interview Ernest van der Kwast 13 Haz 2003

Interview Yusef el Halal - schrijver

Bang voor Het boek

"Voor de poort van de Kunstwereld zouden mannen met honkbalknuppels moeten staan. Zonder talent kom je er niet in. Wat zeg ik? Zonder talent word je keihard in elkaar geslagen."

Enlarge

Yusef el Halal -

In elke nieuwsbrief die Netwerk CS tussen 2002 en 2008 verspreidde, werd een kunstenaar geïnterviewd over zijn of haar ontwikkelingen binnen het kunstenaarsschap, vanaf 2006 zijn dit kunstenaars die deelnemen aan het programma ' Van talent naar beroep'.

juni 2003

We wachten en wachten en wachten. De Nederlandse literatuur heeft nieuw bloed nodig. Bloed van een genie. Liesje Schreuders? Niels Carels? Thomas van Aalten? Zijn dat de jonge schrijvers waar al zo lang op wordt gehoopt. Nee.

‘Wie is dan de Messias? En hoe vinden we hem?’ vragen veel talentenjagers zich af. De Rotterdamse organisatie van de Nieuwe Letteren Passionate organiseerde een schrijfwedstrijd: Write Now! Et voilà: Yusef el Halal was geboren. Hij schreef een verhaal ("Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken") en won. Hij is 23 en is geboren in Bouznika, Marokko. Zijn twee goeroes zijn Willem Frederik Hermans en Gerard Reve. ‘De beste schrijvers van de vorige eeuw. Die voorbeelden wil ik evenaren. Ik wil de beste schrijver van déze eeuw worden.’

Ik zit tegenover een verlegen jonge man. Hij drinkt cola en rookt Marlboro. Allebei light. Hij glimlacht en begint te vertellen.
‘Ik ben net zo’n lul als iedereen,’ zegt Yusef el Halal. ‘Ik lees boeken, luister naar muziek, en trek af en toe aan mijn pik. Weinig interessant dus. Met schrijven ben ik pas een paar jaar geleden begonnen. Ik had een boek gelezen en ik vond het zo godsgruwelijk geniaal dat ik dacht: ‘Dit moet ik ook’. Ik achter de pc van mijn pa. ‘Ga je doen?’ vroeg hij. ‘Meesterwerk schrijven.’ Ik was net een kwartier bezig en mijn moeder riep dat het eten klaar was. Stampot. Lekker wel. Ik had het boek dus nog niet voltooid, maar het begin was er!’

Het boek waardoor El Halal is gaan schrijven, is De Avonden. Er zijn ook tientallen boeken waardoor hij juist wil stoppen met schrijven. Maar als hij weer in het debuut van Reve leest, dan kan hij het weer. Soort van magie. Toch is El Halal bang. Bang voor het boek dat zo slecht is dat hij daardoor nooit meer een toetsenbord durft aan te raken. Zo verschrikkelijk slecht dat De Avonden hem niet meer kan helpen.
‘Omdat ik een schrijfwedstrijd heb gewonnen, ga ik door met schrijven. Ik vind dat als je geen talent hebt, je moet stoppen met ‘kunst maken’.

Ik studeer economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Bij mij op de universiteit kom je er niet in als je zwakbegaafd bent, dat heeft zo z’n redenen. Voor de poort van de Kunstwereld zouden mannen met honkbalknuppels moeten staan. Ook met een reden. Zonder talent kom je er niet in. Wat zeg ik? Zonder talent word je keihard in elkaar geslagen.

Uiteindelijk is het allemaal de schuld van het klootjesvolk, natuurlijk. Dat denkt: ‘Emotie is hetzelfde als kunst’. Iedereen die met zijn emoties te koop loopt, wordt vereerd als een kunstenaar. Verschrikkelijk.' Het valt even stil, dan verschijnt weer een glimlach op het gezicht van El Halal. ‘Ik moet nog iets bekennen: op de universiteit lagen flyers van die schrijfwedstrijd, die heb ik daar allemaal meegejat, om mijn potentiële concurrenten uit te schakelen. Wel keurig bij oud papier gegooid hoor. Een beter milieu begint bij jezelf.’

El Halal ziet zichzelf niet als een allochtone schrijver. ‘Ik ben gewoon Nederlander, hoor. Dat staat ook in mijn paspoort. Dat ik zo nu en dan ook over Marokkanen schrijf, ach vat het op als ironie. Een maand nadat ik Write Now! had gewonnen, belde er een Amsterdamse uitgever. Ze zochten nog een Marokkaan voor in hun fonds.
"Sorry," zei ik. "Ik ben schrijver. Geen Marokkaan." En pleurde de telefoon op de haak.

Ik word daar een beetje moe van, van uitgeverijen die alleen op uiterlijk en afkomst van de schrijver letten. Dat deden ze vroeger toch ook niet? Hoe zijn die twee lelijke Belgen, Hugo Claus en Herman Brusselmans, dan ooit uitgegeven? Die hebben zowel hun uiterlijk als hun afkomst tegen. Maar schrijven kunnen ze wel.

Nee, tegenwoordig gaat het niet meer om kwaliteit. Ze letten alleen op de schrijver zelf. Hebben ze al iemand uit Zimbabwe in hun fonds? Nee? De eerste de beste Zimbabwaan die grammaticaal goed Nederlands kan schrijven, krijgt een contract aangeboden! Hoewel… het zou kunnen dat negers slecht in de markt liggen. Ze komen minder intellectueel over dan, bijvoorbeeld, Aziaten. Aan de andere kant: veel mensen vinden het misschien wel interessant, ‘zo’n neger die op een eerlijke manier zijn geld verdient.’ Ik zeg maar wat. Zulke redeneringen, daar word ik kwaad van.' Ik probeer een kelner te wenken, maar zoals gewoonlijk word ik niet gezien. Genegeerd, volgens El Halal. Hij recht zijn rug en kijkt naar een meisje. Bingo. Binnen drie tellen staan er twee biertjes op tafel. Het meisje blijft even staan en praat met hem. Ze lacht.
‘Grijze ogen met Delfts blauw erdoor. Veel grijs, weinig blauw. Daar hou ik van,’ zegt hij als ze weg is. ‘En een goede kont.’

‘Waar ik vooral over schrijf? Seks. Met vrouwen. Nederlandse vrouwen. Surinaamse vrouwen. Chinese vrouwen. Alle soorten vrouwen. Wel netjes gewassen en geschoren. Kijk, laten we er niet omheen draaien. Veel van ons gedrag heeft indirect met seks te maken. Ja, ook ik heb Freud gelezen. Ik vond ‘m niet briljant, maar ik kan hem geen ongelijk geven. Seks speelt gewoon een belangrijke rol in het leven, zo niet de belangrijkste. In de moderne wereld tenminste. Weet je dat er in Marokko vrouwen zijn die niet eens weten wat klaarkomen is? Echt waar. Terwijl bij Nederlandse drogisten dildo’s in de schappen liggen.’
Hij steekt een nieuwe sigaret op. Zijn ouders hebben nog nooit een tekst van hem gelezen. En dat wil hij graag zo houden. ‘Ze zijn te traditioneel. Ze zouden het niet begrijpen. Zij zijn mijn doelgroep ook helemaal niet.’ El Halal vraagt of ik de drankjes kan declareren. Ik schud ja. Hij bestelt.

'Een schrijver moet de lezer verbazen, niet alleen met het verhaal dat hij wil vertellen, maar vooral met de stijl. En vaak, heel vaak, worden er boeken geschreven zoals die vijftig jaar geleden ook werden geschreven. En meestal nog slechter. Met een belabberde stijl.
Ik probeer te schrijven als een roofdier. Een tijger. Snelheid, souplesse en een stevige kaakgreep. Het moet de lezer bijblijven met wie ze te doen hebben. Met Yusef el Halal. Niet met het zoontje van de buurman.’

'Ik heb een hekel aan woorden als ambitie, verwachting, idealen. Elke dag kun je doodgaan. Mensen verzieken hun leven door alleen maar bezig te zijn met dat ene wat ze niet hebben. Ik schrijf voornamelijk voor mezelf, wil er nu nog niet al teveel mee bereiken. Ik weet, als ik achter de computer zit en ik lach, dat mijn glimlach echt is. Niet fake. Dat is belangrijk.’