De in Londen opgeleide beeldend kunstenaar werkt vanuit een bijzondere houding. Hij laat dagelijkse voorwerpen eerst uit het zicht verdwijnen om vervolgens afzonderlijke details weer op te roepen als elementen in een nieuwe context. Oppervlakkig gezien heeft die bezigheid iets weg van een goocheltruc, maar die benadering is een te oppervlakkige miskenning van alle subtiliteit die in Vangrunderbeeks werk verstoken zit. Hij heeft allerminst de intentie om mensen op het verkeerde been te zetten. De kunstenaar toont veeleer aan hoe beperkt alledaagse visies op de werkelijkheid zijn. Als beeldend filosoof onderstreept hij op een heel eigen wijze de befaamde stelling dat er méér tussen hemel en aarde is, dan waar wij ons in het dagelijks zo druk over maken. En waarvoor we ook zo hardnekkig ons gelijk willen halen. Deze subtiele essentie heeft in de tentoonstelling een bijzonder opgewekte uitstraling gekregen. Koos Tuitjer 2009
Wat gebeurt er in het Brusselse atelier van Dimitri Vangrunderbeek?
Hier wordt verzameld, geprobeerd, nagedacht. Bekeken, geanalyseerd, genoten van bereikte effecten. Genadeloos weggestemd ook, als iets niet wordt wat hij voor ogen had. Het materiaal weer bewaard voor een volgend project, misschien pas jaren later. Wat heeft hij voor ogen? Het beïnvloeden van ruimte. Op allerlei manieren met uiteenlopende, onverwachte materialen. Zijn vroegste inspiratiebron is nog altijd niet uitgeput: meubilair in allerlei gedaantes. Dat komt ervan als je bent opgegroeid tussen geïmporteerd meubilair uit Scandinavië. Als je als jongetje al meubels inpakt, in elkaar zet en meegaat om ze af te leveren en te plaatsen in de ruimte.
Na diverse kunstopleidingen in België vertrekt Vangrunderbeek in de jaren negentig naar the Royal College of Art in Londen. Hij maakt er installaties van meubels, die hij ziet als ruw beeldhouwersmateriaal. Goed om te verzagen, versnijden en verpulveren. Goed om in te pakken; ‘inboxen‘ noemt hij het. Meubels in dozen met gaten erin zodat fragmenten zichtbaar blijven en het geheel een poëtische kracht krijgt. Zo’n dierbare rugleuning waar nog juist een stukje van te zien is. Een poot van glanzend hout die nieuwsgierig maakt naar de rest. Een deel van een uitnodigend, maar onbereikbaar zitvlak. Altijd doet Vangrunderbeek ingrepen die vragen om reconstructie in het hoofd van de toeschouwer.
Ook nu nog staan er onderdelen van meubilair in Vangrunderbeek’s atelier. Tafelbladen en kastplanken van glas en marmer, in allerlei maten en kleuren. De reflectie van het materiaal boeit hem. En het ingrijpen daarin: wat als je delen wegschildert met hoogglanslak? De breking van het licht op die manier beïnvloedt? Ook lampen zitten inmiddels in zijn assortiment. Glanzende glazen bollen die normaal gesproken dienen als simpele verlichting voor het toilet. Wat als je hun glans doorbreekt door ze te beschilderen met matte verf? Of omgekeerd: grote matte bolle lampen voor de helft hoogglanzend maken zodat ze de ruimte in zich op lijken te zuigen als ze op de grond liggen.