De voorstellingen hebben ieder op hun eigen manier betrekking op de Tweede Wereldoorlog. In De Balie speelt de voorstelling Het Bittere Kruid, geregisseerd door Agaath Witteman.
‘Ik wilde mijn familie verder laten leven door over ze te schrijven.’ Dit zegt Marga Minco (1920) over haar enige biografische boek: Het Bittere Kruid. Hierin beschrijft ze hoe haar familie argeloos een systeem van vernietiging wordt binnen gedreven en hoe zij zelf overleeft.
In de voorstelling vertellen Maruja Bobo Remijn en Julien Croiset de verhalen zoals ze geschreven zijn. Afwisselend zijn ze verteller, personage of allebei tegelijk, al naar gelang de dialogen die er in voorkomen ‘gespeeld’ of ‘verteld’ worden. Af en toe is daar de stem van Marga Minco.
Met karige middelen wordt de wereld van Het Bittere Kruid opgeroepen. Leidraad voor de enscenering is de schrijfstijl van Marga Minco, licht van toon, zonder grote emoties. De schrijfster was gedurende de oorlog een jonge vrouw van tussen de 20 en 25 jaar. Toch koos ze voor een jong meisje, een kind nog, als verteller. Argeloos, met soms kinderlijke naïviteit, kijkt het meisje naar de gebeurtenissen. Nooit gaat het over de verschrikkelijke wandaden van een misdadig systeem. Deze worden hoogstens gesuggereerd. Het is ook niet nodig. De toeschouwer kent de afloop en zal de teksten met de eigen beelden aanvullen.