2005
Wat is er gedaan?
Aan de hand van interviews, bezoeken aan instellingen en manifestaties is in kaart gebracht hoe culturele- en welzijnsinstellingen, opleidingen en overheden in verschillende landen omgaan met het verschijnsel ‘urban arts’ en welke kansen dat biedt voor betrokken jongeren. De opgedane kennis is verspreid middels publicaties, bijdragen aan bijeenkomsten, een workshop tijdens een Estafette en regelmatige rapportages op internet.
Wat was de aanleiding?
Tot nog toe beperkte het onderzoek naar ‘urban arts’ zich tot Nederland. Maar ‘urban arts’ zijn een internationaal verschijnsel dat zich, via persoonlijke contacten maar in nog veel sterkere mate langs de electronische snelwegen, wereldwijd verspreidt. Een inventarisatie van de situatie over de grenzen zou zeer nuttig zijn, niet zozeer vanwege’ nationale verschillen’ tussen de diverse jongerenscènes alswel vanwege de verschillende manieren waarop het culturele veld en de overheden erop reageren.
Wat heeft het opgeleverd?
Drietal nieuwsbrieven, tweetal publicaties, bijdrage aan Estafette waarin belangrijk bevindingen uit het onderzoek werden beschreven dan wel gepresenteerd. De belangrijkste bevindingen in een vogelvlucht:
• Vlaanderen interculturaliseert: Middels het Vlaams Actieplan Interculturalisering van, voor en door Cultuur, Jeugdwerk en Sport van het Vlaamse Ministerie Cultuur, Jeugdwerk en Sport is een start gemaakt met de interculturalisering van de cultuursector in België. Het plan kende, dit in tegenstelling tot Nederland, een zeer grondige voorbereiding aan de hand van veldonderzoek. De overheid ging in gesprek met zoveel mogelijk betrokkenen, sleutelfiguren, klankbordgroepen en denktanks met de bedoeling een zo groot mogelijk draagvlak te creëren. Het plan bestrijkt alle geledingen in het culturele veld. En het verplicht om in raden en commissies te komen tot een representatieve afspiegeling van de bevolking. Dat betekent dat tien procent van de leden een etnisch-culturele achtergrond dienen te hebben voor juni 2008. Belangrijk speerpunt is de ontwikkeling van een kennisknooppunt voor interculturaliteit. Dit centrum moet nationaal en internationaal expertise verzamelen en deze communiceren middels een grensoverschrijdend netwerk. De precisie waarmee het plan is opgesteld en is vormgeven (niet in uiterlijk maar juist in inhoud) verschilt met het Nederlandse beleid dat vooral top down is gelanceerd en zonder uitgebreid onderzoek in het veld werd opgesteld. Wellicht dat Belgie nog kan leren van de wijze waarop Netwerk CS kennis ontwikkelt, bijeenbrengt en verspreidt.
• Hicham Abkari (Cassablanca 1966) is de grondlegger van break-dance kampioenschappen. Zijn break-dance wedstrijden groeide in vier jaar uit van wedstrijdgroepen met vierhonderd man publiek tot manifestaties van vijftig groepen met zevenduizend toeschouwers. Audities, workshops en coaching werden opgezet en zo traden break-dancers van de straat samen op met kopstukken in hun genre. Abkari richtte ook de Maroccan Underground Federation op waarmee hij hiphop een plaats wil geven in de Marokkaanse stedelijke cultuur. Uiteindelijke doel is het oprichten van een hiphop-school. Zo’n school komt er in Marokko niet zonder buitenlands geld. Abkari kon rekenen op steun van Freric Tribalat die op zoek gaat naar Europese Fondsen. Abkari zoekte verder aansluiting in een groter verband om de hiphop verder te kunnen ontwikkelen. In Marokko blijkt van alles aan de hand te zijn, wat het meer dan waard is om te volgen.
• Een Hiphop initiatief in Essaouira: de wereldwijde hiphop golf heeft ook Essaouira bereikt, een oude havenstad aan de kust van Zuid-Marokko.. Breakdance en capoeira vormen voor de straatkinderen een even vitaal bestanddeel van hun leven als de dagelijkse strijd om de volgende dag te halen. Guy Bellinkx zag dat er veel kwaliteit was en richtte een groep op die nu samen komt om te trainen: The Darkness Rockers. Nu is er een initiatief ontstaan om te kijken of er mogelijkheden zijn om deze groep te ondersteunen om tot talentontwikkeling te komen en zich dusdanig te ontwikkelen dat ze op toernee kunnen. Een scala aan methodieken als peer educators, trainingen, technici voor de productie als skills om producties te organiseren wordt ingezet om het geheel tot een mooi resultaat te kunnen brengen. Financiële steun uit het buitenland, waaronder Nederland, is door het onderzoek op gang gekomen.
Meer informatie
Stichting Los Bewegingswerkplaats
Contactpersoon: Janny Donker
T 043 3253933
M lostheater@hotmail.com