De schrijver werkt aan een eikenhouten bureau vol paperassen, heeft een alcoholprobleem en leidt een kluizenaarsbestaan. De schrijver draagt de zwaarte van het leven met zich mee en weet van elk publiek optreden - waar hij steevast met lichte tegenzin aan deelneemt - een curiositeit te maken.
Of niet?
Sinds de romantiek is de schrijver van de anonimiteit verlost en onderdeel geworden van het publieke domein. Dat publieke domein neemt anno 2014 steeds meer ruimte in. Tegenwoordig zijn schrijvers niet meer slechts de producenten van personages en hersenspinsels. Er wordt verwacht dat de schrijver meedoet aan het maatschappelijk debat, zich onderscheidt van collega’s en het liefst met enige regelmaat met zijn of haar hoofd op de televisie verschijnt, om over schrijven te vertellen - of om mee te doen aan Wie is de Mol?.
Hoe belangrijk is de persoonlijkheid van de schrijver? Literatuurcriticus Roland Barthes verklaarde de schrijver met veel bombarie dood, maar literair Nederland lijkt zich daar weinig van aan te trekken. Tegenwoordig lijkt iedereen wel een boek te (willen) schrijven.
De aandacht voor jonge, nieuwe, frisse schrijvers is overweldigend. De typemachine en pijp zijn omgeruild voor een MacBook Air en latte macchiato. Hoe plaatsen jonge schrijvers anno 2014 zich in de maatschappij, hoe profileren zij zich en hoe zien zij zichzelf, en elkaar?