Wanneer ik op zoek ga naar publieksparticipatie, dan kan mij al snel en duidelijk worden uitgelegd op welke wijze je het publiek kan betrekken in je programma: Start een discussie; realiseer een workshop; maak ruimte voor een open podium; enz.
De manier waarop mensen willen participeren is niet zo moeilijk te achterhalen. Iedereen kan meteen een voorbeeld geven en de organisatie kan dit implementeren.
Wat moeilijker te achterhalen is, is waarom mensen in eerste instantie al reageren. Wat is de drijfveer om je stem te laten horen?
Caroline Nevejan schreef een proefschrift over dat het onderwerp presence (er zijn) samenhangt met het onderwerp trust (vertrouwen) dat al dan niet tussen mensen kan ontstaan. In Presence and the design of trust is vorm gegeven aan wanneer je elkaar via moderne kanalen kan ontmoeten (e-mail, Twitter, Facebook, blogs) of wanneer het noodzakelijk is om elkaar in levende lijve te ontmoeten (wanneer het ethische implicaties betreft). Haar conclusie is dat het beter is om elkaar in levende lijve te ontmoeten wanneer het issues betreft die gaan over welzijn en overleven.
Voor Kom je ook? ben ik op zoek naar een tussenweg.
Ik hoop dat iedereen het eens is met het feit dat het symposium moet plaatsvinden in levende lijve, maar de kwaliteit kan ontzettend toenemen wanneer kennis wordt gedeeld op voor- en nahand van het symposium via het internet.
Mijn punt is om meer discussie, input en informatie te verkrijgen op voorhand, tijdens en na het symposium. Er komen gemiddeld 300 bezoekers per editie naar Kom je ook?. Mensen uit de cultuur sector die waarschijnlijk bij interessante ondernemingen horen. Waarom alleen tijdens de borrel van het symposium de mogelijkheid nemen om met elkaar in contact te komen? Het sociale web geeft ons zo veel mogelijkheden.
Ik citeer Newton: Actie is Reactie.
Welke acties zal ik eens ondernemen om te prikkelen? Ik ben bezig met mijn eigen Burning Cat Strategy zoals Boris Veldhuijzen van Zanten dit zo mooi en luguber noemde in 2007.