Jella Pichotte 22 Kas 2006

'Reframing Traditions' debat

'Het verleden is altijd aanwezig. Traditie verdwijnt niet, je vindt altijd sporen.' Met deze stelling opende het debat 'Reframing Traditions' op 11 september 2006 tijdens het filmfestival Africa in the Picture Festival. Vier panelleden, twee deskundigen en een paar belangstelleden gingen in de bovenzaal van de Amsterdamse bioscoop Rialto in debat over het toen en nu in de Afrikaanse cinema.

‘Het verleden is altijd aanwezig. Traditie verdwijnt niet, je vindt altijd sporen.’ Met deze stelling opende het debat ‘Reframing Traditions’ tijdens het filmfestival Africa in the Picture Festival. Vier panelleden, twee deskundigen en een paar belangstelleden gingen in de bovenzaal van de Amsterdamse bioscoop Rialto in debat over het toen en nu in de Afrikaanse cinema.

Door: Jella Pichotte

Ieder jaar kiest het filmfestival Africa in the Picture een hoofdthema waaronder zij een selectie films van en over het continent laat zien. Dit jaar koos de organisatie voor het hoofdthema ‘Reframing Traditions’. Het brede thema verwijst aan de ene kant naar de ‘Traditions’, de traditie en de Afrikaanse geschiedenis. En naar de manier waarop de Afrikanen en anderen naar de geschiedenis van Afrika kijken. Aan de andere kant laat het thema met een nieuwe blik het verleden zien. Door ‘Reframing’, in nieuwe kaders plaatsen, worden tradities, de geschiedenis en de verhalen vertelt vanuit een nieuwe invalshoek. Het is niet verwonderlijk dat dit thema weer terugkomt in de serie van drie debatten die tijdens het festival werden georganiseerd.
Onder leiding van Mbye B. Cham, professor African Languages and Literature aan de Howard University, boog het panel zich over het thema ‘Reframing Traditions’. De panelleden en filmmakers Julius-Amédée Laou (French Wedding Caribbean Style), Maganthrie Pillay (34 South), Silvestre Amoussou (Africa Paradise) en Ibrahima Sarr (Africa: The Essential Words) werden bij gestaan door de professors Daniela Merolla en Birgit Meyer. De films van de gasten werden tijdens het filmfestival vertoond onder het thema ‘Highlights from the Motherland’, films van het Afrikaanse continent. Ze vertellen de Afrikaanse geschiedenis opnieuw en zien de nare kant onder ogen. Door het accepteren en bekritiseren van de traditie kijken ze met een andere blik naar het verleden.

Invloed

Pillay: ‘Het opnieuw vertellen van de geschiedenis is een voorwaarde voor het hebben van een toekomst. De invloeden uit Arabisch Afrika, Indiaas Afrika en Europees Afrika hebben Afrika gevormd tot wat het nu is.’ Met haar debuutspeelfilm 34 South wil ze duidelijk maken dat je pas verder kan, wanneer je weet wat je achtergrond, geschiedenis en traditie is. Voor veel filmmakers betekent deze andere blik minder subsidie van fondsen. Het debat begon daarom met de vraag in hoeverre de fondsen invloed hebben op de inhoud van films. Volgens het viertal is produceren van een film in Afrika een echt probleem. Amoussou: ‘Fondsen bepalen het thema van je film. Wil je als makers toch een film maken zoals jij die in gedachten hebt, dat ben je afhankelijk van je eigen vermogen en particulieren.’
Productietijden van tien jaar zijn dan ook niet vreemd. Filmmaakster Pillay werkte ruim acht jaar aan haar debuutfilm. Tijdens deze periode kreeg ze twee kinderen en regisseerde ze diverse documentaires en theaterproducties. Ook Amoussou werkte bijna tien jaar aan Africa Paradise. Zonder de giften van particulieren had hij deze film nooit kunnen produceren.

De tegenwerking van de fondsen nemen veel makers voor lief. Laou: ‘Je maakt een film met een bepaald thema, omdat je iets te zeggen hebt. Het gaat ook niet om de bezoekersaantallen. Als artiest maak je een film voor elk publiek en niet alleen voor een bepaald publiek.’ Sarr valt bij: ‘Vroeger was er veel invloed op wat de filmmakers wel en niet mochten zeggen. Tegenwoordig hebben zij zelf de touwtjes in handen om toch die dingen te zeggen die zij willen.’
Met die verworven vrijheid is het volgens Sarr en Amoussou belangrijk dat er films voor de Afrikanen zelf komen, die hen in contact brengt met hun eigen rijkdom en cultuur. Amoussou: ‘Het wordt tijd dat de mensen zichzelf zien door hun eigen ogen en zoals zij zijn, in plaats van zichzelf zien door de ogen van anderen.’ Pillay is het met de twee eens: ‘Het is interessant om te zien dat de wereld een visie heeft op wie de Zuid-Afrikanen zijn, maar in werkelijkheid hebben de Zuid-Afrikanen zichzelf nog maar weinig terug gezien op het scherm.’

Tweedeling

Ondanks de filmgeschiedenis in Afrika al ruim een eeuw oud is, bestaat er volgens Pillay nog steeds een tweedeling: films over Afrika en films voor Afrika. In de eerste categorie films komen de zwarte Afrikaanse bewoners niet voor. In de geschiedenis van de Westerse film was het beeld van Afrika lang die van natuur en wilde dieren. De Afrikaanse inwoners waren vroeger (en soms nu nog) slechts achtergrond. Daartegenover staat dat in de films voor Afrika geen blanken voorkomen. De beide professoren Merolla en Meyer bevestigen dat het beeld van Afrika in de Westerse film niet overeenkomt met de werkelijkheid. ‘Vooral in de avonturenfilms uit de jaren ‘50 en ‘60 ging de aandacht uit naar het blanke koppel. Het land werd weerspiegeld als mooi, maar met een gevaarlijke natuur en was vooral achtergrond. Nog steeds zie je op National Geographics of Discovery Channel beelden van de mooie natuur, maar komen de bewoners haast niet in beeld.’

Breken met traditie

Tijdens het debat rees de vraag: ‘Breken de hedendaagse Afrikaanse filmmakers met de traditie om verder te gaan of is er een transformatie van wat vroeger was en nu?’ De gerenommeerde Afrikaanse cineasten hebben hun opleiding meestal in het Westen genoten. Zij wonen hier helemaal of voor een gedeelte van het jaar. De nieuwe filmmakers proberen uit de frames van modern en traditie te breken en mixen deze twee. Laou: ‘Het is voor de filmmakers moeilijk om een onderscheid te maken tussen modern en traditie. Ze zijn met de verhalen en de geschiedenis opgegroeid. Het zit in hun bloed. De verhalen zijn ook belangrijk voor de bewoners, vooral op educatief gebied. Via de verhalen krijgen ze hoop en zien ze mogelijkheden.’
De Afrikaanse film is aan het emanciperen. De digitale revolutie geeft de nieuwe jonge Afrikaanse filmmakers steeds meer kansen om zich te ontplooien en een eigen stijl te ontwikkelen. Door de geboden kansen plaatsen Afrikaanse filmmakers de gevestigde culturele, politieke en cinematografische orde voor nieuwe uitdagingen. Zij kijken naar dingen uit het verleden waar zij boos over worden. De uitdaging voor hen is om van deze klaarliggende gegevens iets te maken waar zij achterstaan. Heidi Lobato, directeur van het filmfestival Africa in the Picture, verwoordde het al bij de opening van het festival: ‘Door alle ontwikkelen van de afgelopen jaren hangt er iets in de lucht, dat wel eens heel interessant kan worden. Vooral op politiek vlak.’

Jella Pichotte doorliep twee jaar geleden het traject ‘Een nieuwe generatie Cultuurjournalisten’ bij het TIN. Ze is freelancer voor Colorfull-magazine en Theatermaker. Ook schrijft ze recensies en theaterspecials voor theaterwebsite 8weekly.nl. jella.pichotte@gmail.com