“Als ik had geweten dat het technisch kon, dan had ik de IJ toch anders geschreven,” zegt Francine Houben. De wereldberoemde architect baalt van een detail in de grootse transitie van het Bijlmerpark. Het park moet in 2011 helemaal open zijn, met voetbalvelden, speelplek voor kinderen, veel waterpartijen en allerlei ‘rondjes’ om te fietsen, lopen, joggen en skaten. De namen van de ingangen van het park die in de toegangshekken komen te staan zijn gemaakt naar Houbens eigen handschrift. “Als het niet nodig was dat de letters boven en onder moesten aansluiten dan had ik het anders gedaan.” Ze kijkt met lichte teleurstelling naar het scherm waar haar eigen powerpointpresentatie op te zien is. “Maar nu zijn de hekken al gemaakt.”
Details, daar blijft Houben op letten, blijkt gedurende de tweeëntwintigste editie van Talk of The Town die gaat over Francine Houben en haar Bijlmerpark. Ze begon haar informele lezing met een kort overzicht van recentelijk geopende projecten en projecten waar ze momenteel aan werkt. Een golfbaan met clubhuis in Korea, een cultuurcentrum in Taiwan, een cultuurcentrum in Spanje. Via het scherm vliegen de Talk of the Town-bezoekers de wereld over langs de gebouwen en landschappen die Houben heeft gerealiseerd. “Ik pak altijd de omgeving mee.” Dat hoort ook bij de tien statements die Houben in 2000 opschreef als een soort bedrijfsfilosofie. Twee daarvan zijn: ‘Love of nature’ en ‘Collective responsibility for sustainability’. Alle negentig medewerkers van Mecanoo moeten die statements in zich dragen, vertelt Houben. “Ik heb geen eigen handtekening, zo van alle wc’s moeten altijd wit en alle randjes zilver. Maar deze statements zitten in ons DNA, zijn terug te vinden in alle ontwerpen.”
Via de prestigieuze grootse gebouwen ver over de grens komt Houben terecht bij de randjes in het Bijlmerpark. “Want parken maken is randjes maken.” In 2004 won haar bureau Mecanoo, gevestigd in Delft, de prijsvraag voor het Bijlmerpark. Op dat moment was er al minstens 8 jaar over een nieuw park ‘gepolderd’, vertelt wethouder Ruimtelijke Ordening en Beheer Els Verdonk. “Maar op een gegeven moment moet je de democratie wat kleiner maken, anders gebeurt er nooit wat.”
Een van de belangrijke randjes in het Bijlmerpark is de rand van woningen, ‘zoals bij Central Park’, zegt Houben. Duizend woningen in totaal, met de voordeur naar het park toe. Ze zorgen voor sociale veiligheid, voor betrokkenheid bij het park, voor levendigheid. En ook voor een groot deel van de financiën om het park mee aan te leggen, voegt Verdonk fijntjes toe. Houben vertelt voor welke keuzes ze stond. “De overgang van paden naar gras, hoe maak je die? Wat voor materiaal? Hoe breed? Dat is heel belangrijk. Net als de overgang van water naar land. Hoe maak je oevers?”
Nog een randje waar Houben voor ijvert: de rand van bomen, de ‘bijlmerbomenrand’. Achtduizend bomen werden er gekapt in het oude park om het nieuwe aan te leggen. Houben wilde de bomen een nieuwe plek geven. Als rand. Met betonblokken eronder en dan aan elkaar leggen. “Maar de Beheersdienst vindt het geen leuk idee. Die gaat nu controleren alsof het speeltuig is. ‘Oh, je kan met je vinger erin blijven steken. En misschien zit er een splinter aan’,” zegt Houben. “Maar ik vind dat juist goed, kinderen moeten dat ook leren. Bovendien ben ik van de zintuigelijke ervaring. Van mij mogen mensen ook in die bomen groeven van wie ze houden.”
“Alles is strijd,” zegt Houben nonchalant. De bijlmerbomenrand, de voetbalclubs die wel of niet een plek krijgen en op welke voorwaarden dan. Els Verdonk had meer strijd verwacht bij de kap van die achtduizend bomen. “Maar gelukkig was de Anne Frank-boom toen volop in het nieuws. Konden wij vlug die bomen weghalen, zo voelde het een beetje.”
In het park komen verschillende sferen. Horeca, een bosplek, het oerdal, een natuurpark, de grote weide waar ook Kwakoe zal plaatsvinden. “In die verschillende plaatsen zitten weer bijzondere plekken,” zegt Houben. “Francine heeft al die eilandjes met elkaar verbonden, het moet wel voelen als één park,” zegt Verdonk. Ook zichtlijnen verbinden de delen met elkaar.
Vanuit de zaal zegt de kwartiermaker van het Noorderpark, ook een park in aanbouw, dat het ontwerp van een park wel belangrijk is, ‘maar uiteindelijk is het mensenwerk om daar mensen heen te krijgen. Je moet programma’s organiseren met allerlei verschillende bewoners. Dan krijgen ze het idee dat het park ook van hen is.” Verdonk is het daar mee eens, maar wil eerst het park maar eens afkrijgen. “Nu is het park nog levensgevaarlijk en mag je er alleen in met een helm op.”
Houben kijkt naar een nieuw plaatje op het scherm van mannen die riet staan te planten. “Ik denk dat het goed wordt.”