Cultureel diverse (‘multiculturele') cultuurinstellingen ontvangen een fractie van de structurele subsidies die de gemeente Amsterdam verstrekt aan cultuurinstellingen. Dat is de voornaamste conclusie van de Quickscan: Culturele diversiteit in de Amsterdamse cultuursector die de Amsterdamse cultuurwethouder Gehrels 10 juli in ontvangst heeft genomen. Hoewel het aandeel van het budget dat naar cultureel diverse gezelschappen, podia en festivals gaat, toeneemt, blijft het een fractie van het totaal.
Tien jaar nadat staatssecretaris Rick van der Ploeg culturele diversiteit in de cultuursector politiek agendeerde, onderzocht lagroup Leisure & Arts Consulting i.s.m. onafhankelijk onderzoeker Laurien Saraber welke rol dit onderwerp speelt in het Amsterdamse cultuurbeleid. Daartoe werden voor de periode 1997-2012 de vastgestelde structurele subsidiebedragen, de vierjaarlijkse uitgangspunten voor het cultuurbeleid van het college van B&W, en het algemeen deel van de adviezen van de Amsterdamse Kunstraad geanalyseerd.
Sterk toenemende aandacht voor culturele diversiteit in beleid en advies
Hoewel de aandacht voor culturele diversiteit in het gemeentelijk cultuurbeleid voor de periode 1997-2000 nog beperkt is, is het onderwerp nauwelijks nog weg te denken in uitgangspuntennota's voor de jaren 2001-2004, 2005-2008 en 2009-2012. In de adviezen van de Kunstraad is culturele diversiteit nauwelijks een thema, tot het advies voor de periode 2009-2012. Daarin stelt de Raad dat het Amsterdamse cultuuraanbod een afspiegeling zou moeten zijn van de cultureel diverse samenleving (wat volgens de Raad nog lang niet het geval is).
Drie procent van het totale bedrag gaat naar cultureel diverse instellingen
De geruime aandacht voor het onderwerp in het beleid vertaalt zich niet in een grote hoeveelheid financiële middelen. Het college besteedt gemiddeld 3 procent van het totale structurele subsidiebedrag aan cultureel diverse instellingen (instellingen waarbij culturele diversiteit een dominante rol speelt in presentaties, doelgroepen of medewerkers). De Kunstraad adviseert gemiddeld 3 procent van het totale bedrag aan deze instellingen. In beide gevallen betreft het dus een fractie van het totale bedrag. In de gehele onderzochte periode vroegen in totaal 63 cultureel diverse cultuurinstellingen een of meer keren structurele subsidie aan.
Financiering cultureel diverse instellingen gering vergeleken met percentage niet-westerse allochtonen
Het aandeel van het structurele subsidiebedrag dat cultureel diverse cultuurinstellingen ontvangen, is gering vergeleken met het percentage niet-westerse allochtonen in de stad. Over de periode 1997-2007 is dat percentage gemiddeld 32 procent. Hoewel de vergelijking tussen het financieringspercentage en de bevolkingssamenstelling uiterst voorzichtig gehanteerd dient te worden, is de mate van discrepantie opmerkelijk.
Ondanks groei blijft financiering cultureel diverse instellingen gering
Er is een groei zichtbaar in het structurele subsidiebedrag dat de gemeente aan cultureel diverse instellingen toekent en dat de Kunstraad aan deze instellingen adviseert. Het door de Kunstraad geadviseerde percentage stijgt van 1 procent van het totaal voor de periode 1997-2000 tot 5 procent voor de periode 2009-2012. Het bedrag dat het college toekent, neemt toe van 2 procent in 2001-2004 naar 4 procent van het totaal in 2005-2008. Ook gezien deze groei blijft het percentage gering, zeker wanneer het wordt gerelateerd aan de veranderende bevolkingssamenstelling van de stad (51 procent niet-westerse allochtone jongeren in 2007). Voor de periode 2009-2012 zijn alleen de Hoofdlijnennotitie en het Kunstraadadvies bestudeerd, omdat het vastgestelde Kunstenplan voor deze periode nog niet beschikbaar is.
‘Gezien de urgentie van de kwestie gaan de veranderingen veel te langzaam', stelt lagroup directeur Stephen Hodes hierover. ‘Zo komt een hele groep cultuurmakers en publiek buiten spel te staan. Dat zou anders zijn als cultureel diverse makers en publiek massaal naar de overige cultuurinstellingen in de stad gaan. Er zijn echter geen signalen die daar op wijzen'.
Potentieel aan ‘cultureel diverse plannen' wordt niet gefinancierd
Er is geen gebrek aan cultureel divers potentieel in de stad. Het aantal cultureel diverse instellingen dat structurele subsidie aanvroeg bij de gemeente Amsterdam steeg met 260 procent, van 16 in 1997-2000 naar 42 in 2009-2012. Deze groep krijgt echter een relatief gering deel toegekend van het bedrag dat ze aanvraagt; in de periode 2005-2008 is dat bijvoorbeeld 42 procent van het totale aangevraagde bedrag tegenover 69 procent bij de overige instellingen. Een relatief groot potentieel aan ‘cultureel diverse plannen' wordt dus niet gehonoreerd met structurele subsidie.
Cultureel diverse instellingen vragen en krijgen kleine bedragen
Een opvallend resultaat uit de Quickscan is verder dat cultureel diverse instellingen relatief kleine bedragen aanvragen en toegekend krijgen. Overige instellingen vragen per aanvraag gemiddeld ruim drie keer zoveel subsidie aan als cultureel diverse instellingen. Ze ontvangen van de gemeente Amsterdam gemiddeld 8,5 keer zoveel structurele subsidie per instelling als de cultureel diverse instellingen. Het hoogste door de gemeente toegekende bedrag per instelling is voor overige instellingen 9,8 miljoen euro en voor cultureel diverse instellingen een kleine 500.000 euro.
Download hier de Quickscan 2008 culturele diversiteit culturele sector Amsterdam voor meer informatie en een samenvatting van de quickscan zie www.lagroup.nl. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door Stichting DOEN, de Stadsschouwburg, Paradiso en Likeminds.