Weinig wees erop dat het de avond van Sonny Fortune (70) zou worden. Zoals hij daar zat, met lange tanden aan een bord spaghetti. Dood bier voor de neus, gedachten in de verte. Een afwezigheid die werd benadrukt door de druk pratende bandleden die de tafel met hem deelden. De best geklede saxofonist van het land, die hem had overgehaald tot dit optreden, met een hand op de schouder van zijn legendarische vakbroeder.
Tegenzin of fashionably late: de show begon een uur later dan aangekondigd. Al is beginnen misschien niet het goede woord. Bij Sonny's openingssolo sputterde zijn sax als een kapotte motor. Sonny tuurde in de hals, hield het ding op z'n kop, schudde er eens mee, blies en produceerde slechts wat schor gereutel. Hierop begon hij het instrument rustig uit en in elkaar te schroeven. Legendes laten zich niet opjagen door de tijd. Begeleid door kwinkslagen van de best geklede saxofonist leek het op een sketch, met als voorlopige climax dat Sonny de aftocht blies. Zijn in smoking gestoken gastheer volgde in gestrekte draf zonder zijn cool te verliezen. Piano, bas en drums speelden ondertussen kabbelend door, Lijn 26 gleed voorbij volgens dienstrooster. Aan het voor jazz gemaakte weer lag het niet. Vallende avond en vallende regen, die strepen op de pui achterliet en autolichten vervormde.
Op een moment dat niemand er nog op rekende, keerden ze terug en gaf de beste geklede saxofonist zijn gast het woord: "I have to make an announcement: this is not my horn. But i will blow on it, because i'm supposed to blow here." Vervolgens blies hij, met wangen die op ontploffen stonden, verpletterend de longen uit het lijf, zakte door de knieën - het publiek hield de adem in - en viel met de geleende sax dood neer.