Ze beschouwt, kadreert en dupliceert momenten die eigenlijk non-momenten zijn: handelingen en situaties van een zo onbewuste dagelijksheid dat ze nauwelijks of nooit tot gedachten, laat staan contemplatie, leiden. Hierin brengt Daems vooral altijd verandering. Door haar lens - fysiek in haar verstilde foto’s en statische films dan wel imaginair in de afgespiegelde werkelijkheid van haar kriebelige tekeningen - wordt juist de zichtbare, onspectaculaire verschijning van ons leven een transparante spiegel van de innerlijke wereld waaruit onze handeling of pose gemotiveerd zijn.
Met een vervreemdende letterlijkheid die afwisselend ironie, verbazing of vertedering oproept legt Daems ons en de onzen vast en geeft ze haar werk bovendien titels mee van een originele prozaïsche gewoonheid: De man in het zwembad had veel schoonheidsvlekjes op zijn rug, Vandaag eten we mosselen, Hoe je een Poolse kapster duidelijk maakt hoe ze je haar moet knippen, of De mensen kwamen van de markt, Ze hadden een tafel gekocht en droegen daar hun boodschappen in. Soms spreekt er uit de titel iets meer suggestie, zoals bij 72 girls and some boys who could be models, een serie foto’s die ze in New York maakte. Maar ook daar ensceneert of manipuleert Daems niet. Het is niet nodig. Ze beschouwt de onopmerkelijke bewegingen van ons volslagen normaal geachte leven als een schouwtoneel dat genoeg minimalistisch drama an sich oplevert. Ze maakt ze specifiek en laat ze naar zichzelf terugverwijzen.
Ze oordeelt niet, maar zet ze om in blijvende materie, ze zet ze even stil. Hierdoor wordt vanzelfsprekendheid tot bewuste vorm en komt er opeens een verbazingwekkende rijke inhoud vrij.