Haeckel bedacht een theorie die zeer veel invloed had op de wetenschap in zijn tijd. Hij noemde zijn theorie de Biogenetische Wet, ook wel bekend van de leuze: ‘de ontogenie is een recapitulatie van de fylogenie’. Zijn idee was dat de ontwikkeling van de individuele embryo (oftewel ontogenie) dezelfde fasen doorloopt als de evolutie van de diersoort (fylogenie). Deze complexe band tussen het individu en diens soort zou de verbondenheid van al het leven op aarde onthullen. Haeckel dacht dat deze theorie zou bewijzen dat evolutie daadwerkelijk gebeurt; dat de gedeelde afkomst van alle diersoorten realiteit is.
Waarschijnlijk heb je nooit eerder gehoord van de Biogenetische Wet of van obscure termen als ‘ontogenie’ of ‘fylogenie’. Toch ben je waarschijnlijk meer bekend met de theorie dan je misschien denkt. Het is aannemelijk dat je hem bent tegen gekomen in je biologieboek op de middelbare school. Dit is omdat Haeckel niet alleen bedacht dat ‘de ontogenie een recapitulatie van de fylogenie’ was, hij leverde ook passende visuele ondersteuning voor zijn bewering. Deze visuele ondersteuning (zijn beruchte embryo-illustraties), is tevens de reden waarom Haeckel voor fraudeur wordt uitgemaakt.
Deze illustratie zou de gedeelde afkomst van honden en mensen moeten tonen. In de vierde week van de embryonale ontwikkeling (linker beeld) lijken de afgebeelde embryo’s erg op elkaar, ze zijn bijna niet uit elkaar te houden. De kieuwboog, die zich in vissen uiteindelijk ontwikkelt tot kieuwen, is bij beide zoogdieren zichtbaar, in de vroege fases van ontwikkeling. Ook blijken beide embryo’s nog een staart te hebben. Zulke rudimentaire organen, als kieuwspleten of de staart, blijven zichtbaar als overblijfselen tijdens ontogenie van de morfologie van het polygenetische verleden van de diersoort. De conclusie is, dat de mens een voorouder met staart had - gemeenschappelijke afkomst wordt onontkenbaar. Rechts kunnen we zien hoe de twee embryo’s langzaam uiteendrijven in de latere weken van hun ontwikkeling. Een zekere gelijkenis, zelfs in deze latere fases van embyonale ontwikkeling, toont de verbondenheid van alle diersoorten in de oorsprong en geschiedenis van organisch leven. Deze illustraties hebben een zekere retorische kracht. Ze laten op overtuigende wijze zien hoe al het leven op aarde inderdaad verwant lijkt te zijn.
Er was echter een probleem. Beroemde embryologen uit Haeckel’s tijd beweerden dat hij de illustraties vervalst had. In plaats van houtsneden van hond- én mensembryo, stelden ze dat Haeckel maar één houtsnede had gebruikt. Dit was, volgens hen, fraude. Hiermee zou Haeckel misbruik hebben gemaakt van het vertrouwen van zijn publiek (Richards 2008).
Haeckel was snel van repliek. Als eerste gaf hij toe dat hij inderdaad dezelfde houtsnede had gebruikt. Hij verdedigde zijn keuze met het argument dat, volgens hem, hond- en mensembryo in deze ontwikkelingsfase niet uit elkaar zijn te houden. Het gebruik van verschillende houtsnedes zou geen verschil hebben gemaakt. Deze uitleg werd toegevoegd aan latere uitgaven van Natürliche Schöpfungsgeschichte.
In de decennia die volgden stopten de aanvallen op Haeckel echter niet. Meer en meer wetenschappers namen aanstoot aan zijn theorie en de bijbehorende illustraties. Haeckel voelde zich continu gedwongen zichzelf en zijn illustraties te verdedigen.
Zijn hoofdargument was dat zijn illustraties schematisch waren. Ze toonden alleen wat hij essentieel achtte. Wetenschapshistorici hebben aangetoond dat deze werkwijze onder 19e eeuwse wetenschappers zeer gebruikelijk was (Hopwood 2006; Richards 2008). Destijds werden illustraties aangepast om de focus te leggen op het (volgens de wetenschapper) belangrijkste aspect van de afgebeelde embryo. Als gevolg hiervan werden elementen die onnodig werden geacht simpelweg weggelaten.
Haeckels illustraties waren dus subjectief. Ze ondersteunden zijn theorie dat ontogenie een recapitulatie is van de fylogenie. Hij koos de elementen die wat hem betreft het best zijn theorie visueel ondersteunden, en verwierp diegene die afleidden of onnodig waren. In de laatste decennia voor zijn dood bleven sommige tijdgenoten hem als frauduleus wetenschapper bestempelden. Anderen accepteerden zijn illustraties als toepasselijke schema’s.
Hier eindigt het verhaal echter niet. In tegendeel, het begon pas. In de 20e eeuw stonden biologieboeken op scholen in Europa en de VS stonden in de 20e eeuw vol met Haeckels embryo-illustraties. Als je Haeckel’s werk bent tegengekomen in je biologieboek ging het waarschijnlijk om deze litho’s, gemaakt naar Haeckels eigen tekeningen in zijn boek Anthropogenie (1874):
Herken je het? In tegenstelling tot de vorige illustratie besloot Haeckel meer dierlijke embryo’s toe te voegen. De illustratie vergelijkt de embryo’s van acht dieren en toont dat zelfs vissen en vogels vrijwel identiek zijn aan zoogdieren (inclusief mensen) in de vroege fases van embryonische ontwikkeling (eerste rij).
Een artikel uit 1997 in Science getiteld ‘Haeckel’s Embryos: Fraud Rediscovered’ bracht het onderwerp terug onder de aandacht (Pennisi 1997). Het artikel refereerde aan recent onderzoek waarin wetenschappers moderne foto's van embryo’s hadden vergeleken met Haeckels illustraties in Anthropogenie (Richardson, Hanken et al. 1997). De resultaten spraken voor zich: Haeckels illustraties waren simpelweg fout. Kijk naar de directe vergelijking tussen Haeckels embryo’s en de foto’s:
Er brak een enorm protest uit. Beroemd evolutionist Stephen J. Gould verkondigde in een artikel uit 2000, met de passende titel Abscheulich! (Afschuwelijk!):
“Maar ik denk dat we wel het recht hebben om zowel verbijsterd als beschaamd te zijn door de honderd jaar aan hersenloos hergebruik dat heeft geleid tot de volharding van deze illustraties in veel, zo niet alle moderne schoolboeken!” (Gould 2000)
Hoe kan het dat deze schoolboeken, zogenaamd van de bovenste plank, nog altijd deze overduidelijk gebrekkige illustraties bevatten? Haeckel lijkt zijn plek in de schoolboeken niet te verdienen. Hij verkwistte zijn plek tussen respectabele wetenschappers toen hij besloot zijn illustraties te simplificeren of vervalsen.
Denk je dat het verhaal hier eindigt? Nee, het gaat nog altijd door. Laten we eens beter kijken naar de vergelijking tussen de ‘echte’ foto’s en Haeckels illustraties. Het zal je opvallen, zeker in het geval van de salamander, dat de embryo vergezeld wordt door een grote balvormige constructie die in Haeckels illustratie nergens voorkomt. Wat je ziet is het materiaal van de dooier. Daarnaast zijn sommige embryo’s anders gedraaid, en hebben verschillende groottes.
Haeckel gaf toe dat hij zijn embryo-illustraties stileerde, alleen de elementen toonde die hij essentieel achtte. Zijn doel, om een schematische afbeelding van embryo's te verbeelden, geeft aan waarom de foto’s zo anders zijn dan Haeckels embryo’s. Ook bracht hij al zijn embryo’s terug tot een vergelijkbare grootte. Haeckel filterde dus zijn tekeningen zodat alleen de, voor hem, belangrijke essentie zichtbaar zou zijn.
De foto’s doen dat niet. Historicus Robert J. Richards stelde daarom voor om eerst vergelijkbare aanpassingen te maken aan de foto’s, om zo beter een eerlijke vergelijking te kunnen maken. Richards verwijderde de dooiers, verkleinde de salamander om hem in proportie te krijgen en ontkrulde de kip-embryo.
Dit was het resultaat:
Je kunt voor jezelf beoordelen of je Haeckel een fraudeur vindt of niet. Het moet hier worden opgemerkt dat het algemene idee van Haeckels Biogenetische Wet nog altijd wijd geaccepteerd is onder wetenschappers. Hoewel embryo’s er niet precies hetzelfde uitzien, of alle aspecten van de evolutionaire geschiedenis van een diersoort samenvatten, is het hoofdidee van ‘de ontogenie is een recapitulatie van de fylogenie’ tot op heden niet ontkracht (Richardson and Keuck 2002).
Veel dubieuze websites gebruiken het verhaal van Haeckels embryo’s om Haeckels betrouwbaarheid als wetenschapper te ondermijnen, en uiteindelijk twijfel te zaaien over de validiteit van de evolutietheorie in het algemeen.
Voor nu wil ik een andere conclusie trekken. Ik denk dat het verhaal van Haeckels embryo’s niet zozeer gaat over Haeckel of zijn Biogenetische Wet, of zelfs over de evolutietheorie an sich. Het stelt belangrijke vragen over de verbeelding van ‘waarheid’ in wetenschap en wetenschappelijk onderwijs. Zijn gestileerde afbeeldingen (wanneer als zulks beschreven) misleidend? Laten foto’s altijd de objectieve waarheid zijn? Dit zijn de vragen die we zouden moeten bespreken. Denk ook aan deze vragen wanneer je kijkt naar Haeckels Kunstformen der Natur. Zijn deze afbeeldingen frauduleus, omdat ze gestileerd zijn?
Gould, S. J. (2000). "Abscheulich! (Atrocious!)." Natural History 109(2): 42-49.
Hopwood, N. (2006). "Pictures of Evolution and Charges of Fraud. Ernst Haeckel's Embryological Illustrations." Isis 97: 260-301.
Pennisi, E. (1997). "Haeckel's embryos: fraud rediscovered." Science 277(5331): 1435-1435.
Richards, R. J. (2008). The Tragic Sense of Life. Ernst Haeckel and the Struggle over Evolutionary Thought. Chicago, University of Chicago Press.
Richardson, M. K., J. Hanken, et al. (1997). "There is no highly conserved embryonic stage in the vertebrates: implications for current theories of evolution and development." Anatomy and embryology 196(2): 91-106.
Richardson, M. K. and G. Keuck (2002). "Haeckel's ABC of evolution and development." Biological Reviews 77(4): 495-528.