In elke nieuwsbrief die Netwerk CS tussen 2002 en 2008 verspreidde, werd een kunstenaar geïnterviewd over zijn of haar ontwikkelingen binnen het kunstenaarsschap, vanaf 2006 zijn dit kunstenaars die deelnemen aan het programma ' Van talent naar beroep'.
april 2005
We zijn omringd door meisjes. Blondines, brunettes, zelfs een studente met rood haar ontbreekt niet in het café waar ik met Amar El-ajjouri (1971) heb afgesproken. Hij lacht breed en begint te vertellen over zijn vader die in de jaren zeventig uit Marokko emigreerde en naar Nederland kwam. "Hij had prachtige zwarte krullen. Vrouwen vielen voor hem. Hij was exotisch en had de uitstraling van een Italiaan. Tegenwoordig staan Marokkanen in een iets ander daglicht."
We zitten in een café naast de Haagse Hoge School, in het Laakkwartier, de buurt waar op 10 november 2004 een politie-inval plaatsvond en twee terreurverdachten werden gearresteerd. Sindsdien is elke Marokkaan een potentiële terrorist.
Amar heeft niet de krullen van zijn vader; hij is kaal. Maar we bestellen koffie, als Italianen, om de omringende vrouwen niet teleur te stellen. Terwijl hij een sigaret opsteekt, vertelt hij over zijn geboortedorp, Talirest, dat Tijgertje betekent. Een klein dorp in het Rifgebergte. Toen hij zeven was, kwam hij naar Nederland, naar Den Haag. Hij ging naar school, kreeg de Nederlandse nationaliteit, en ging werken in de horeca. "Maar dat was niet iets voor eeuwig. Ik wilde me inschrijven voor de sociale academie, wat nu de opleiding CMV is, maar was te laat met mijn inschrijving. Toen zag ik een advertentie in de krant van de Amsterdams/Haagse Theateracademie, een particuliere opleiding. Ik wilde dat wel een 'tussenjaar' gaan studeren, maar uiteindelijk ben ik er vier jaar blijven hangen. Theater was altijd een liefde geweest. In mijn jeugd heb ik vele voorstellingen in buurthuizen gespeeld."
We maken oogcontact met het meisje achter de bar en bestellen nieuwe koffie.
"Na vier jaar theateracademie was ik er klaar voor. Ik ben onmiddellijk als een bezetene gaan werken om aan werk te komen. Uiteindelijk is daar veel uitgekomen; ik ben in verschillende producties terechtgekomen, maar ook in de educatieve tak van theater. Ik gaf trainingen of speelde op scholen in stukken die over bijvoorbeeld 'veilig vrijen' gingen."
Wat vond je zo leuk aan die tak van theater?
"Het gaat een dimensie verder voor mij, omdat je ook iets vraagt van je publiek. Je moet als acteur meer improviseren, je moet veel harder werken. Als iets goed is, merk je dat. Maar als iets niet goed is, merk je dat ook! Het is een hele goede leerschool. Jongeren geven meteen aan wat ze ergens van vinden. Ze zijn heel impulsief."
Naast zijn educatieve werk speelde Amar in voorstellingen van bestaande gezelschappen in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Tot hij in 1999 een eigen gezelschap in het leven roept. Hij doet dat samen met actrice Esma Abouzahra. De naam van hun collectief is pH neutraal. Het is een cabaretgroep. Het duo maakt een avondvullend programma: Noch kaas, noch couscous. Ze schrijven zelf een gedeelte van de tekst en worden bijgestaan door de Amerikaanse regisseur George Isherwood, met wie Amar nog steeds samenwerkt.
"De voorstelling ging niet over de multiculturele samenleving, maar gewoon over man-en-vrouw verhoudingen," zegt Amar er voor de zekerheid bij.
Het duo maakt vier jaar lang voorstellingen maar speelt ook Noch kaas, noch couscous door. Ze worden overal gevraagd. Amar ontwikkelt zich daarnaast als trainer interculturele communicatie. "Omgaan met straatcultuur, vind ik belangrijk. Ik hou ervan om met jongeren te werken, om met hen theater te maken, om de drempel voor hun te verlagen. Om duidelijk te maken dat ook zij naar toneelscholen kunnen gaan. Ik merkte dat een hele hoop jongeren, vooral allochtone jongeren, de binding missen met Nederlandse cultuur; ze voelen zich ontbonden, ze missen een stuk eigenwaarde. Ze worden in een hoekje geplaatst. Ik probeer ze erbij te krijgen door ze zelf aan de slag te laten gaan met theater."
Lukt dat? Jongeren zijn voor schouwburgen en musea een verschrikkelijk moeilijke doelgroep.
"Het lukt heel goed. Ik werk op hun niveau, maar ben wel heel eerlijk en direct; ik bind er geen doekjes om. Ik vertel ze dat ze twee keer zo hard moeten werken. Dat heb ik ook moeten doen!"
Inmiddels zijn er een aantal jongeren die Amar begeleid heeft doorgestroomd: ze hebben rollen gekregen in films, sommigen zijn op toneelscholen terechtgekomen of bij andere theatergroepen. Op dit moment is Amar El-ajjouri bezig met zijn solovoorstelling ALI te try-outen. Onlangs zond het NOS Journaal een item over zijn onemanshow uit. "Twee minuten! Op het zes uur, acht uur en tien uur journaal. Zonder dat er iemand werd neergestoken!" Amar vertelt enthousiast over de voorstelling. "Het is cabaret en gaat over een Marokkaans gezin, met drie zoons die hier in Nederland allemaal anders in het leven staan. Een van die zonen radicaliseert."
Is dat cabaret?
"Jawel! Met veel pijnlijke momenten. Het gaat in mijn voorstelling niet alleen om de grappen. Ik wil mensen ook een verhaal vertellen. Vaak zijn dat verhalen over dingen die ik zelf heb meegemaakt. Ik heb net de kick-off achter de rug, en mensen vonden de eerste try-out erg goed. Je merkt wel dat er door Marokkanen om hele andere dingen wordt gelachen, dan door Nederlanders."
ALI is een voorstelling die Amar noodgedwongen zelf helemaal financiert. Hij heeft subsidie aangevraagd, maar zijn aanvraag werd afgewezen. Het klimaat is veranderd. Voor jongeren en allochtonen is geen geld meer. Regisseur en productiemedewerker betaalt hij dus zelf. "Je investeert een heleboel en dan hoop je dat je de voorstelling twintig keer kan spelen om de kosten eruit te krijgen... Maar ik heb er vertrouwen in. Ik werk twee keer zo hard!"