Fragment uit het boek 'Pret met Moslims':
‘Ik ben opgegroeid in Oud-Zuid, een nette correcte linkse buurt van Amsterdam. Op mijn witte basisschool haalde ik de hoogste cijfers van de klas. Dus ging ik naar een wit gymnasium in het centrum van de stad en haalde de hoogste cijfers van de klas. Daarna kon ik dankzij het goede inkomen van mijn kunstboeken distribuerende vader een jaar studeren aan een wit college in Amerika. Toen ging het mis, volgens mijn moeder, want ik ging naar de Rietveld Academie. Een ‘witte kunstacademie’ klinkt gek. Maar er zaten bijna geen allochtonen op die school. En ik kan ze geen ongelijk geven.
Ik sla nu een klein stukje irrelevant cv over en toen vlogen er twee vliegtuigen in twee torens in Amerika. Vanaf dat moment vindt ineens iedereen moslims interessant.
Waarom kende ik nog geen moslims? Mijn vrienden zijn blank, welgesteld, hoogopgeleid. Daar moest nodig eens verandering in komen. Ik nam het besluit om pret te hebben met moslims.
En ik heb me kostelijk vermaakt. Ik ben weer eens in de achtbaangeweest, heb voor het eerst lingerie gekocht in een pornozaak, heb rare verhalen gehoord over kamelen en een een paar lekkere tikken gekregen van moslimboys.
In dit boekje vind je een verslag van mijn belevenissen en tips voor wat je zelf zou kunnen doen met moslims, als je net als ik geen idee hebt wat dat toch voor mensen zijn. Bovendien kom je een heleboel onzin tegen. Grappen over hoofddoeken, alsof die nog niet genoeg gemaakt worden. Spelletjes, foto’s en recepten.
Er zijn in Nederland al een miljoen moslims, dus veel plezier!’