Voor mij staat een kleine dino van pluche. Hij kijkt me veelzeggend aan met zijn knoopoogjes. De televisie staat op MTV en de computer hult me met zijn monotone geruis in een wolk, ik droom weg, de Stille Zuidzee, de verlokkingen van het leven.
Surfen over het oppervlak van een hyperverfijnd netwerk, door galactische dataruimten glijdend, bewapend met een siliciumlans. Raak ik daarmee de dingen aan die om me heen wervelen, dan sta ik midden in een kleurenwaterval en kan ik, losgekomen uit de tijdruimte, opgaan in fantasiebeelden.
Ooit nagedacht over gebruik en doel van sportscholen? Op zoek naar een hotel in Hannover struikelde ik quasi toevallig over zo'n smederij van de lichaamscultuur en snoof ik de damp op van de machinemensen. Daarbij verging me de lust om verder te zoeken naar het plezier. Ik kreeg een rauwe, laffe smaak in mijn mond: koud en wreed was deze omgeving van een wereld die bestond uit machines en staal, zonder data en netwerken.
Wat windt ons mensen nog op? Moeten we ons begraven onder steeds meer werk, zodat we niet meer kunnen herkennen waar het werkelijk om gaat?
Ik adem op de droom van de zwevende datatechniek. Hoverende computers herrangschikken zich in telkens nieuwe vormen en modellen, bouwwerken in ruimte en tijd. De fitnessclub heb ik ingeruild tegen het megacomputertransport en zwevende rekencapaciteit is soms reëler dan wat er dagelijks zoal over de beeldschermen van deze aarde flakkert.
Het was op een avond ergens in Saarland. Aangekomen na een lange zoektocht in een stadje met een onuitsprekelijke naam. We waren onderweg in opdracht van het museum (we hebben het patent op goed geluk). Ditmaal zou er een kleine IBM op ons staan te wachten. Nadat we hem onder een berg planken en andere troep vandaan hadden weten te halen, bleek het een showmodel te zijn.
Hij keek ons aan met wonderschone ogen en ik kon letterlijk horen hoe hij ons smeekte deze ordinaire plaats eindelijk te mogen verlaten. Op dat moment wist hij nog niet of zijn nieuwe thuis werkelijk beter zou zijn. Het leven zit vol verrassingen. Maar wat moet je doen als je maar met z'n tweeën bent, de computer ongeveer 400 kg weegt en je hem over een rand van 50 cm hoogte in de achterbak van een bestelwagen moet zien te manoeuvreren?
We veranderen van land. Midden op het hoogland in de Himalaja zitten twee monniken, onbeweeglijk in diepe meditatie verzonken, omgeven door een adembenemende schoonheid. Ze strijden om kracht en verlichting.
Wat moet je eigenlijk volgens hen doen als je je ogen weer opendoet en vaststelt dat we in werkelijkheid in Saarland zijn en dat dit ding, ons mooie showmodel, zich nog altijd geen millimeter van zijn plaats heeft bewogen? Een balk, een takel en niet teveel nadenken over wat je op het punt staat te gaan doen.
Hij zweefde echt. Het was een verheffend gevoel en trots kunnen we nu zeggen: Opnieuw een exemplaar in onze collectie die van ... tot ... reikt.
Alles is duidelijk, sportschool de groeten. Het gaat ook zonder.
Ondertussen is ons idee, dat ooit is ontstaan uit het verlangen muziek te gaan maken, uitgegroeid tot een onoverzienbare brommende berg blik, plaat en draden. Help ons, zijn we nog te redden? We drijven nu zelf, gevangen in het net van de systemen, in de datakelder van onze universiteit. Ruimte is het trefwoord. Verkiezingsleus van 1994: werkloze computer zoekt... of: ook computers hebben recht op oudedagverzorging.
Wat heeft ons museum nu eigenlijk echt om het lijf? Vindt u grafische programma's van Mandelbrot-verzamelingen ook kitscherig of hoort u bij de generatie die zich slaplacht over oude computers? Iedereen is bij ons welkom, cynici, liefhebbers van omslachtige programma's, mensen die gewoon een, in de tijd gezien nieuw of al lang weer verouderd terrein van de computergeschiedenis willen betreden.
Wij proberen ze in leven te houden, de dino's van de moderne tijd, een klein fragment uit het verleden van onze maatschappij. Ik zou van mezelf nooit beweren dat ik met alle apparaten kan omgaan. Wat mij fascineert is dat het daadwerkelijk mogelijk was zulke ingewikkelde apparaten te bouwen en dat er daadwerkelijk mensen hebben bestaan die in staat waren daar dagelijks mee te werken.
De computerkids liggen ongetwijfeld krom van het lachen over zoveel nostalgie, maar je krijgt er al wat meer eerbied voor als zo'n computer werkelijk wordt aangesloten op het (elektriciteits-)net en gelijktijdig meer dan 200 terminals bedient.
Wij willen een museum maken om vast te pakken, te experimenteren, spelen, verbazen. We zijn nog niet erg ver op deze lange weg. Momenteel zijn we gevestigd op het terrein van de kleine universiteit van Hildesheim. Ons keldergewelf is niet groot genoeg, zodat we een aantal van onze mooiste apparaten buiten gebruik hebben moeten opslaan bij een firma in Hannover, warm en droog. We zoeken naar een ruimte in de omgeving van Hildesheim, of beter nog van Hannover. We zullen ons in ieder geval snel aan het Net vastklemmen om voor alle datasurfers bereikbaar te worden. Het is allemaal nogal ingewikkeld wat we van plan zijn, maar als veel mensen helpen is het te doen. Het gaat er niet om het zoveelste bolwerk in het gevestigde museumlandschap te bouwen, onze data moeten actief en tastbaar zijn, de esthetiek van de oude computers moet voor iedereen zichtbaar worden.
Een zwaartepunt in het museum zal worden gevormd door vroegere grafische programma's, slowscan-procédés, eventueel de verbinding tussen computer en 16 mm-film en de postproduktie van videobeelden. Ons aanvankelijk plezier in de muziek zijn we natuurlijk niet vergeten. Computergegenereerde muziek en door computers ondersteunde performances moeten in het museum ontwikkeld gaan worden en de weg naar de openbaarheid vinden.
Waar in de nieuwe musea wordt de snelheid werkelijk op waarde geschat? Geen bereik van de techniek veroudert zo snel als computertechnologie. Computers willen gebruikt worden, alleen zo vervullen ze hun functie. Ons museum bevindt zich ergens tussen design, esthetiek en technologische overdracht. Op de weg naar de digitaliteit heeft de mensheid pas een kleine stap gedaan. De mogelijkheden van een normale computergebruiker zijn nog lang niet uitgeput. Wij willen laten zien wat er tot nu toe mogelijk was, we bevinden ons midden in een ontwikkeling.
Verbind alles met alles en je begrijpt de toekomst.
(Negroponte, directeur MIT Media Lab)
Wat in de VS al langere tijd mogelijk is, moet nu ook in Europa mogelijk worden. In Boston staat een computermuseum en in Europa zal er een komen.
In plaats van tentoonstellingen en archivering zal ons museum een soort laboratorium, een werkplaats, zender en ontvanger van boodschappen, een mediabank zijn. Het staat open voor specialisten, kunstenaars (wat dat ook mogen zijn) en normale stervelingen. Ons museum laat het heden binnen. Het celebrerende, geïsoleerde museum heeft de overhand in de museumsector. Kunsthistorisch denken domineert de musea. Zo moet je helaas keer op keer constateren dat kunsthistorici geen wijs kunnen worden uit de complexiteit van het alledaagse bestaan. Ook op dit gebied zijn er natuurlijk uitzonderingen. Denk bijvoorbeeld aan de geslaagde tentoonstellingen die te zien waren in het kader van de ''Mediale. '
1 De 'Mediale' is een internationaal mediafestival, dat in 1993 in Hamburg werd gehouden.
Dorner, museumdirecteur in Hannover, zei alweer een hele tijd terug:
Het nieuwe museum moet niet langer een tempel van humanistische relikwieën willen zijn. Het kan kunst alleen nog tonen als dat wat het is: het produkt van een relatief korte ontwikkelingsfase en deel van een bepaalde, begrensde werkelijkheid. Het gaat daarom momenteel als vanzelf ertoe over om de groei van de werkelijkheid te tonen en de visuele produktie daarin in te bedden.
De ontbinding van de kunstvorm begon met de informele kunst, ging via het tachisme en de action painting naar de Fluxus-beweging en zal ongetwijfeld nog een eindje verder worden gevoerd. Door niet van mediamens massamens te worden, demonstreert de artistieke mens het potentieel dat in de nieuwe media aanwezig is, namelijk interactie en constructieve beschikbaarheid. Wij proberen thans deze eerste aanzetten actief om te zetten in ons museum. Als daarbij af en toe een monitor sneuvelt, is dat niet erg, wij zorgen voor vervanging. De angst die een mainframe kan inboezemen, kunt u bij ons vergeten.
Onder invloed van de computer zijn de meeste mensen nu al kunstenaars geworden. Computergegenereerde grafische voorstellingen hebben momenteel dezelfde betekenis als de kindertekening of het zondagsschilderij in de vertrouwdere sociale omgeving. Misschien beleven we de renaissance van de zondagsschilder op de computer.
Wilt u uw verouderde woonkamerkast of het modieus-kitscherige schilderij aan uw muur niet inruilen tegen een computer uit ons museum? Op zoek naar ruimte laten we geen mogelijkheid onbenut. Het idee van de eenzame strijder past niet meer in onze huidige manier van denken. Willen we niet allemaal worden opgenomen in een of ander netwerk? De door ons ontwikkelde complexiteit van depersoonlijkheid vraagt meer dan ons geboden wordt door één enkel lichaam, één enkele voortdurende aanwezigheid. Kunnen we de computer als alomvattend systeem accepteren? Weg te denken is hij niet meer, en wie zou er een stap achteruit willen doen?
We bevinden ons middenin een proces van het onderzoeken en uittesten van nieuwe gedragsvormen en opvattingen, nieuwe betrekkingen tot de wereld en elkaar.
Waar bevindt zich het middelpunt van een creatief systeem? Telematische cultuur om aan te pakken. Veel mensen zullen dezelfde vragen stellen, net als in de begintijd van de videokunst met Paik en Vostell. Voor sommige mensen zal ons museum een eerste kennismaking betekenen met dinocomputers, voor de meesten zal het een kennismaking zijn met een technologie die doet denken aan machines uit lang vervlogen tijden. Wij zullen zien of de virtuele wereld de werkelijkheid daadwerkelijk overbodig weet te maken.
Paik bedacht al tijdens de opkomst van het artistieke gebruik van satellieten een utopie, waarin men zich niet meer van zijn plaats hoefde te bewegen. Alles is vanuit de woonkamer bestuurbaar. Onze milieuproblemen zouden in één keer zijn opgelost. De vervuiling door transport en verkeer zou drastisch teruglopen en de nieuwe spijkerbroek zou virtueel door een model met dezelfde maten als de gebruiker worden geshowd, alleen: waarom zou je hem nog dragen?
De communicatie met de buren zou plaatsvinden op het beeldscherm. Zou dat leiden tot een vervanging van de werkelijkheid?
Wij zeggen nee, maar...
De werkelijkheid (welke?) is door niets te vervangen. Wij willen de werkelijkheid van een verzonken wereld voor u terughalen.
Oneindige verten, de ... computer.
Het elektronische net biedt kunstenaars het eerste medium, bedoeld om de grenzen van ruimte en tijd te doorbreken. Dat wil zeggen de grenzen van de individuele intelligentie, van landen en culturen.(Roy Ascot)
Ik hoef niet langer mijn jas aan te doen om mijn vrienden te kunnen ontmoeten in het café om de hoek, ik gooi de machine aan en daar ben ik al. Het belangrijkste bij het gebruik van netwerken is rekening te houden met de verkeersregels: vergeet nooit dat aan de andere kant een mens zit.
Humane computers?
Het slagen van ons project hangt voor een belangrijk deel af van de veelzijdige steun door mediafanaten en belangstellende personen. Dans de data-boggle.
Teveel informatie voor te weinig mensen. We zijn nog met z'n tweeën, lost in time and space, verder nog een paar weekendgekken. Op onze kerstkaartactie kregen we veel positieve reacties. Als we alle machines zouden binnenhalen, zou Hildesheim de eerste stad zijn met muren van computers en dataschroot. Op gevaar af me te herhalen: Help, wij zoeken ruimte!
Weg uit de universiteit, het koude water in. Het museum aansluiten op de werkelijkheid (CeBit Hannover enz.) en gelijktijdig op de universiteit, dat is een belangrijke doelstelling. Informaticastudenten kunnen op onze computers alles uitproberen wat ze altijd al hadden willen weten over PASCAL (of VMS, RGP, OS/8).
Het verkiezingsjaar 1994 gaat ook aan ons niet ongemerkt voorbij:
Bezorg onze computers een thuis.
Momenteel vindt u ons in de kelder van de Universiteit van Hildesheim. Bezoekers kunnen zich het best persoonlijk melden bij:
Kai Hoffmann
Hannoversche Str. 26
31134 Hildesheim
tel. +49 5121 512060
fax +49 5121 32212
Frank Druschel
Andreasstraße 3
31134 Hildesheim
tel. en fax +49 5121 38494
Vertaling Arjen Mulder