Midden jaren vijftig van de negentiende eeuw begonnen fotografen als Pieter Oosterhuis hun werk op de markt te brengen. Daarnaast waren er fotografen als Eduard Isaac Asser, Jan Adriaan van Eijk en Jacob Olie die uit liefhebberij het nieuwe medium exploreerden. Een bijzondere plaats is ingeruimd voor de zestien groot-formaat papieren negatieven van Amsterdamse stadsgezichten die de Britse landschapsfotograaf Benjamin Brecknell Turner tijdens zijn Amsterdamse excursie in 1857 maakte.
De tentoonstelling toont Amsterdam aanvankelijk in de gedaante van een kalme, bijna ingedommelde 17de eeuwse stad met vaak ‘verstilde’ stadsgezichten. De vooruitgang na 1850 is zichtbaar in de verslaglegging van grote bouw- en infrastructurele projecten en beelden van nieuwe initiatieven op het gebied van onderwijs, kunst en cultuur. In deze periode worden er ook schuchtere schreden gezet op het gebied van nieuwsfotografie.
Naast een rijk geschakeerd beeld van de stad zoals de fotografen die zagen, biedt de tentoonstelling een staalkaart van gebruikte technieken en toepassingen: fotoalbums, stadsgezichten, souvenir- en reisalbums, familiealbums, stereofoto’s etc. Originele documenten belichten het leven en werk van de fotografen en gebruikte technieken en ervaringen.
Opening
2 april 2010
Practische informatie
- Dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur en
- Zaterdag en zondag 11.00-17.00 uur;
- Gesloten op 30 april (Koninginnedag)
Volwassenen € 5,-
Kinderen tot 12 jaar gratis;
Kinderen van 12 tot 18 jaar € 3,-
Rembrandtkaart , Vrienden Stadsarchief gratis;
Archiefpas, Stadspas, Museumjaarkaart, Pas-65+, CJP € 3,-