Erik Sep (Bergen op Zoom, 1976) is een beeldend kunstenaar die zichzelf ziet als een architect, een ontwikkelaar die een stad bouwt. Zoals iedere stad is ook die van Sep nooit af. De stedenbouwkundige installaties duiken op verschillende locaties op en maken steeds optimaal gebruik van de mogelijkheden die de ruimte bieden.
Sep verwerkt elementen die hij zelf ontwerpt, bedenkt, vindt. Onderdelen daarvan lijken afkomstig uit een modelbouwspeciaalzaak, maar zijn meestal door hem zelf gemaakt. Zo goot hij ooit uit een rubberen deurmat gipsen zeshoekjes af waarmee hij een flat bouwde. De manier waarop Sep de elementen uit zijn installaties hergebruikt levert steeds een nieuw, boeiend beeld op. Door de veranderende samenstelling en de combinatie met steeds nieuwe elementen krijgen ze een nieuwe connotatie.
De stad van Sep breidt zich steeds verder uit, niet alleen in grootte, maar ook in diepte: Sep ontdekt de wereld achter en onder de zichtbare, waar alles mogelijk is. Zijn ontdekking ziet er niet onrealistisch uit, maar is tegelijkertijd poëtischer en fantastischer dan de waarneembare. Lichtjes, gebouwen, waterpartijen, flora, autootjes: een droom van een wereld, een ervaring. De stad van Sep is nooit af en dat is goed nieuws.
Manu Baeyens (Gent, 1972) is een uitermate expressief kunstenaar. De energie spat van al zijn werk af, of het nu schilderijen op papier, panelen of doek zijn of sculpturen. Zijn affiniteit met Afrikaanse en andere primitieve kunst verrijkt zijn taal. De wijze waarop hij verschillende materialen verwerkt in zijn schilderijen, die dan ook wel collages genoemd zouden kunnen worden, levert een zeer eigen, herkenbaar beeld op. Veelal figureren er kleurrijke dieren en mensen in zijn schilderijen, maar ook planten, auto’s, afbeeldingen uit oude boeken met de meest uiteenlopende onderwerpen. Er duiken sponzen op, stukken plastic, houtsplinters: alles heeft zijn eigen, logische en onmisbare plaats in het geheel.
De lange, poëtische titels zijn een belangrijk onderdeel van het werk, van het verhaal dat Baeyens vertelt: de sfeer van de schilderijen wordt erdoor versterkt.
Zijn sculpturen zijn doorgaans dierlijke vormen met een aanwezigheid die ontroert. Het zijn zachte schepsels, met een aaibaar maar stevig karakter. De liefdevolle manier waarop ze zijn opgebouwd uit eindeloos veel verschillende materialen en voorwerpen is zichtbaar in de vergaande detaillering van de toch bepaald niet kleine werken.