Terwijl het buiten lekker zomers weer was, verzamelden om vijf uur een handjevol belangstellenden in de bovenzaal van Rialto voor het debat 'Gettin' out of the Banlieu’ (Vertrekken uit de achterstandwijken). Het filmfestival toonde dit jaar opnieuw een grote diversiteit films van het Afrikaanse continent, maar ook de Afrikaanse diaspora in Noord- en Zuid-Amerika, Europa en het Caribisch gebied. Het debat sloot aan op de vertoning van enkele Franse films van het zogenaamde Beur-genre. Tijdens het filmfestival werden deze films onder de noemer 'Maghreb in the Picture' vertoond. Aan de hand van filmfragmenten uit 'Beur, Blanc, Rouge', 'Bab el Web' en 'Once upon a time in the Oued' bekeken de panelleden en het publiek enkele kenmerken van dit filmgenre.
De Beur-cinema is een filmtraditie die zich sinds de jaren ‘80 ontwikkelde door de tweede generatie migrantenjongeren in de buitenwijken van Frankrijk, de banlieu. Wat in de filmfragmenten meteen opviel is de problematiek van de dubbele identiteit en de identiteitscrisis waar veel jongeren in zitten als het centrale thema. De jongeren zijn opgegroeid in Frankrijk, maar hebben van hun ouders geleerd blindelings van het land van herkomst te houden. Een land dat ze vaak nog nooit hebben gezien. De films spelen zich vaak af in de banlieu en tonen met humor de problemen van discriminatie, racisme, geweld en werkeloosheid vanuit het mannelijk perspectief. Door deze problemen is het voor de vaak mannelijke personages moeilijk een uitweg te vinden uit de buitenwijken.
In Nederland beginnen filmmakers deze thema’s nu pas te ontdekken. De eerste films als ‘Shouf Shouf Habibi’ en ‘het Schnitzelparadijs’ tonen met humor de problemen van allochtone jongeren met een dubbele identiteit. Aan de andere kant heb je meisjes en vrouwen die vanuit een vrouwelijk perspectief de problematiek benaderen met weinig of geen humor. Hun werk vormt daarin een contrast met de Beur-cinema.
Onder leiding van Patricia Pisteres, hoogleraar Film Studies, faculteit MediaStudies UvA, was al meteen na het eerste filmfragment uit ‘Once upon a time’, van regisseur Djamel Bensalah de toon gezet. Zowel panel als publiek liet deze middag op zelfverzekerde wijze hun stem en mening horen. In het panel zaten documentairemaker Noureddine Erradi, de Franse regisseur Mamoud Zemmouri en de zussen Jihad en Esma Alariachi programmamaaksters bij de NPS van ‘Meiden van Halal’. Op de voorste rij zaten Lamia Abbassi en Chaffina ben Dahman, twee van de vier documentairemaaksters van ‘Vrouw vs. Geweld’ en ‘Ghetto Girls’ voor extra inbreng.
Vooral de Franse regisseur Zemmouri, verantwoordelijk voor de film ‘Beur, Blanc, Rouge’, was de ster van de middag. Hij heeft de opkomst van de beur-films meegemaakt en aan bijgedragen. En dus de aangewezen persoon voor veel vragen en uitleg. ‘Vergeleken met de eerdere generatie beur-filmmakers heeft de laatste generatie de dramatische en gewelddadige invalshoek verruild voor een lichtere toon, veel humor en het gegeven dat de personages graag weg willen uit de banlieus,’ legde Zemmouri het fenomeen uit. ‘Een ander verschil met vroeger is het thema. In de beginperiode ging het vooral over het leven in de banlieus, de nieuwe generatie claimt en staat achter hun Franse identiteit.’
Vooral dit thema brengt bij de jongeren in Frankrijk een discussie op gang over het gebruik van het woord Beur. ‘De term ‘Beur’, legt Zemmouri uit, ‘is in de jaren tachtig ontstaan in de banlieus. Het is de omkering van het woord ‘Arab’ (Arabier) in de omgekeerde taal die de jongeren in de banlieus gebruiken. De jongeren gaven zich met de term een identiteit. Tegenwoordig verzetten de jongeren zich tegen het gebruik van deze term. Volgens hen maakt Frankrijk hiermee een onderscheidt tussen hen en de autochtonen Fransen. De jongeren geboren en getogen in Frankrijk zien zichzelf als Fransen en willen zo ook worden gezien.’
De fragmenten en de term ‘banlieu’ deed bij velen de vraag rijzen of een banlieu gezien kan worden als een ghetto en wat de definitie van een ghetto is. De panelleden en het publiek konden het niet met elkaar eens worden. De meningen over een ghetto liepen uiteen van een wijk waar de lagere sociale klasse gedwongen bij elkaar woont in vervallen huizen en met rotzooi op straat tot een wijk waar grote groepen mensen van dezelfde nationaliteit bij elkaar wonen en niet communiceren en integreren met de wereld en mensen buiten hun wijk.
De aanwezigen zijn niet bang dat door het gebruik van humor de stereotypen juist worden bevestigd. Het helpt taboes doorbreken. Door humor kan je grotere problemen behandelen en verschillende onderwerpen aansnijden. De zussen Alariachi merkten op dat het gebruik van humor in Nederlandse en Franse films verschilt. Esma: ‘De humor in de Franse beur-films gaat dieper dan de oppervlakte en laten ook het onderliggende zeer zien. Als je kijkt naar vergelijkbare Nederlandse films als ‘Shouf Shouf Habibi’ en ‘het Schnitzelparadijs’ zie je dat daar de humor blijft steken in het laten zien van stereotypen.’ Zelf gebruiken ze in hun programma een beetje humor om taboes te doorbreken, maar zijn aan de andere kritisch naar de vooroordelen die bij henzelf als de geïnterviewden leven. Anders is het in de documentaire ‘Ghetto Girls’. Hierin krijgen de meisjes en vrouwen in de achterstandwijken van Amsterdam en Parijs een stem. De vrouwen laten zien hoe zij omgaan met hun vaak benarde posities. Net als de mannelijke hoofdpersonen in de Beur-films zijn ook zij op zoek naar hun identiteit en de obstakels en overwinningen die zij sociaal, economisch en maatschappelijk gezien tegenkomen.
Tijdens deze middag bleek dat de discussie over de identiteit van de derde en verdere generatie jongeren in zowel Nederland als Frankrijk nog lang niet is afgelopen. Ondanks de wil en de hoop om ooit aangezien te worden als vol Frans of Nederlander. De aanwezigen raakten niet uitgepraat over de onderwerpen die tijdens het debat ter sprake kwamen. Tweeënhalf uur bleek te kort te zijn om naar iedereen te kunnen luisteren, maar de volgende film stond alweer klaar voor vertoning. Enkele bezoekers en panelleden verplaatsten zich na het debat naar het café beneden. Daar werd onder het genot van een drankje nog lang verder gepraat.
Jella Pichotte doorliep twee jaar geleden het traject ‘Een nieuwe generatie Cultuurjournalisten’ bij het TIN. Ze is freelancer voor Colorfull-magazine en Theatermaker. Ook schrijft ze recensies en theaterspecials voor theaterwebsite 8weekly.nl
Jella Pichotte, jella.pichotte@gmail.com.
Voor meer informatie over Africa in the picture zie www.africainthepicture.nl.