Opdracht #1.1: Het Parlement der Dingen
Bij het artikel: Luisteren naar niet mensen is een politieke aangelegenheid
Deze opdracht is bedacht voor het hele huishouden, maar als je wilt kun je dit zeker ook in “je eentje” doen. Je hebt dan enkel wat extra inlevingsvermogen nodig. Want met ‘huishouden’ wil ik je voorbij je menselijke huisgenoten laten denken… Alle mensen, dieren, planten, dingen vormen de samenleving van jullie leven. En als zich er een heikele kwestie voordoet, moeten alle betrokkenen hun zegje kunnen doen. Wel zo eerlijk, toch? In deze opdracht zal iedereen zich gaan verdiepen in een niet-menselijk ding. Vervolgens ga luisteren naar elkaar.
Dit is een politieke aangelegenheid.
Het Scenario: Ruimtegebrek op de gedeelde tafel?
Langzaam maar zeker vormen oude en nieuwe dingen op de tafel een botsende gemeenschap. De vraag is nu, wie heeft hoeveel ruimte nodig? Wie bepaald de wensen, behoeften, rechten en wie verdeelt de vierkante centimeters? En hoe pak je dat aan?! Democratisch is het antwoord.
Er staat een parlementaire vergadering op de planning waar het probleem van de Gedeelde Tafel wordt besproken. Ieder gezinslid representeert een object. Je gaat voor je object het plekje op de tafel verdedigen. Het doel van de vergadering is echter het aantal spullen of tafel verminderen. Het probleem lijkt simpel - er liggen teveel spullen op tafel - maar het komen tot een oplossing zal niet makkelijk zijn!
Bespreek het scenario goed, verdeel de rollen, bepaal hoelang jullie gaan voorbereiden en plan de vergadering. Leef je uit en denk na over je optreden in de vergadering. Want je zal representatief moeten zijn: je kleding, je manier van praten en bewegen.
Alles dingt mee in het Parlement der Dingen!
Het plannen van de vergadering:
- Bepaal de volgorde en duur van ieders optreden;
- Bepaal of, hoe en op welke momenten de spelers op elkaar mogen reageren;
- Bepaal wie de taak van voorzitter op zich neemt (tijd bijhouden, het woord geven);
- Geef alle spelers vijf stemmen. Voor ‘het overtuigendste argument’, ‘je beste vriend’, ‘de grootste gunfactor’ en twee ‘blanco’ om zelf te onderbouwen.
Namens het object moeten de spelers beargumenteren:
- Hoe het probleem is ontstaan en of er sprake is van schuld.
- Welke spullen er wel en welke spullen er niet op de tafel mogen liggen.
- Waarom het eigen object recht heeft om te blijven.
Denk bij de verdeling van de rollen aan: Het verschil tussen levend (zoals planten of klimgrage huisdieren) en niet-levend (zoalseen potlood of servet). De relatie tussen “inheemse” soorten (die ene vaas of vetvlek) en nieuwkomers (fris (t)huiswerk). Er zijn ook objecten die niet verbonden lijken met de kwestie maar wel iets te zeggen kunnen hebben, zoals de tafel als het toneel is waarop de situatie zich afspeelt, of de stoelen die geen meningloze toeschouwers zijn of de lamp die boven het probleemgebied hangt.