Report Anders denken, anders doen #5: Trusts volgens het Amsterdamse model
In de vijfde editie van Anders denken, anders doen hadden we het over trusts in Amsterdam. Dit concept - dat burgers meer verantwoordelijkheid geeft met betrekking tot hun eigen leefomgeving - had dringend behoefte aan een praktische ontwerpsessie om de rollen van onder anderen corporaties, stadsdelen en zelfstandigen te onderzoeken. Aanwezig waren bestuurders, burgers, ambtenaren, ondernemers en adviseurs die met elkaar aan tafel gingen voor het uitwisselen van ervaringen en gedachte-experimenten.
Het Big Society idee zoals dat is overgewaaid uit Engeland kan niet zonder meer worden toegepast op het Nederlandse model van de verzorgingsstaat die ons en onze leefomgeving de laatste jaren (mede) heeft bepaald. Met Jos van der Lans (journalist/publicist), Hettie Politiek (programmamanager wijkaanpak) en diverse deskundigen in de zaal gingen we het gesprek aan en richtten we een Amsterdamse proeftuin voor dit Engelse idee in. Belangrijke vraag daarbij was of de trusts uiting geven aan een maatschappelijk ideaal of het een logische en noodzakelijke gevolgtrekking is van de bezuinigingen. Bovendien worden de rollen van verschillende partijen, zoals eerder genoemd, onderworpen aan een kritische toets.
Uitgangspunt van de avond lijkt te zijn dat er burgerinitiatieven te over zijn om de leefomgeving prettig te maken en aandachtswijken positieve energie te geven. Door de huidige bezuinigen is het noodzakelijk na jarenlange pampering van overheden en stadsdelen de touwtjes wat te laten vieren en een beroep te doen op de burgerparticipatie en te investeren in een buurteconomie. De voorbeelden zijn bekend: de Tolhuistuin aan de Noordelijke IJ-oever, het Timorplein en de Transvaalbuurt. Ook initiatieven als het Sieraad aan de Postjesweg, stadslandbouw en de plannen voor de Hallen in West laten zien dat er aan initiatief en ondernemerschap geen gebrek is.
Een belangrijke term in de nieuwe trust-ontwikkeling is 'eigenaarschap'. Op welke manier betrek je mensen bij een buurtproject en zorg je ervoor dat ze de handen ineenslaan en zich verantwoordelijk voelen voor de buurt? En hoe behoud je de regie als stadsdeel als je de sleutels in de buurt neerlegt?
Jos van der Lans geeft aan dat het geven van eigenaarschap op verschillende manieren denkbaar is, gedacht wordt aan een buurteconomie om de opbrengsten rechtstreeks ten goede te laten komen aan de buurt of het buurtproject. Andere opties zijn de één euroconstructie, waarbij een gebouw dat op de slooplijst staat een tijdelijke invulling krijgt voor een symbolisch bedrag, en stapelhuur. Volgens Jos heeft de verzorgingsstaat van de laatste decennia ervoor gezorgd dat elk burgerinitiatief wordt opgevat als een vorm van vrijwilligerswerk. De essentie van eigenaarschap en trusts in de buurt liggen echter veel meer in een verandering in het opdrachtgeverschap. Vooralsnog worden veranderingen in de buurt na een lange bureaucratische weg langs ambtenaren en stadsdelen op bestuurlijk niveau geïnitieerd, dat zou veel sneller, efficiënter en wellicht goedkoper kunnen als burgers zelf dat opdrachtgeverschap naar zich toe trekken en het monopolie op 'het goede' niet meer bij de instituties blijven liggen.
Het trust-idee houdt in dat er kapitaal en vertrouwen wordt gegeven aan burgers en burgerinitiatieven. Door deze medeverantwoordelijkheid ontstaat een besef van eigenaarschap en daarmee betrokkenheid bij de buurt.
Hettie Politiek noemt de drie peilers in dit proces:
- ontideologiseren
- ontinstitutionaliseren
- ontprofessionaliseren
Het stadsdeel levert bij deze processen een groot deel van de verantwoordelijkheid in maar is tegelijkertijd onderdeel van de proeftuin.
Ook Henk Cornelissen geeft aan dat het gaat om het hernemen van de controle over de eigen bestaansvoorwaarden. We zijn in zijn ogen sinds de jaren '80 doodgeknuffeld en wijzen bij buurtontwikkeling te vaak naar het logge ambtenarenapparaat, de overheid of de corporaties die op hun beurt weer te maken hebben met bezuinigingen. De controle is de laatste jaren uitbesteed en nu het economisch minder gaat zouden we die controle terug kunnen pakken en zelf rechtstreeks investeringen de wijk kunnen doen waarvan de winst direct terugkomt in de wijk.
Pieter de Jong van Ymere heeft een jarenlange ervaring van projectontwikkeling en heeft menig project zorgvuldig gefinancierd met de opbrengsten uit andere initiatieven. Hij vraagt zich dan ook af of er genoeg knowhow in de wijk is om dergelijke initiatieven financieel rond en kloppend te krijgen. Wie neemt de lening van tien miljoen op zich om een project te laten slagen? Gelijk wordt er teruggeworpen dat het niet hoeft te gaan om een volledige uitbesteding van projectontwikkeling aan de buurt maar om het inrichten van een proeftuin waarbij stadsdelen, ambtenaren, ondernemers en burgers zoeken naar een nieuwe vorm van opdrachtgeverschap om zo de logge instituties te omzeilen en de wensen uit de omgeving rechtstreeks in praktijk te brengen. Pieter de Jong vraagt zich af wat de rol van de corporaties in dit verhaal kan zijn. Als reactie wordt er verwezen naar de communities in de Indische buurt die de kleine economie vitaal houdt door investeringen van onder anderen Ymere. Hierbij wordt langzaam toegespeeld naar een nieuwe vorm van wijkaanpak.
De ontwerpsessie moest randvoorwaarden scheppen voor een Nederlands trustmodel. De resultaten werden nog niet erg concreet, wat misschien wel tekenend is voor de stand van de ontwikkelingen. Grote vraag is of instituties bereid zijn zich terug te trekken en de zeggenschap langzaam over te dragen aan de burgers en particuliere initiatieven zodat de buurt de touwtjes zelf in handen krijgt en op een transparante manier samen gaat werken met de bestuurlijke organen. Ook kunnen de geringe resultaten proeve zijn van het feit dat er voor instituten maar een kleine rol is weggelegd.
Pieter de Jong ziet dat een rol die Ymere op zich kan nemen het tijdelijk beschikbaar stellen van panden is. Hettie Politiek stelt dat ze niet de loketten dicht moeten gooien maar juist ondersteuning moet bieden aan de initiatieven die zich aandienen zodat er een verandering kan plaatsvinden op het gebied van toegankelijkheid, eigenaarschap en het verdienmodel. Helder is dat er mogelijkheden te over zijn om trusts in vorm te geven en er nog een wereld valt te ontdekken.
door Meike Zwaan