Ayries Slagveer 26 Aug 2004

Kunstsectordag 21 juni 2004

Op maandag 21 juni 2004 vond in de Off_Corso de jaarlijkse Kunstsectordag plaats. Deze kunstsectordag wordt georganiseerd door de Rotterdamse Kunststichting (tegenwoordig: Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur) en de gemeente Rotterdam. Netwerk CS is verantwoordelijk voor de invulling van dit evenement.

Dit jaar was het thema ‘urban culture’. Jongeren, beleidsmakers, culturele ondernemers en vertegenwoordigers van grote en kleine Rotterdamse kunstinstellingen waren aanwezig om uit te zoeken wat Rotterdam nu moet met ‘urban culture’.

Tijdens een uitgebreid ochtendprogramma bestaande uit verschillende sprekers, videofilms en interviews en een middagprogramma bestaande uit een zestal workshops trachtte men antwoord te vinden op de volgende vragen:
1. Wat is ‘urban culture’? (vanuit stedelijke en artistiek perspectief)
2. Wat leeft er op het gebied van ‘urban culture’ in Rotterdam?
3. Wat voor artistieke kansen zijn er voor de culturele sector, de gevestigde makers en nieuwe makers en culturele ondernemers?
4. Wat betekent het voor kunstinstellingen om ‘urban culture’ in het curriculum op te nemen? Wat betekent dat op het gebied van programmering, personeelsbeleid en pr?
5. Hoe kunnen culturele instellingen die in dezelfde discipline werken hun activiteiten op elkaar afstemmen zodat er een logische taakverdeling tussen de verschillende organisaties ontstaat, met name op het gebied van talentontwikkeling?

Jeanne van Heeswijk benadrukte in haar lezing Jongeren en Verstedelijking hoe belangrijk het is om de jongeren te betrekken bij de besluitvorming wat betreft de facilitering van initiatieven en de (her)indeling van de stad. “Ga een dialoog aan!” was een uitspraak die regelmatig gebezigd werd tijdens deze Kunstsectordag.

In zijn lezing My Adidas: urban culture & de creatieve stad plaatste Siebe Thissen ‘urban culture’ als een cultuurhistorische stroming in de tijd. Sinds de jaren negentig is er sprake van een toe-eigening van ‘urban culture’ door de hiphop. Wat eerst bekend stond als een alternatieve en anticommerciële subcultuur, ontwikkelde zich, door het enorme succes, tot een conglomeraat van lifestyle-ontwerpers, marketingstrategieën en succesvol ondernemerschap. Siebe ziet in de ‘urban culture’ van Rotterdam dezelfde mogelijkheden. Hij spoort de gemeente Rotterdam, de gevestigde kunst- en cultuurinstellingen en culturele ondernemers aan om deze mogelijkheden serieus te nemen en te integreren in hun beleid.

In het interview van Henk Oosterling (filosoof) met Riek Bakker (stedenbouwkundige) werd ‘urban culture’ vanuit een stedenbouwkundig perspectief bekeken. Riek Bakker gaf haar mening hierover:”Culturele ondernemers en instellingen moeten de ruimte krijgen om mee te denken. Dit kan alleen als de culturele sector zelf een dialoog met de bestuursdienst en de Dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting initieert.”

De workshops vormden een groot deel van het middagprogramma. Bestaande ideeën over ‘urban culture’ binnen de verschillende disciplines van de kunst- en cultuursector werden onder de loep genomen. De gevestigde kunst- en cultuurinstellingen en de Rotterdamse gemeente werden aan de tand gevoeld en uitgedaagd om anders te denken en te handelen dan zij tot nu toe gewend waren te doen.

Hiertoe werden een aantal actiepunten geformuleerd:
- Voor iedereen is ‘urban’ iets anders. ‘Urban’ kan betekenen: allochtoon, mix van culturen, mix van jong en oud, grote steden kunst, alles wat er in de stad gebeurt, lifestyle, multidisciplinair of een term die gebruikt bij marketingstrategieën.
- De term moet vervangen worden door het woord ‘stadscultuur’.
- Er zijn veranderingen nodig binnen de bestaande instituten en de kunstvakopleidingen. En bij degenen die de kwaliteit beoordelen. (recensenten en programmeurs) Dit vereist bijscholing.
- Kunstvakopleidingen moeten verkleuren.
- Gevestigde instellingen moeten allianties aangaan met ‘urban’ makers.
- Stimuleer hen die maken.
- Stimuleer professionalisering en zet er geld op! Er zou bijvoorbeeld binnen de gevestigde kunstinstellingen een coachingsprogramma ontwikkeld moeten worden voor ‘urban’ makers.
- Projecten van culturele instellingen op het gebied van diversiteit, mogen geen aanhangsel worden waarvan de rest van de instelling nauwelijks iets weet.
- ‘Urban culture’ moet als kunstvorm erkend worden en geïntegreerd worden in de bestaande instituten.
- Er moet een ondersteunend platform voor culturele ondernemers beschikbaar worden gesteld, die hen wegwijs maakt op het gebied van fondsen, podia en netwerken.
- Werk niet voor maar met jongeren! Betrek de doelgroep bij het opzetten van projecten.
- Een project moet niet alleen ‘urban’ zijn, maar ook inhoudelijk goed in elkaar zitten.
- De rol van instellingen moet voorwaardenscheppend en faciliterend zijn. Het resultaat en de kwaliteit moet niet gedefinieerd worden vanuit de gevestigde instellingen.
- Faciliteer en stel de kennis die er is op een overzichtelijke manier beschikbaar. Er moet een database komen waarin alle culturele organisaties staan. Hierin kan men adviezen en tips vinden. Door middel van die informatie kunnen organisaties onderzoeken welke organisatie geschikt zijn om mee samen te werken.
- Er moeten loketten komen waar jonge makers met hun aanvragen terecht kunnen.
- Stimuleer het onderzoek naar de ontwikkelingen op het gebied van ‘urban culture’. Betrek desnoods de Erasmus Universiteit erbij. Meten = weten!
- Voor de vertegenwoordigers van grote culturele instellingen: ga zelf naar ‘urban’ initiatieven en evenementen kijken om een beeld te krijgen van wat er gebeurt op dit gebied.
- Ga niet tegennatuurlijk te werk. Werk met een ‘urban’ project dat bij jouw kunstuiting past.
- Urban moet op de agenda komen van het bestuur, de commissie of de Raad van toezicht.

And last but not least:
- “Kunnen jullie deze dag niet vaker doen? Dit is een goed platform!”

Verslag door: Ayries Slagveer

Documenten:
Uitgebreid verslag Kunstsectordag
Deelnemerslijst Kunstsectordag