Dirk Monsma 23 jul 2006

Naar een nieuwe culturele elite

In Rotterdam tekent zich een nieuwe culturele elite af. Een groep jongeren die zich presenteren op podia, participeren in theatergroepen en veel ambitie en talent tonen.

Rond kwart voor acht staat een meute jongeren voor de ingang van het Rotterdamse poppodium Nighttown. Over een kwartier begint Fanatics: three minutes of fame, een podium voor jongeren. Drie minuten en geen seconde langer. Rappers, breakers, R&B, zangsolo’s, electric boogie of een lied uit een Amerikaanse musical. Tien presentaties op één avond. Wethouder Marianne van den Anker neemt plaats in de driekoppige jury. Met haar felblonde haar valt ze op tussen de 200 jongeren die zich in de zaal bevinden. Maar niemand die daar op let. Jandino Asporaat presenteert de avond. Hij vuurt de zaal aan als het te rustig is en vraagt om respect als de zaak uit de hand dreigt te lopen. Iedere presentatie roept emotie op bij dit multiculturele, jonge publiek. Jandino Asporaat vraagt aan de zaal wie er gaat stemmen als het weer kan. Een meerderheid joelt van nee. ‘Als je niet gaat stemmen zet je jezelf buitenspel’, roept hij gedreven. ‘De politiek, dat zijn wijzelf.’ De wethouder geniet zichtbaar. ‘Ik weet nu dat de SKVR midden in de samenleving staat’, zegt ze om tien uur als de avond is afgelopen.

Kennismaking
De SKVR maakt kunst bereikbaar voor de gehele Rotterdamse bevolking, in het bijzonder de jeugd. De eerste kennismaking is er al voor kleuters in het eerste leerjaar van de basisschool. Tweemaal per jaar is er voor alle basisschoolleerlingen een kunsteducatieve activiteit. Ruim negentig procent van de Rotterdamse scholen maakt daar gebruik van en is zeer tevreden over de programmering. Bij het verlaten van groep 8 hebben de leerlingen kennisgemaakt met alle kunstdisciplines en met talloze kunstinstellingen in de stad. Eenderde van de scholen voor het voortgezet onderwijs, bijna altijd VMBO, doet mee aan een vervolg op dit cultuurtraject. Voor deze leerlingen gaan actieve en receptieve componenten hand in hand. Door zelf mee te doen worden ze onderdeel van cultuur, in plaats van alleen beschouwer. Jaarlijks doen veertig Rotterdamse kunstinstellingen aan dit vervolgtraject mee.

Een groep pubers uit de tweede klas van een praktijkschool scharrelt op sloffen door Huize Sonnneveld. De begeleider van het NAi vertelt over de geschiedenis van de bewoner, de directeur van de Van Nellefabriek die deze villa in de jaren dertig voor zijn gezin liet bouwen. Het vervolg van de excursie vindt plaats in Witte de With, waar de voorhoede van de kunst met grote K zich presenteert. De educatieve begeleiders van Witte With laten de leerlingen maquettes bouwen; eigen belevingen vormen het uitgangspunt. De leerlingen waarderen de activiteit na afloop met een zeven.

Nieuwe inhoud en vorm
Met het beleidsplan ‘Tot diep in de stad’ zette de SKVR zes jaar geleden een nieuwe koers in. Uit een inventarisatie in 1999 bleek dat zowel het klantenbestand als de docenten wat betreft leeftijd en etnische achtergrond geen afspiegeling meer vormden van de Rotterdamse samenleving. Om een groter deel van de multicultureel samengestelde jeugd te bereiken, moest het aanbod drastisch worden aangepast. De aandacht ging vooral uit naar kinderen en jongeren in wijken met een sociaal-economische achterstand. Er werden wijkinitiatieven ontplooid in enkele achterstandswijken en de programmering voor VMBO-scholen werd fors uitgebreid. Om jongeren te bereiken, werden disciplines ingezet die aansluiten op de jeugdcultuur en die op dat moment niet in het vaste aanbod van de SKVR zaten. Daar hoorde ook een nieuwe benadering en een nieuwe methodiek bij. De vier onderdelen van de hiphop kregen een plek in de programmering in de wijken en het voortgezet en middelbaar (beroeps)onderwijs: rap, dj’en, graffiti en breakdance. Voor deze disciplines had de SKVR geen docenten in huis. Om die reden rekruteerde zij talentvolle twintigers van de straat om de workshops te verzorgen. Voor deze nieuwe docenten werd een speciaal opleidingstraject ontworpen: ‘De Kweekvijver’. De missie om in deze cultuurplanperiode meer jeugd te bereiken werd behaald: de SKVR bereikt in 2004 bijna twintig procent meer jeugd dan in 2001. Verantwoordelijk voor deze groei zijn de onderwijsprogrammering, de wijkinitiatieven en het eigen jongerentheatergezelschap Young Stage.

Zahra Ouajil begon vorig jaar het eerste leerjaar van een ROC. Zij is erg ontevreden over het aantal lessen dat steeds uitvalt. Niet de leerlingen, maar de school ontbreekt het aan motivatie, zo vindt zij. In september deed zij mee aan de auditie van Young Stage en nu speelt zij in de voorstelling. Met haar ROC regelt zij dit als stage. Modules als samenwerken en conflicthantering hoeft zij nu niet meer op school te volgen, vindt zij, ‘want in de praktijk leer je daar veel meer over.’ Zij is vastberaden haar podiumervaring een plek te geven in het vervolg van haar studieloopbaan.

Verleiding
Young Stage bestaat uit een korte theatervoorstelling met daaraan gekoppelde workshops. Het publiek bestaat veelal uit middelbare scholieren. In de workshops kan een keuze gemaakt worden uit dans, rap en meer.
Young Stage bestaat nu zes jaar. Ieder jaar worden in audities zes spelers geselecteerd uit een brede groep jongeren zonder podiumervaring. Na de zomermaanden beginnen de repetities die uitmonden in een flitsende première in december. Daarna gaat de voorstelling op tournee langs scholen en buurthuizen. Tachtig voorstellingen op rij zijn geen uitzondering. Na afloop verzorgen de spelers, samen met SKVR-docenten, workshops aan scholieren. Hiermee ‘verleiden’ zij andere jongeren om ook zelf cultureel actief te worden. Zo vinden op de scholen de zogenaamde ARTRAX-projecten plaats, die als korte cursussen verdieping geven aan specifieke kunstdisciplines. Deze projecten eindigen altijd met een presentatie.
Daarnaast figureren de Young Stagespelers in de website www.ZAPR.nl. Zij zijn het gezicht van de website en trekken met hun weblogs de Rotterdamse jongeren naar de ZAPR-site en zorgen zodoende voor de koppeling naar activiteiten die de culturele instellingen organiseren voor jongeren. Daarnaast ondersteunen zij de maandelijkse ‘Fanatics: three minuts of fame’, het open jongerenpodium in Nighttown. Na een jaar zwermen de spelers weer uit, een enkeling blijft nog een jaar.

Jandino Asporaat speelde twee jaar in een voorstelling van Young Stage. De regisseur van het Rotterdamse jeugdtheatergezelschap Het Waterhuis nodigde hem uit voor een rol in een voorstelling en moedigde hem aan om zich in te schrijven voor het cabaretfestival Camaretten. Inmiddels is Jandino Asporaat regieassistent van Young Stage en presentator van Fanatics. Tijdens Camaretten speelde hij Luxor plat en won daarmee de persoonlijkheidsprijs. Hij werd daarvoor beloond met een tournee door Nederland, samen met de winnaar.

Place to be
Niet alleen de SKVR biedt ruimte aan nieuw talent om zich te manifesteren. Voor jongeren die de weg naar bestaande podia en naar vakopleidingen niet weten te vinden zijn de mogelijkheden in de afgelopen cultuurplanperiode gegroeid. Het Rotterdams Wijktheater maakt regelmatig jongerenvoorstellingen en weet daarmee een nieuw publiek aan zich te binden. Hal 4 wil de plaats zijn in Rotterdam voor de hiphopjeugd en biedt een kleurrijke programmering. ‘Talent 2 Star’ presenteert zich succesvol als kans voor urban jongeren om talent te ontwikkelen en podium ervaring op te doen. Op deze wijze breidt het nieuwe netwerk zich steeds verder uit.

Een nieuwe culturele elite?
Er zijn vijf stappen te herkennen in dit proces:
1. Er wordt in het regulier onderwijs een brede vorm van kunsteducatie aangeboden waarin kunstvormen, jeugdcultuur en eigen ervaringen van leerlingen een plek hebben.
2. De leerlingen worden actief verleid om deel te nemen aan activiteiten rond een van de kunstdisciplines, zodat zij zich ermee kunnen identificeren.
3. Er wordt gebouwd aan een breed netwerk van plekken waar jongeren zich kunnen presenteren op plaatsen waar je moet zijn.
4. Dan de meest delicate stap: de jongeren bepalen uiteindelijk zelf op welke plaatsen ‘je moet zijn’. Jongeren zijn hun eigen cultuur en organiseren zichzelf in groepen van wisselende samenstelling. Ze beheren hun eigen cultuurnetwerk.
5. De laatste stap is het ontstaan van helden als Jandino Asporaat. Hij is een van de talenten die voortgekomen zijn uit dit netwerk en nu als voorbeeld dienen voor anderen. Jandino Asporaat is de frontman van een nieuwe culturele elite.
Deze nieuwe culturele elite heeft een multi-etnische samenstelling. De leeftijd varieert van 16 tot 26 jaar. De kunstdisciplines die deze jongeren beoefenen behoren voornamelijk tot de podiumkunsten: veel muziek, dans en theater, nauwelijks beeldende kunst, fotografie of nieuwe media. De ambities zijn hoog: ze willen iets bereiken met hun kunst, ze willen een cd maken of ooit in Ahoy’ staan; daar dromen ze van. In ieder geval willen ze geld verdienen met dat wat ze kunnen, bijvoorbeeld als dj op feesten. Ze voelen een jongere doelgroep goed aan en zien het als hun verantwoordelijkheid om een jongere generatie de weg te wijzen naar kunst. Hun opleidingsniveau is VMBO of MBO, echter meestal zonder hun diploma te hebben behaald. Desondanks vallen zij op door hun taalvaardigheid, goede communicatie, vormgevoel en persoonlijkheid, wat aangeeft dat ze het maatschappelijk wel gaan redden.

Opleidingsdilemma
Deze nieuwe culturele elite kan weer worden ingeschakeld in de kunsteducatie in het reguliere onderwijs. Daarmee is de cirkel rond. Deze groep is namelijk bij uitstek geschikt om een jongere generatie tot voorbeeld te dienen. De schooljeugd kan zich als toekomstig burger niet spiegelen aan de eigen ouders noch aan de autochtone docenten. Zij kunnen zichzelf wèl herkennen in dit nieuwe type docent in de kunsteducatie, met eigen normen en waarden en met eigen methodes om kunst over te dragen. Hierin schuilt meteen een dilemma. Deze jonge mensen zullen, gezien hun vooropleiding, nooit een officiële kunstvakopleiding kunnen volgen, aangezien deze nog altijd op HBO-niveau zijn. Bovendien bieden de kunstvakopleidingen niet die vakgebieden waarin zij uitblinken.
De SKVR biedt hen daarom ‘De Kweekvijver’, een eigen opleidings- en coachingstraject om opgeleid te worden tot peergroupleider of community artist, waarmee ze in staat worden gesteld hun discipline over te dragen op ander jongeren. ‘De Kweekvijver’ biedt wel een prachtig certificaat, maar dit is (nog) geen erkend diploma. Het biedt de jongeren wel de mogelijkheid om met een BTW-nummer en een Verklaring Arbeidsrelaties als ondernemer sterker te staan, maar de stap van kunstenaar van de straat naar kunstenaar in een gevestigde instelling is daarmee nog niet gezet. Het is hard nodig dat ROC’s hun poorten voor deze groep openen door hun onderwijs te herontwerpen. Niet door een kunstvakopleiding te creëren op MBO-niveau, maar door de mogelijkheid te bieden een artistieke ontwikkeling te combineren met bestaande MBO-opleidingen. Dat geeft een breder beroepsperspectief voor deze groep. Zahra Ouajil geeft hierin een voorbeeld nu zij een stageplaats heeft in Young Stage èn haar eigen MBO-opleiding blijft volgen.

De volgende stap
De meest kritische succesfactor voor de SKVR is de volwaardige deelname van leden van de nieuwe elite binnen de eigen organisatie. Er moet letterlijk en figuurlijk ruimte worden gegeven aan de nieuwe cultuurdeelnemers. Dat vraagt van de organisatie lef om de eigen opvattingen over methodiek, werkwijze, normen en waarden in samenspraak met de nieuwe culturele elite bij te stellen. Dat vraagt om erkenning van nieuwe competenties en om discussies over salarissen en rechtsposities. Als dit proces de komende jaren wordt voltooid, is de nieuwe elite definitief deel van de organisatie.

Stichting kunst voor Rotterdammers www.skvr.nl
Culturele site voor vmbo leerlingen www.zapr.nl