de vorige. Ze zouden allen zijn gelijke zijn. Na zijn opstanding zou hij drie vrouwen hebben, die hem evenals hun kinderen toebehoren voor de eeuwigheid.
Het smeden van familiebanden heeft in de kerkelijke geschiedenis van de Mormonen een prominente rol gespeeld, maar geleidelijk aan is een ander aspect het kerkelijke leven gaan domineren: de activiteit van het volvoeren van op de doden gerichte rituelen. De meest zichtbare kant daarvan is de genealogische verzameldrift waarvan de resultaten in Salt Lake City onbaatzuchtig ter beschikking gesteld worden aan het speurwerk van leken. Binnen de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen zijn de retrozending en de daaraan verbonden regressieve bekeringsriten de essentiële geloofspraktijk gaan uitmaken. In de beslotenheid van de Mormoonse tempels wijden de gelovigen zich aan het postuum dopen van dode zielen.
Verwant tot in Eeuwigheid
De Mormonen geloven dat wij allemaal van Adam afstammen. De mensheid vormt dus een eenheid. Via lijnen van verwantschap moeten wij allemaal onze gemeenschappelijke oorsprong in het eerste gezin kunnen vinden. Het aanhalen van de verwantschap is een bijbelse retorische figuur. Het evangelie naar Mattheüs begint bijvoorbeeld met het Geslachtsregister van Jezus Christus, den zoon van David, den Zoon van Abraham. Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broeders, Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar, Peres verwekte Chesron, Chesron verwekte Aram, Aram verwekte Amminadab, Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, Salmon verwekte Boaz bij Rachab, Boaz verwekte Obed bij Ruth, Obed verwekte Isaï, Isaï verwekte David, de koning. Enzovoort. Geënt op deze bijbelpassages is het voor iedere Mormoon enerzijds een geloofsopdracht om het eigen geslachtsregister op te stellen en anderzijds voor nageslacht te zorgen. Immers: Vrouwen zonder man en mannen zonder vrouw kunnen niet gered worden. Hoe groter het nageslacht van de man, des te vollediger zal zijn eeuwige glorie zijn.
De theologische grondslag voor deze opdrachten is de leerstelling dat nazaten verantwoordelijk geacht worden voor het zieleheil van het voorgeslacht. Een gelovige heeft de taak om het evangelie te brengen aan de eigen overleden familieleden. Dit is niet alleen een onbaatzuchtige daad van liefde voor het voorgeslacht. Men meent dat er een wederkerige afhankelijkheid bestaat tussen doden en levenden bij het verwerven van de zaligheid. De betekenis van deze dwingende familieband over de dood heen baseert men op Maleachi 4:5-6: Zie, ik zend u den grote profeet Elia, voordat de grote en geduchte dag des Heren komt. Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen kinderen tot hun vaderen, opdat Ik niet kome en het land treffe met den ban. Het gezin is in deze theologie meer dan de hoeksteen van de samenleving: de huwelijksband en het daaruit voorkomende nageslacht neemt ons op in een alle eeuwigheid omvattend familieverband.
In de verkondiging aan de doden was reeds Jezus Christus ons voorgegaan staat er geschreven. Na zijn dood zou Jezus tot geesten gepredikt hebben alvorens ten hemel te varen. In 1 Petrus 3:18-20 lezen wij daaromtrent: Hij, die gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, in welken Hij ook is heengegaan en gepredikt heeft aan de geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren. In navolging van Christus verspreidt een oprechte gelovige dus het woord van God onder zijn voorouders. Hoe deze transmortale bekering geëffectueerd kan worden is voor buitenstaanders misschien wat moeilijk voorstelbaar. Alweer geeft deBijbel hier uitsluitsel. Paulus schrijft in de eerste brief aan de Corinthiërs: Wat zullen anders zij doen, die zich voor de doden laten dopen? Indien er in het geheel geen doden opgewekt worden, waarom laten zij zich nog voor hen dopen? (1 Cor 15: 29).
Via een plaatsvervangende doop weten Mormonen alsnog hun onchristelijke voorgeslacht in de gemeenschap van gelovigen op te nemen. Men laat zich dus dopen voor een overleden familielid. De doop is echter slechts een van de sacramenten die ontvangen moeten worden, daarnaast is er nog sprake van zalving en bezegeling. Het fijne kan men als buitenstaander omtrent deze ceremonieën niet te weten komen. Zij worden in het geheim voltrokken in de Tempels van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. De Tempels staan alleen open voor degenen die geacht worden de sacramenten te mogen ontvangen. De doop bij volmacht kan alleen nadat de levende het benodigde identificatiemateriaal heeft overlegd van de betrokken dode. Een doopplechtigheid voor een anonieme voorouder is dus uitgesloten. Om deze reden is het opstellen van een stamboom en het doen van genealogisch onderzoek eencentrale geloofsopdracht van de Mormonen.
Duizend jaar Dopen
Genealogisch onderzoek en Tempelwerk, zoals men de rituelen pleegt aan te duiden, vormen twee zijden van dezelfde medaille. Stelselmatig en met grote volharding is de kerk van Joseph Smith bezig om alle bestaande bevolkingsadministraties te kopiëren. Tegelijkertijd traceren de lidmaten van de kerk hun voorouders. De geslachtslijsten worden vervolgens opgenomen in een universeel bevolkingsregister. Dat is niet de collectie microfilms, maar een IBM 3081 computer. De rekenmachine maakt het ook mogelijk om de doopboekhouding en celestiale huwelijksregisters efficiënter bij te houden. In de tempels bevinden zich computerterminals die een directe registratie van de voltrokken rite mogelijk maken. Om de administratieve afhandeling van deze plechtigheden zo simpel mogelijk te houden beschikken de Mormonen over een magneetpasje dat men afgeeft voor men in het doopvont stapt, en terugkrijgt als de wijziging in de zielsboekhouding vastgelegd is.
Deze geloofsijver wordt betracht in de verwachting van het einde der tijden. Spoedig valt er te rekenen met de wederkomst des Heren. Getrouw de Openbaring van Johannes voorziet men na een overwinning op het Beest de vestiging van een Duizendjarig Rijk. Hier zal een eerste opstanding plaatsvinden uit de dode. Maar niet voor allen. In de eerste ronde van de Apocalyps zal een minderheid priester van God en Christus zijn en met Hem als koningen heersen. Velen zullen ondanks het zendingswerk dat onder de doden verricht is nog niet de waarheid geaccepteerd hebben. De belangrijkste activiteit van de uitverkorenen in het Duizendjarige Rijk zal bestaan uit het verrichten van Tempelwerk. Na de wederkomst van Christus zal het dopen van de doden met nog grotere intensiteit voortgezet worden. Dit alles opdat de 10 stammen van Israël weer verenigd en de mensheid uiteindelijk tot definitieve wederopstanding moge komen.
Alvorens het Duizendjarige Rijk aanbreekt staan ons grote bezoekingen, plagen en verschrikkingen te wachten. De met moeite en zorg bijeengebrachte dataverzameling zou licht gevaar lopen om in deze troebelen verloren te gaan. De levenden zouden dan na de wederkomst voor een onmogelijke opgave gesteld staan om voor het heil van de doden te werken. Om dit risico te ondervangen is de genealogische verzameling van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen ondergebracht in een gangenstelsel dat in de rotsen is uitgehouwen. Op 12 mijl van het centrum van Salt Lake City bevinden zich onder honderden meters graniet de kluizen met de microfilms. Dit tunnelstelsel heet atoomvrij te zijn, het beschikt over een eigen autonome energievoorziening en is uitgerust met een luchtzuiveringsinstallatie. Door middel van drie grote stalen kluisdeuren kan de weerslag van wat wel `s werelds grootste documentatie-inspanning genoemd wordt beschermd worden tegen onverhoopte vernieting.
Tempelarbeid of Geloven als Produktie
Raadselachtig aan het geloof van de Mormonen is de koppeling van een theologische fixatie op genealogische structuren aan de uitvoering van een uiterst rationeel documentatieprogramma. De betekenis die aan familieverwantschap toegeschreven wordt in de mormoonse metafysica laat zich makkelijk afleiden uit talloze theologische geschriften. Het raadsel van het succes van deze kerk is daarmee echter nog niet verklaard. En het succes mag men ten dele aflezen aan de enorme omvang van de bevolkingsdocumentatie die de kerk in een eeuw heeft opgebouwd. Het geheim van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is dat ze in de genealogische theologie een multiplier van de geloofsactiviteit heeft gevonden.
Het verzamelen van een heel specifiek soort gegevens vormt het constituerende voor de geloofsgemeenschap. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen mag niet opgevat worden als een genealogische vereniging. Er zijn waarschijnlijk veel meer geïnteresseerden in genealogie dan Mormonen. De belangstelling van deze leken is louter individueel gericht. Ze vindt nauwelijks zijn weerslag in collectieve projecten, zoals een mega-databank van genealogische gegevens. Mormonen traceren, net als leken, in de eerste plaats de eigen familieband. De Mormonen is het er echter uiteindelijk om te doen om de eenheid van de mensheid langs genealogische weg te herstellen en alle afstammelingen van Adam te redden.
Uniek aan de Kerk van de Mormonen is dat ze een formule gevonden heeft om de verwerkelijking van deze enorme opgave te relateren aan individuele godsdienstige activiteit. De dataverzameling is een sleutelelement in een motiverend en mobiliserend mechanisme dat haar onderscheidt van traditionele christelijke kerken. De mormoonse metafysica is een bijzondere assemblage van elementen uit de katholieke, protestantse, profetische en spiritistische tradities. De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een negentiende-eeuwse Amerikaanse synthese, waarin specifieke geloofsvraagstukken die de Nieuwe Wereld stelde, zoals bijvoorbeeld dat van de Indiaan, opgelost zijn. De uitdaging van de Mormonen bestaat echter vooral uit het mechanisme dat ze in het leven heeft geroepen om de centrifugale krachten in het protestantisme, het Amerikaans geloof bij uitstek, te beheersen. De opdracht om de eigen genealogische data te verzamelen en daaraan gekoppelde rituelen te voltrekken disciplineert de individuele geloofsverplichtingen.
De Mormonen zijn gefixeerd op onze gemeenschappelijke afstamming van Adam, maar kennen niet het leerstuk van de erfzonde. De verlamming van het calvinisme heeft deze kerk daarmee doorbroken. Er is geen behoefte meer aan een predestinatieleer en een moeizaam daaruit afgeleide arbeidsmoraal. De Mormonen herritualiseren het christendom door de introductie van de postume en plaatsvervangende doop. Het externaliseert het geloven, schept zekerheden en calculeerbare voortgang. De opdracht om een transcendentale familieband te scheppen fungeert als een aanjager van plechtigheden in het kerkelijk circuit. De kale kerkdiensten van het Woord met een onduidelijke functie zijn omgezet in altruïstische riten die cumulatief bijdragen aan de verlossing van de mensheid. De rituelen die in de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen volvoerd worden zijn een vorm van produktie. Tempelwerk ten gunste van de doden is de uitdrukking van een zuiver religieus handelingsethos.
Hoewel vanuit het perspectief van buitenstaanders de geloofspraktijk op absurde aannames is gebaseerd, maakt de metafysica van de Mormonen een heel logische indruk. Het meest overtuigende element aan de metafysica is dat het een handelingsperspectief weet te bieden voor de gelovigen in een heel eigen domein. Het ontneemt de vrijblijvendheid en de onzekerheid aan de protestantse geloofsbeleving door de aanhangers wat te doen te geven. Een dwingende opdracht die tegelijkertijd overzichtelijk en onvervulbaar is, belangeloos en verplichtend, wereldvreemd en op het eigen lichaam betrokken. Het vermogen om een grondslag te leggen voor een herritualisering van het christendom is de grote kracht van de mormoonse geloofsleer. Ze is een voorganger in de postmoderne contra-reformatie. Dit mobiliserende vermogen van een sterk groeiende beweging is verankerd in de maniakale verzamelwoede van genealogische gegevens.