Breda Beban en Hrvoje Horvatic zouden dat begrijpen. Dit Joegoslavische kunstenaarsduo werkt nu zo'n vijf jaar samen en heeft in die tijd een vergelijkbaar soort alchemie bedreven in een reeks videowerken — werken die, in het gebruik van persoonlijke en poetische symboliek en in bet oproepen van de specifieke aura van een plek, verder reiken dan dat, om te komen tot iets dat zowel direct is als abstract, specifiek als universeel.
In veel uiteenlopende aspecten van hun werk brengen Beban & Horvatic een ontmoeting tot stand tussen twee zeer verschillende werelden: tussen het oude en het nieuwe, het efemere en het duurzame, het onstoffelijke en het sterfelijke, of zelfs, gezien vanuit de Europese geografie en cultuur, tussen Oost en West. Hun samen- werking op zichzelf is al even tweeledig: de esthetiek van de beeldende kunst/performance art (gepersonifieerd door Beban), op het scherm gebracht door middel van Horvatics capaciteiten als filmer.
Beban is begonnen als schilderes. Ze had een voorkeur voor (groots opgezette) symbolen die ze ontleende aan de byzantijnse kunst en later zou ontwikkelen tot de hoofdmotieven voor een reeks gracieuze performances. Horvatics bijdrage aan de samenwerking is een haarscherp filmersoog dat Bebans compositorisch evenwicht perfect completeert — wat met zozeer tot uiting komt in technische hoogstandjes, maar in een benade- ring die opvalt door subtiliteit en ingetogenheid. Bovendien, als gevolg van zijn filmopleiding tonen Horvatics beelden een filmisch gewicht en een textuur die maar al te zeldzaam is onder videokunstenaars. En hoewel het werk van het duo zich onderscheidt door een trage, imposante sensibiliteit, is deze onnaspeurbaar en toch beduidend anders dan in het minimalistische, ‘durationalistische’ type video dat eind zeventiger jaren in zwang was. Misschien is het nauwer verwant aan de films van Tarkovsky.
Werken uit het begin van de samenwerking, zoals Meta en She, Four Things, ontvouwen zich in een traag, afgemeten tempo en met de uitgelezen precisie van een ritueel. Bij tijd en wijle laat Beban sonore klanken horen met het ceremonieel van een aloude litanie. Een soort ‘mythische’ gewijdheid is dan 00k een steeds terugkerend kenmerk in hun werk. In Bless My Hands, bijvoorbeeld, draait het om de simpele, ‘symbolische’ handeling van Beban die, gekleed in een sober wit gewaad, geknield een enorm wit blad papier verbrandt boven een gouden cirkel in een lege ruimte, en dan haar handen door de afkoelende as woelt. Ook All Our Secrets Are Contained In An Image voert ons mee in de goddelijke rust van de bespiegeling. Net als bij Bless my Hands wordt er met een eenvoudig beeldend schema van zwart, wit en goud gewerkt, terwijl Horvatic niet meer gebruikt dan de meest simpele belichtingseffecten om een bewegend tapijtwerk van licht en schaduw te weven waar- door Beban op bijna spookachtige wijze aan ons verschijnt; en face met een traan die over haar wang rolt, of midden in beeld, wanneer ze de vlindermouwen van haar sierlijke gewaad heft in een niet te bevatten gebaar van macht of ootmoed.
Wellicht het hoogtepunt van hun werk tot nu toe is Taking On A Name. De video begint met een sobere, obsederende prelude van golven die in slow motion tot rust komen in diep water, en vloeit vervolgens over in een oud, iconisch mozaiek, waarvan we een glimp opvangen onder het wateroppervlak van een poel tussen de rotsen. Tijd en getij, en meer van zulke oude waarheden — maar prachtig, simpel verbeeld. Terwijl een zich herhalend, weergalmend patroon van bastonen op de geluidsband weerklinkt, zien we Beban staan, haar gezicht naar ons toe, aan de oever van een ogen- schijnlijk eindeloos meer. De muziek vervolgt haar trage spiraal van processietonen, terwijl Beban een reeks gedaanten aanneemt: eerst zien we haar als een verschijning uit het geestenrijk die vlam men in haar handen draagt, dan als de priesteres gehuld in haar gekapte mantel en uiteindelijk neemt ze de vorm aan van Venus die zich baadt in het water van het meer.
_
Taking On A Name is een bijzondere video, die zijn bekoring ontleent aan niets meer dan een enkele, sublieme performance en een voor- beeldig gebruik van locatie. Het is ook een staaltje van intense doelgerichtheid dat Beban & Horvatic tentoonspreiden bij het maken van een werk. Taking On A Name telt maar drie lange ‘takes’, met in alledrie een wisselende, vluchtige lichtinval die het resultaat was van wachten, wachten en nog eens wachten aan de oever van het meer, op dat ene moment, waarop de juiste omstandigheden en de juiste stemming samenvielen. Zo werken ze altijd — meestal met dezelfde kleine filmploeg en dikwijls op plekken in het landschap waar ze al eerder geweest zijn of waaraan ze een bepaalde betekenis toekennen.
De twee meest recente tapes van het duo, Geography en For You in Me and Me in them to be One, tonen ook die visie op de buitenwereld als Spiegel van een innerlijk landschap: zichtbaar in een reeks dromerige tableaus — een bosrijk dal, een geblindeerde kamer, de lichtval op de koepel van een klooster, de regen, die tegen de straat slaat als een vlucht uitroeptekens — een landschap, dat de tijd in het gemoed grift of waar de herinnering, in tijden van verwar- ring, naar terugdrijft. Misschien met uitzondering van Bill Viola, wiens videos ook iets uitstralen van een bovennatuurlijk in-de-wereld-staan, zijn Beban & Horvatic de enige onder de video- kunstenaars naar wiens werk je op zo’n manier kijkt: je kijkt, en terwijl je dat doet, verzink je erin. In een tijd waarin zoveel electronische kunst in theorie en praktijk vervalt tot het oppervlakkige spiegelspel van het simulacrum, hebben Beban & Horvatic gezocht naar een soort stilstaand punt, een focus, en dat ook gevonden. Met de broze mozaieken van hun videos of de gewijde sfeer van hun installaties, plaatsen Beban & Horvatic een kaars in het venster van het Beeld, in een poging om het zijn geheim te ontfutselen, en soms, als het uur en de stemming net goed zijn, het te doen stralen in het schijnsel van weer oplevend licht.
vertaling Olivier-Wylie